Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7106

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 27 september 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Verkoop van monitoring- of spionagesoftware aan onderdrukkende regimes - Standpunt - Cijfers

spionage
computerprogramma
Iran
Syrië
uitvoerbeperking
dictatuur
officiële statistiek

Chronologie

27/9/2012Verzending vraag
19/11/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7105

Vraag nr. 5-7106 d.d. 27 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verneem heden dat Duitsland niet wil dat er monitoring- of spionagesoftware wordt verkocht aan onderdrukkende regimes. Het is de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Guido Westerwelle die op de Internet and Human Rights Conference over het plan sprak. Het plan is vooral gericht op landen als Iran en Syrië.

Minister Westerwelle benadrukte het belang van het internet bij het organiseren van politieke protesten. Hoewel het internet ook kan misbruikt worden om te infiltreren en individuen op te sporen: "Deze regimes horen niet de technische instrumenten te krijgen om hun eigen burgers te bespioneren”, aldus minister Westerwelle. Daarom wil hij een Europees verbod op de export van zulke software naar bepaalde regimes.

Met de oproep herhaalt de minister de uitspraken van commissaris Neelie Kroes. Die sprak eind vorig jaar al over een soortgelijk plan. Nu wil Duitsland het voortouw nemen om zo'n verbod Europees te lanceren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoe reageert u op het voorstel om op EU-niveau een verbod in te voeren op de verkoop van monitoring- of spionagesoftware aan onderdrukkende regimes? Steunt u dit voorstel en kan u aangeven of u zelf mee bereid bent concrete stappen te doen om dit voorstel door te drukken?

2. Bestaat er heden in ons land regelgeving omtrent de export van monitoring- of spionagesoftware of hardware naar dictatoriale of onderdrukkende regimes? Zo ja, kan u toelichten? Zo neen, waarom niet en acht u dit niet aangewezen?

3. Kan u respectievelijk voor de jongste drie jaar aangeven naar welke niet-democratische landen monitoring- of spionagesoftware of hardware werd uitgevoerd? Wordt dit heden überhaupt opgevolgd en zo ja, door wie?

Antwoord ontvangen op 19 november 2012 :

De vragen behoren niet tot mijn bevoegdheid, maar tot die van de minister van Buitenlandse Zaken. Ik verwijs u dan ook naar mijn collega, aan wie u de vragen eveneens gesteld heeft.