Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6417

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 juni 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Terrorismebestrijding op het internet - Clean IT project - Bijdrage België

terrorisme
internet
internetsite
misdaadbestrijding
computercriminaliteit

Chronologie

7/6/2012Verzending vraag
12/9/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6418

Vraag nr. 5-6417 d.d. 7 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nederland heeft een Europees project opgezet om internet "schoon te vegen" van terrorisme. Het "Clean IT Project" valt onder de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en is ondergebracht bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dat ministerie heeft dit contraterrorismeproject opgezet en er Europese financiering voor verkregen. Naast aanvoerder Nederland werken ook België, Groot-Brittannië, Duitsland en Spanje mee. Ook Europol doet zijn duit in het zakje.

"Het doel van het project is om het gebruik van internet voor terroristische doeleinden tegen te gaan zonder bindende overheidsvoorschriften ('non-legislative approach')", antwoordt de NCTV-projectleider op vragen van Webwereld. De projectleider wil anoniem blijven omwille van het gevoelig karakter van terrorismebestrijding .

Er wordt gesteld dat de oplossingen moeten komen van een publiek-privaat bottom-up proces. De oplossingen moeten dus niet top-down door overheden worden opgelegd. Het project heeft een experimenteel karakter, het eindproduct is immers niet exact omschreven, maar zal de uitkomst zijn van de samenwerking tussen verschillende partijen. In een voortgangsrapport van november vorig jaar spreekt het projectteam namelijk van "internetmisbruik in vele vormen, inclusief cybercrime, haatzaaien, discriminatie, illegale software, kinderpornografie en terrorisme. Vorig jaar zijn er al bijeenkomsten gehouden in Amsterdam en Madrid, en ook voor dit jaar staan er samenkomsten op stapel." Er zal een workshop zijn in maart in Brussel, in juni in Berlijn, in september in Londen en dan nog één of twee bijeenkomsten in Brussel.

Graag had ik hieromtrent de minister volgende vragen voorgelegd:

1) Klopt het dat ons land deelneemt aan het "Clean IT project"? Zo ja, kunt u uitvoerig antwoorden op de vraag welke concrete bijdrage ons land aan dit Europees project heeft geleverd, zowel inhoudelijk als financieel?

2) Vindt u het geen gevaar voor de vrijheid dat men het gebruik van internet tegengaat zonder bindende wetgeving of wetgevende normen?

3) Wanneer en binnen welke instelling werd groen licht gegeven voor de samenwerking van dit project?

4) Hoe meent u dat men het best extremisme, aanzetten tot haat en terrorisme via het internet bestrijdt? Kan u dit gedetailleerd toelichten?

5) Wanneer vinden deze workshops in ons land plaats? Kan u aangeven waar eventuele verslaggeving en inhoudelijke stukken hieromtrent te vinden zijn?

Antwoord ontvangen op 12 september 2012 :

  1. Ons land neemt inderdaad deel aan het CLEAN IT project. Het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyxe van de Dreiging (OCAD) werd in 2010 gecontacteerd door haar Nederlandse zusterorganisatie de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), die het project opzette, en stemde toe om zich als “partnerland” te engageren. Andere landen die eveneens als “partnerland” actief zijn, betreffen Groot-Brittannië, Duitsland en Spanje. Ook andere Europese landen nemen actief deel aan het project, doch deze hebben – vooralsnog- niet de status van “partner” in het project. Het verschil hierbij is dat de partnerlanden behoren tot de stuurgroep en ook effectief betrokken worden bij de organisatie van de verschillende meetings. Zo stond het OCAD mede in voor de organisatie van een workshop die plaatsvond in haar gebouwen in maart 2012. Hieraan namen een vijfendertigtal vertegenwoordigers van zowel de privé – als de openbare sector deel. Gezien het een door de Europese Unie (EU) gefinancierd project betreft, werden de kosten quasi integraal gedragen door Europees projectgeld. Inhoudelijk slaat de bijdrage van het OCAD in hoofdzaak op het leveren van expertise met betrekking tot de problematiek van online extremisme.

  2. Het CLEAN IT project heeft niet tot doelstelling te komen tot nieuwe bindende wetgeving of wetgevende normen. CLEAN IT heeft wel tot doel het illegale gebruik van het internet door terroristen tegen te gaan, door te komen tot een betere samenwerking tussen private en publieke sector. Het objectief van het project ligt dan ook voornamelijk in het uittekenen van een geheel aan “best practices” waarachter zowel de overheid als de private sector zich kunnen scharen. Deze kunnen als inspiratie dienen voor latere initiatieven binnen de verschillende deelnemende landen. Het CLEAN IT project respecteert de fundamentele vrijheden en rechten, waaronder de toegang tot het internet, privacy, data-bescherming, …

    De huidige status van het draft report kan worden bekeken op de website van het project: www.cleanitproject.eu.

  3. Goedkeuring werd verleend door de directeur van het OCAD in het najaar van 2010.

  4. Extremisme en het aanzetten tot haat en terrorisme via het internet dient via verscheidene sporen te worden aangepakt.

    Het is een feit dat door de opkomst van het Web 2.0 de afgelopen jaren een opstoot aan extremistische uitingen op het internet zichtbaar werd. De inschatting is dat dit helpt bijdragen aan de radicalisering van jongeren in ons land.

    In ons land bestaat er in de vorm van het Plan Radicalisme reeds een instrument om te komen tot een betere detectie en opvolging van dergelijke extreme uitingen.

    Een verdere uitbouw van dit Plan Radicalisme, onder meer door een versterking van de capaciteit van de monitoring bij de verschillende diensten, om aan deze problematiek het hoofd te bieden, zal worden onderzocht.

    Het tegengaan van uitingen van extremisme op het internet komt niet enkel de overheid toe. Projecten als CLEAN IT dragen ook bij tot het sensibiliseren van zowel het grote publiek als de private sector omtrent de aanwezigheid van extremistische content, zodat er een zekere mate vanzelf-regulering ontstaat, bijvoorbeeld door het “flaggen” van content die als uitermate extremistisch wordt beschouwd. Ook het stimuleren van het ontstaan van een “counter-narratief” bij middenveld-organisaties ligt in deze lijn.

    Los daarvan kan worden gesteld dat het wetgevend kader in ons land (onder meer de anti-racisme wetgeving) op dit ogenblik reeds de mogelijkheid biedt om uitingen van online extremisme aan te pakken, via gerechtelijke weg (zie in dat kader onder meer het proces tegen Fouad Belkacem).

    Daarnaast wordt momenteel het debat gevoerd over een verbod op de activiteiten van bepaalde organisaties, wat eveneens een impact kan hebben op het verwijderen van extremistische of terroristische content.

  5. Inhoudelijke stukken, zoals onder meer het “progress report” en de “draft” zijn terug te vinden op de website van het project: www.cleanitproject.eu. Een workshop vond reeds plaats in maart 2012 in de lokalen van het OCAD (Brussel). Mogelijk zal begin november 2012 nog een workshop plaatsvinden in Brussel.