Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-74

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 30 augustus 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Senioren - Thuisovervallen - Aantallen - Preventie

bejaarde
lichamelijk geweld
diefstal
geweld
strijd tegen de misdadigheid
bewustmaking van de burgers

Chronologie

30/8/2010Verzending vraag
30/11/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-73

Vraag nr. 5-74 d.d. 30 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het aantal thuisovervallen op senioren in Nederland stijgt fors. Het aantal gevallen steeg van 92 in 2008 naar 159 in 2009. Dit blijkt uit de nieuwe cijfers van de Nederlandse taskforce. De stijging zet door in 2010. Bij de overvallen wordt steeds vaker grof geweld gebruikt. Overvallers denken volgens de taskforce vaak dat ouderen contant geld in huis hebben omdat ze niet van bankkaarten houden.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1) Hebt u ook in ons land kunnen vaststellen dat het aantal thuisovervallen op senioren is toegenomen? Kan u de getailleerde cijfers voor respectievelijk de laatste drie jaar geven en kan u die cijfers toelichten?

2) Is er ook bij ons sprake van een ernstige toename van geweld bij de thuisovervallen op senioren? Kan u dit cijfermatig toelichten?

3) Welke beleidsinspanningen worden gedaan om deze specifieke vorm van overvallen aan te pakken? Kan u dit uitvoerig toelichten en meent u dat die inspanningen voldoende zijn?

4) Is het u bekend onder welke voorwendselen en/of op welke wijzen overvallers zich toegang verschaffen tot de woningen van senioren?

5) Welke mogelijkheden voor preventie van thuisovervallen worden momenteel benut en welke instanties zijn daarbij betrokken? Deelt u de mening dat extra inzet voor preventie wenselijk is voor deze specifieke doelgroep, nu deze doelgroep relatief vaak slachtoffer is? Welke mogelijkheden ziet u hiervoor?

6) Ziet u mogelijkheden voor een voorlichtingscampagne via door ouderen veel benutte media en is het gewenst daarbij partijen uit het veld te betrekken?

7) Kan een profiel worden opgemaakt van de thuisovervallers op oudere burgers? Is het bekend hoe zij hun slachtoffers kiezen? Hoe groot is de pakkans en welk percentage van de overvallen wordt opgelost?

8) Wat vindt u van de Nederlandse aanpak met de taskforce “overvallen”?

9) Kan u aangeven hoeveel daders van thuisovervallen op senioren de laatste drie jaar werden veroordeeld? Graag kreeg ik een opdeling per jaar. Kan u de cijfers duiden?

Antwoord ontvangen op 30 november 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

  1. De Algemene Nationale gegevensbank (ANG) van de geïntegreerde politie maakt een telling van het fenomeen thuisovervallen, beter bekend in België als “home invasion”, niet mogelijk.

  2. Er zijn geen gegevens die erop wijzen dat er een ernstige toename is van geweld bij home invasions gepleegd op senioren. We kunnen wel vaststellen dat ouderen – om verklaarbare redenen (fysiek en sociaal zwakkere positie) – een specifiek doelwit vormen voor dergelijke criminele daden.

  3. De aanpak van home invasions kadert in de integrale en geïntegreerde fenomeenbenadering, zoals vooropgesteld in het nationaal veiligheidsplan 2008-2011. Dit wordt concreet vertaald in een programma ter bestrijding van de gewelddadige vermogenscriminaliteit, waarbij aandacht gaat naar:

    a. preventie (zie verder ook antwoord op vraag 5);

    b. beeldvorming (zowel op strategisch als op operationeel vlak);

    c. onderzoek, met aandacht voor de kwaliteit van de eerste vaststellingen (sporenbeveiliging en –opname, verhoren, buurtonderzoek) en van het verdere onderzoek (telefonie, bijzondere opsporingsmethoden);

    d. ontrading (strenge bestraffing in de straftoemeting);

    e. slachtofferbejegening (zowel eerstelijns slachtofferopvang als doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp).

  4. Bij home invasions worden verschillende methoden gebruikt om zich toegang te verschaffen tot een private woning, en dit naargelang van het pleegtijdstip:

  1. Home invasions worden gepleegd op particulieren en met deze doelgroep (= brede publiek) is het — in tegenstelling tot bv. commerciële doelwitten van overvallen — evenwel moeilijker om concrete afspraken inzake aanpak te maken. Preventie van home invasion is dan ook ingebed in de preventiepolitiek van eigendomscriminaliteit s.l. Voorbeelden van preventieprojecten die reeds werden opgestart binnen dit brede kader zijn de buurtinformatienetwerken, technopreventie, melding verdachte handelingen.

  2. In 2009 is Binnenlandse Zaken gestart met een project 'criminaliteitspreventie voor senioren'. Dit project bestaat uit verscheidene luiken. Overheden en diensten op verschillende niveaus dragen bij tot de concrete realisatie ervan (gouverneurs, lokale besturen, lokale en federale politie, etc.). In de werkgroep 'Criminaliteitspreventie voor senioren' kwam een videospot tot stand die de kijker moet sensibiliseren voor diefstal met list. Een korte versie van dit filmpje werd door meerdere provincies uitgezonden op de lokale tv-zenders. In 2008 sloten verschillende provinciegouverneurs samenwerkingsverbanden af om dit te realiseren. De langere versie van het filmpje kunnen gemeenten, politiezones en andere geïnteresseerde partners gebruiken tijdens informatiesessies voor bejaarden. Bovendien worden er ook specifieke brochures omtrent diefstal met list ter beschikking gesteld en worden kaartspelen met preventietips uigedeeld aan senioren.

  3. Er zijn verschillende dadergroepen actief in het plegen van home invasions. Daders van Noord-Afrikaanse afkomst, zigeuners en daders afkomstig uit voormalige Oostblok-landen. Meestal gaan verkenningen en screening van de doelwitten vooraf en worden slachtoffers dus helemaal niet lukraak gekozen. Bovendien bevinden ouderen zich zowel fysiek als sociaal in een zwakkere positie, wat in de 'cost-benefit' berekening van daders een stimulerende factor betekent.

    Wanneer een dader is geïdentificeerd, wordt ' het misdrijf als opgehelderd beschouwd. Ongeveer 20 % van de in 2009 gepleegde home invasions is reeds opgehelderd. Hierbij dient opgemerkt dat dit cijfer een momentopname is en dus in positieve zin zal evolueren naargelang van de voortgang van de nog lopende onderzoeken.

  4. De coördinatie voorgesteld binnen de taskforce woningovervallen in Nederland is inderdaad erg belangrijk om een coherent beleid te kunnen voeren over het ganse grondgebied.

  5. Deze materie behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie