Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6985

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 4 september 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Drones - Specifieke regelgeving - Privacy - Incidenten - Gebruik bij politie, leger en brandweer

drone
spionage
zwarte handel
eerbiediging van het privé-leven
vliegtuig
politie
krijgsmacht
brandbestrijding
militaire luchtvloot
nieuwe technologie

Chronologie

4/9/2012Verzending vraag
26/10/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6986
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6987

Vraag nr. 5-6985 d.d. 4 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er is momenteel geen bijzondere regelgeving wat betreft drones. Nochtans worden deze toestellen breed aangeboden via doe-het-zelfkits voor drones ("Vliegklaar") en bijbehorende accessoires ("Gesoldeerd en getest"). Onder impuls van de smartphone-explosie worden allerlei elektronicaonderdelen, zoals batterijen en processoren, steeds kleiner, lichter en goedkoper. Met wat software en bouwplannen die gratis op het internet te vinden zijn, is het zo mogelijk geworden om voor enkele honderden euro's zelf een drone in elkaar te knutselen. Een drone verschilt van een klassiek modelbouwvliegtuig of -helicopter door zijn autonomie. Uitgerust met camera's, gsm's, antennes en sensoren leggen de goedkope drones ongeziene nieuwe mogelijkheden in handen van filmmakers, politie, brandweer, hulpverleners, onderzoekers, milieuactivisten en journalisten. Maar drones kunnen ook worden ingezet voor minder nobele doeleinden, zoals smokkel en spionage.

Er gelden wel regels wat betreft privacy, maar verder is er heden niets bepaald. Doordat in bepaalde landen steeds meer drones worden ingezet (opvolgen verkeer, stratenplannen, politie, hobby, etc.) is men in Nederland volop aan het werken aan specifieke regelgeving. De regelgeving zal onder meer een vliegbrevet omvatten, medische keuring en een luchtvaardigheidscertificaat voor de drone. Deze regelgeving zal bijdragen aan een betere veiligheid in de lucht en op de grond. Daarnaast zal ze ook een weerslag hebben op de wildgroei die er langzaamaan aan het ontstaan is, met alle risico's van dien.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageert u op het voornemen in Nederland om specifieke regelgeving op te stellen wat betreft brevetten, luchtwaardigheidscertificaat en medische keuring? Overweegt u gelijkaardige stappen in ons land?

2) Kunt u overlopen welke regelgeving nu reeds in voege is buiten de privacywetgeving over drones? Wat mag en wat mag niet?

3) Hebben uw diensten reeds klachten ontvangen of hebben zij weet van incidenten met drones?

4) Welke diensten bij de politie, brandweer en of het leger beschikken reeds over drones? Wat was de kostprijs en waarvoor worden zij gebruikt?

5) Bent u zinnens een aanvragensysteem of een licentiesysteem in te voeren om een wildgroei in bewoonde wijken te voorkomen? Kunt u gedetailleerd toelichten?

Antwoord ontvangen op 26 oktober 2012 :

  1. Ik nodig het geachte lid uit deze vraag te stellen aan mijn collega, de minister van Mobiliteit, die bevoegd is voor deze materie.

  2. Naast de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is ook de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (camerawet genoemd) van toepassing op drones, dit vanaf het moment dat zij worden gebruikt met het oog op bewaking en toezicht om misdrijven tegen personen of goederen of overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen, of de openbare orde te handhaven. Die wet bevat bepaalde bepalingen betreffende het gebruik van mobiele camera’s.

    Eerst en vooral is het gebruik van mobiele bewakingscamera’s bij wet voorbehouden voor de politiediensten. En deze laatsten kunnen er slechts gebruik van maken in het kader van grote volkstoelopen en uitsluitend voor niet-permanente opdrachten die tevens in uitvoeringstijd beperkt zijn. Bovendien moet de beslissing om mobiele bewakingscamera’s te gebruiken in een niet-besloten plaats worden genomen door een officier van bestuurlijke politie die de betrokken burgemeester hiervan op de hoogte brengt. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer krijgt kennis van die beslissing ten laatste op de dag die voorafgaat aan de genoemde volkstoeloop, behalve in het geval van dringende noodzakelijkheid. In dat laatste geval dient de aangifte ten laatste binnen de zeven dagen plaats te vinden. Ten slotte, wat de informatieplicht betreft, worden de mobiele camera’s, die op zichtbare wijze worden gebruikt, geacht deze plicht te vervullen en de wet preciseert dat de mobiele bewakingscamera’s, gemonteerd op niet-gebanaliseerde voertuigen, vaartuigen of luchtvaartuigen, worden geacht op zichtbare wijze gebruikt te zijn.

  3. Mijn diensten beschikken niet over gegevens omtrent klachten of incidenten inzake.

  4. Actueel beschikt enkel de lokale politie GAOZ (Genk, As, Opglabbeek, Zutendaal) over een drone. De bedoeling is dit toestel te gebruiken bij grootschalige evenementen, rampen en verkeersproblemen. De aankoopprijs van dit toestel oversteeg de 30 000 euro, camera inbegrepen.

  5. Tijdens de aanneming van de camerawet werd de keuze gemaakt om het gebruik van bewakingscamera’s niet te onderwerpen aan een goedkeuring waarbij aan de verantwoordelijke voor de verwerking de beslissing wordt gelaten om camera’s te plaatsen door zich te houden aan de beginselen van finaliteit, proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. Het feit om het gebruik van dit soort van toestel voor toezichts- en controledoeleinden te beperken tot de politiediensten, vormt op zich al een limiet. Het is dus niet nodig om de camerawet – die slechts camera’s beoogt die geplaatst en gebruikt worden voor toezichts- en controledoeleinden- te wijzigen om een wildgroei van dit soort van camera’s te voorkomen.