Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6423

van Alexander De Croo (Open Vld) d.d. 7 juni 2012

aan de minister van Justitie

Verlies van geclassificeerde informatie en persoonsgegevens - Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid (ADIV) - Veiligheid van de Staat - Bescherming van gegevens buiten beveiligde sites - Incidenten - Maatregelen - Aanbevelingen

geheime dienst
staatsveiligheid
persoonlijke gegevens
gegevensbescherming
toegang tot de informatie

Chronologie

7/6/2012Verzending vraag
28/9/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6421
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6422

Vraag nr. 5-6423 d.d. 7 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Activiteitenverslag (2010) van het Vast Comité I wordt gewag gemaakt van diverse incidenten betreffende het verlies van persoonsgegevens en/of geclassificeerde informatie bij de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV). Het Comité I onderzocht deze incidenten die plaatsvonden in 2007. Alle incidenten deden zich voor buiten de zogenaamde "beveiligde sites". Het hoeft geen betoog dat dergelijke incidenten potentieel schadelijk zijn voor de goede werking van de dienst.

De resultaten van het onderzoek zijn gekend en lijken enigszins verontrustend.

Vooreerst heeft de ADIV slechts in één geval aangifte gedaan bij de gerechtelijke autoriteiten. De overige nalatigheden werden klaarblijkelijk niet ernstig genoeg geacht. Nochtans besluit het Comité I dat dergelijk opportuniteitsoordeel tot de soevereine bevoegdheid van het Openbaar Ministerie behoort .

Bij bepaalde incidenten is er sprake van verlies van persoonsgegevens, waarbij contacten en gegevens verdwenen van personen die het voorwerp uitmaken van een veiligheidsonderzoek. Bij gebrek aan voorschriften werd in geen van de gevallen de betrokken personen geïnformeerd van het verlies van gegevens.

Het Comité I stelt hieromtrent: "Bij gebreke aan voorschriften ter zake wordt momenteel geval per geval een afweging gemaakt tussen de risico's voor de dienst en deze voor de betrokken persoon. Dit moet secuur gebeuren nu een verkeerde inschatting ongetwijfeld de gemeenrechtelijke aansprakelijkheid van de Belgische overheid in het gedrang zou kunnen brengen.". Het Comité I heeft diverse aanbevelingen geformuleerd die ik graag wil voorleggen aan de bevoegde minister.

Ik heb hieromtrent volgende vragen:

1) Kan de minister aangeven hoeveel keer er jaarlijks, sinds 2007, incidenten zijn geweest betreffende het verlies van persoonsgegevens en/of geclassificeerde gegevens door respectievelijk het ADIV en de Veiligheid van de Staat ? Graag een gedetailleerde toelichting over de plaats waar het verlies plaatsvond en de aard van de gegevens die verloren gingen, dit zowel wat betreft persoonsgegevens, contactgegevens als geclassificeerde gegevens vanaf 2007 (dat jaar inbegrepen) tot op heden. Waren deze gegevens versleuteld en/of beveiligd?

2) Meent de minister dat ook de niet geclassificeerde persoonsgegevens die de beveiligde site verlaten systematisch dienen te worden versleuteld en/of beveiligd ? Zo ja , kan de bevoegde minister aangeven of dit momenteel het geval is bij de ADIV en de Veiligheid van de Staat?

3) Deelt de minister het standpunt van het Vast Comité I, namelijk dat er voorschriften moeten worden uitgewerkt voor de eventuele mededeling van een veiligheidsincident aan de personen over wie informatie verloren ging? Zo ja, kan zij aangeven hoe deze voorschriften eruit moeten zien? Zo neen, waarom niet en kan dit uitvoerig worden toegelicht?

4) Hoe staat de minister tegenover de aanbeveling van het Vast Comité I om de dienstvoertuigen van alle inlichtingendiensten uit te rusten met een dispositief voor de beveiliging van gevoelige en/of geclassificeerde informatie en materialen? Kan de actuele stand van zaken hieromtrent worden weergegeven ? Deelt de minister deze bezorgdheid? Zo ja, wat wordt hieraan gedaan? Zo neen, waarom niet?

5) Hoe reageert de minister op de vaststelling dat het ADIV in 2007 slechts in één geval aangifte deed van verlies van gegevens bij de gerechtelijke autoriteiten, ondanks het feit dat het aan het Openbaar Ministerie toekomt om de bepalen of de feiten al dan niet ernstig zijn ? Kan dit antwoord uitvoerig worden toegelicht?

6) Werden er lessen getrokken uit het advies van het Vast Comité I inzake het aangeven van verlies van geclassificeerde gegevens en/of persoonsgegevens? Zijn er richtlijnen uitgevaardigd om dit systematisch aan te geven aan de gerechtelijke autoriteiten, gezien het opportuniteitsoordeel aan het Openbaar Ministerie toekomt en niet aan de ADIV zelf? Kan dit uitvoerig worden toegelicht?

Antwoord ontvangen op 28 september 2012 :

  1. Sinds 2007 en tot op heden heeft één incident plaatsgevonden waarbij geclassificeerd materiaal verloren is. Het geval vond plaats begin 2012, buiten de beveiligde sites, en betrof het verlies van een niet-beveiligde CD- rom met gegevens die “vertrouwelijk” geclassificeerd waren.

  2. Het is niet gebruikelijk dat niet-geclassificeerde persoonsgegevens de beveiligde site verlaten. De Veiligheid van de Staat heeft ook geen kennis van het eventuele verlies van persoonsgegevens; de dienst heeft hierover nooit een aangifte van verlies of van vondst ontvangen. Er moet opgemerkt worden dat de PC’s die de beveiligde sites verlaten steeds beveiligd zijn; voor USB-sticks gebeurt dit enkel op aanvraag van de gebruiker.

  3. In zijn jaarverslag 2010 maakt het Comité I melding van het verlies door de Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid (ADIV) van persoonsgegevens van contacten en personen die het voorwerp uitmaakten van een veiligheidsonderzoek en het feit dat de ADIV de betrokken personen hiervan wegens opportuniteitsredenen niet op de hoogte gebracht heeft. De Veiligheid van de Staat is dezelfde mening toegedaan als de ADIV: gezien de specifieke aard van de inlichtingendiensten (onder andere het werken met menselijke bronnen, de geheimhouding van de technieken en tactieken, de bescherming van de informatie die van buitenlandse diensten afkomstig is) is het niet aangewezen dat veiligheidsincidenten systematisch worden gesignaleerd aan personen over wie informatie verloren gegaan is.

  4. De aanbeveling om alle dienstvoertuigen uit te rusten met een beveiligingsdispositief biedt geen absolute garantie tegen verlies of diefstal van geclassificeerde documenten. Het uitrusten van één voertuig, bestemd voor het vervoer van gevoelig materiaal, met een beveiligd compartiment lijkt de enige oplossing die enerzijds voldoende garantie biedt op vlak van veiligheid en anderzijds budgettair haalbaar is. Op het niveau van de Veiligheid van de Staat werd hierover nog geen beslissing genomen.

  5. Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Landsverdediging.

  6. Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Landsverdediging.