Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6578

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 22 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

het gebrek aan controle inzake cabotage

wegcabotage
goederenvervoer
concurrentiebeperking
vervoersvoorschriften
vervoersonderneming

Chronologie

22/6/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2057

Vraag nr. 5-6578 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De Belgische wetgeving over het goederenvervoer en meer bepaald over de cabotage die door buitenlandse bedrijven over de Belgische wegen wordt uitgevoerd, legt een strenger kader op dan dat van de Europese wetgeving. Europese transportbedrijven die vanuit een ander Europees land België binnenrijden mogen op ons grondgebied maximum drie andere verplaatsingen uitvoeren gedurende een periode van zeven dagen na de laastste losbeurt. Cabotage is bovendien pas toegelaten na een grensoverschrijdend transport.

Wanneer een onwettige cabotage wordt vastgesteld, kan de vaststeller opteren voor de onmiddelijke inning van een bedrag van 1800 euro. De opdrachtgever van de onwettige cabotage kan ook medeaansprakelijk gehouden worden voor de inbreuk.

Deze reglementering is niet van toepassing op Luxemburgse en Nederlandse transportbedrijven, waarvoor binnen de Benelux soepeler regels gelden.

Een tijdje geleden voerde een organisatie van werknemers in de transportsector actie om het gebrek aan controle van de reglementering aan te klagen, die leidt tot oneerlijke concurrentie voor de Belgische transportsector. Ze hekelden ook het feit dat Belgische bedrijven zusterbedrijven zouden oprichten in Oost-Europa om goedkoper te kunnen werken.

Bevestigt de minister deze informatie? Beschikt hij over cijfergegevens met betrekking tot de transportbedrijven en opdrachtgevers die een boete hebben moeten betalen?

Antwoord ontvangen op 28 september 2012 :

Ik kan inderdaad de elementen bevestigen die door het achtbare lid uiteengezet werden. Ik wens dit eveneens aan te vullen vooraleer over te gaan tot de kwestie van de controle op de toepassing van de regelgeving op het gebied van de cabotage.

De cabotage valt momenteel rechtstreeks onder de toepassing van de bepalingen van de Europese Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en van de raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg, meer bepaald van de artikelen 8 en 9 die op 14 mei 2010 van toepassing geworden zijn.

Samengevat bepalen deze nieuwe regels daadwerkelijk:

Deze maatregelen zijn niet van toepassing op de vervoerondernemingen die gevestigd zijn op het grondgebied van Nederland en van het Groothertogdom Luxemburg (BENELUX).

De controle op de naleving van deze bepalingen gebeurt op basis van de CMR vrachtbrief die voor elk transport moet worden opgesteld.

De vrachtbrieven van het internationaal transport en van elk cabotagetransport moeten zich verplicht aan boord van het voertuig bevinden en voorgelegd worden op vraag van de controle ambtenaren.

De praktijk op het vlak van de controle toont echter aan dat het toezicht op de naleving van deze bepalingen een zeer complexe opdracht is.

Het is immers zo dat in de meeste gevallen de bestuurder geneigd zal zijn een valse CMR of geen CMR voor te leggen wetende dat het voorleggen van de echte CMR het mogelijk zou maken om illegale cabotage vast te stellen.

De verificatie van de transportactiviteiten is mogelijk via de tachograaf, maar de huidige stand van de techniek maakt het niet mogelijk om dergelijke verificatie binnen een aanvaardbare termijn uit te voeren.

Europa onderzoekt echter een aanpassing aan de evolutie van de techniek van de Europese Verordening (EEG) nr. 3821/85 betreffende de tachograaf.

Dit ontwerp van aanpassing voorziet er onder meer in om de tachograaf met een GPS te verbinden wat zal toelaten om snel een duidelijk zicht te hebben op de afgelegde trajecten en een band te leggen met de voorgelegde CMR.

Samenwerking met de Federale Overheidsdienst (FOD) Tewerkstelling, Arbeid en Sociaal Overleg (Inspectie Sociale Wetten) alsook met de inspectiediensten van de BTW heeft al plaatsgevonden. Zij moet echter meer structuur krijgen, eventueel via het Actieplan van 20 november 2001 betreffende de samenwerking tussen de verschillende federale controlediensten die belast zijn met het toezicht op het zwaar vervoer dat een complementariteit heeft ingevoerd tussen de verschillende diensten die betrokken zijn bij het wegvervoer.

Verschillende grote gemeenschappelijke acties hebben eind juni plaatsgevonden en zullen in een nabije toekomst nog worden voorbereid.

Zoals u zult vaststellen, zijn wij volop bezig met het ontwikkelen van een specifieke aanpak wat echter impliceert dat we momenteel nog niet over relevante cijfers beschikken op het vlak van de cabotage.

Het nodige zal echter gedaan worden om over dergelijke gegevens te beschikken wat ook zal toelaten om de risk rating te verbeteren die als basis dient voor doelgerichte controles.