Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6748

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 13 juli 2012

aan de minister van Werk

Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) - Conventie 189 - Minimumarbeidsvoorwaarden voor huishoudpersoneel - Ratificatie door België

huishoudkunde
dienstpersoneel
Internationale Arbeidsorganisatie
arbeidsvoorwaarden
ratificatie van een overeenkomst
arbeidsreglement

Chronologie

13/7/2012Verzending vraag
11/12/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6748 d.d. 13 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De evolutie in de organisatie van werk en arbeidstijden, evenals de hogere activiteitsgraad van vrouwen geven aanleiding tot een toename van de huishoudelijke diensten. Steeds meer mensen kiezen ervoor om een beroep te doen op hulp in het huishouden om gezin en arbeid beter met elkaar te verzoenen.

Dienstboden kunnen vol- of deeltijds werken voor één of voor meerdere werkgevers en kunnen verblijven in het huis van hun werkgever.

Het werk als diensbode was en blijft een van de meest precaire arbeidsvormen dor de lage verloning, de relatieve onzekerheid en de zwakke bescherming.

Dienstboden werken immers meestal binnenshuis, en blijven dus buiten het bereik van conventionele controlemechanismen zoals de diensten voor arbeidsinspectie die om juridische en administratieve redenen geen controles kunnen uitvoeren in privéruimten.

Aangezien de internationale arbeidsnormen onvoldoende duidelijk waren over de vraag hoe er een significante bescherming kan geboden worden aan dienstboden, heeft de Raad van Bestuur van het Internationaal Arbeidsbureau normen uitgewerkt met het oog op de erkenning van dienstboden als echte werknemers.

In die geest heeft de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) een conventie (189) aangenomen waarin de minimumarbeidsvoorwaarden voor huispersoneel zijn opgenomen. Die conventie heeft kracht van wet in de landen die ze geratificeerd hebben en het belang ervan is afhankelijk van het aantal landen die dat doen.

Het verbaasde me te vernemen dat België ze nog niet zou hebben geratificeerd en dus niet zou bijdragen aan de bevestiging van het belang van deze conventie op internationaal niveau.

1) Wat staat de ondertekening door België van IAO-conventie 189 in de weg?

2) Zijn sommige richtlijnen ervan in strijd met onze nationale wetgeving? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 11 december 2012 :

Ik kan het geachte parlementslid meedelen dat, hoewel het verdrag tot op heden nog niet werd geratificeerd, het mijn vaste voornemen is de procedure voort te zetten.

Over de tekst van het verdrag werd zodanig onderhandeld dat we deze kunnen toepassen.

Er was echter een moeilijkheid en er moest een beslissing worden genomen betreffende de dekking inzake sociale zekerheid van de personen die in België werken als dienstbode en zijn uitgesloten van de sociale zekerheid, wanneer ze niet werken in het kader van dienstencheques. Ik heb een politiek akkoord bereikt met mijn collega van de regering die met deze materie belast is.

De eerste fase van de procedure zal er volgens de geldende regels van de IAO in bestaan deze tekst voor te leggen aan het Parlement met een Regeringsverklaring die de mogelijkheid tot ratificatie aangeeft. Deze Verklaring moet voordien voor overleg worden voorgelegd aan de Nationale Arbeidsraad.