Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-690

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 december 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Hulpverleners - Seksueel misbruik - Grensoverschrijdend gedrag

seksueel misdrijf
verplegend personeel
beroep in de gezondheidszorg

Chronologie

27/12/2010Verzending vraag
23/2/2011Herkwalificatie

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-575

Vraag nr. 5-690 d.d. 27 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In buitenlandse berichtgeving duiken er regelmatig berichten op over seksueel misbruik door hulpverleners in de gezondheidssector. Onlangs nog zou een verpleger in het ziekenhuis Berlin-Buch drie jongetjes hebben misbruikt op de afdeling intensive care. Hij deed dit terwijl de jongens onder narcose waren.

Mensen die zich schuldig maken aan seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag, bevinden zich vaak in een machtspositie in de verhouding tot hun slachtoffers. In de bij ons bekende gevallen gaat het meestal over de vader, een leraar, een huisvriend of pastoraal werker. Ook hulpverleners werken vanuit een grote machtspositie en een typische zorgomgeving biedt uitzonderlijk veel kansen voor misbruik. Het kan dus niet anders dat er, spijtig genoeg, vormen van machtsmisbruik in deze sectoren voorkomen.

In dit verband stel ik de volgende vragen:

1. Is de minister op de hoogte van deze problematiek in de gezondheidssector, heeft zij kennis van de omvang, de aard en andere kenmerken? Beschikt zij over recent onderzoek hieromtrent en nam zij initiatieven? Over welke gegevens beschikt zij? Wil zij mij deze ter beschikking te stellen?

2. Is de zij op de hoogte van dit soort misbruiken die plaatsvonden onder narcose? Welke maatregelen zijn er in voege om misbruiken zoveel mogelijk te voorkomen en dus te beperken?

3. Bestaan er meldpunten met betrekking tot gevallen van misbruik en grensoverschrijdend gedrag door hulpverleners? Zo ja, kan zij mij het aantal klachten voor de afgelopen vijf jaar bezorgen? Hoe worden deze misbruiken aangepakt en welke gevolgen werden er aan deze klachten gegeven? Zo neen, zal zij hieromtrent concrete maatregelen nemen? Met welk argumenten verklaart zij de afwezigheid daarvan?

4. Bestaan er initiatieven die hulpverleners en patiënten hieromtrent sensibiliseren, informeren en weerbaar maken? Zo ja, worden deze voldoende opgenomen in de opleidingen van de hulpverleners en de informatiemaatregelen voor patiënten? Welke andere preventieve beleidsmaatregelen worden aangewend inzake deze problematiek? Zijn de patiënten voldoende op de hoogte van hun rechten en van de kanalen om op te treden tegen deze misbruiken? Zo neen, welke concrete maatregelen plant zij (voor/door wie, wanneer, kostprijs, aanpak, communicatiestrategieën , …)?

5. Bestaan er, gezien de zwakke positie tegenover de plegers van dit soort misdrijven, bijzondere beschermingsmechanismen voor patiënten uit de geestelijke gezondheidszorg en met mentale beperkingen?