Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7179

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 oktober 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

China - Orgaantransplantaties - Transplantatietoerisme - Orgaanoogsten

China
orgaantransplantatie
rechten van de mens
doodstraf

Chronologie

22/10/2012Verzending vraag
5/11/2012Antwoord

Vraag nr. 5-7179 d.d. 22 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Na talloze gruwelverhalen en getuigenissen die midden de jaren 1990 begonnen op te duiken over het "oogsten" van organen besloot de Chinese overheid in 2006 een verbod in te voeren op de verkoop van menselijke organen bestemd voor transplantatie. Transplantatiecentra konden voortaan alleen nog organen wegnemen bij donoren die daarvoor schriftelijke toestemming gaven.

Op 12 september 2012 vonden er over deze kwestie hoorzittingen plaats in de subcommissie Buitenlandse Zaken en Mensenrechten in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Daaruit blijkt dat deze schrijnende praktijken nog altijd bestaan.

Hoewel volgens officiële cijfers weinig Chinezen organen doneren, voert China met 100 000 operaties, op de Verenigde Staten na, de meeste orgaantransplantaties uit. Met 600 transplantatiecentra werd China dan ook één van de belangrijkste bestemmingen voor "transplantatietoerisme". Dit blijkt een zeer lucratieve praktijk voor de Chinese overheid.

China zelf beweert dat 90% van deze organen afkomstig is van veroordeelde en geëxecuteerde misdadigers. Dit kan men natuurlijk niet controleren omdat China systematisch weigert te communiceren over het aantal jaarlijks uitgevoerde doodstraffen. Medische experts en mensenrechtenactivisten beoordelen deze motivering als zeer onrealistisch en stellen dat deze organen ook van elders komen. Zo bestaan er verschillende getuigenissen over het geforceerd wegnemen van organen bij levende en gedode (politieke) gevangenen, waaronder Falun Gong-beoefenaars, christenen, Oeigoeren en Tibetanen.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de minister op de hoogte van deze uiterst ernstige beweringen? Over welke informatie beschikken de minister en zijn diensten aangaande deze kwestie? Wat heeft Buitenlandse Zaken al die jaren ondernomen om hierover meer te weten te komen en bovenal om dit aan te klagen?

2) Vindt hij het niet merkwaardig dat de Chinese overheid weigert om cijfers bekend te maken omtrent orgaantransplantaties en het aantal uitgevoerde executies? Zal België iets ondernemen om de Chinese overheid tot meer transparantie te bewegen? Is de minister bereid om deze problematiek op Europees niveau aan te kaarten?

3) In februari 2012 verbleef Wang Lijun, het voormalige hoofd van de politie in Chengdu, 48 uur in de Amerikaanse ambassade, waar hij naartoe vluchtte nadat hij uit de gratie was gevallen van de communistische partij. Volgens verschillende bronnen zou Wang Lijun sterk betrokken zijn geweest bij orgaanoogsten. Wang Lijun zou hierover een boekje hebben opengedaan tijdens zijn korte verblijf op de ambassade. Na de hoorzitting van 12 september hebben 106 volksvertegenwoordigers in een brief aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken gevraagd om deze informatie vrij te geven. Is de minister eveneens bereid de Amerikaanse autoriteiten te vragen om de informatie waarover ze hieromtrent beschikken, te delen en openbaar te maken?

Antwoord ontvangen op 5 november 2012 :

Ik informeer het geachte lid dat zijn vraag onder de bevoegdheid valt van de minister van Sociale Zaken, mevrouw Laurette Onkelinx.