Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6399

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 31 mei 2012

aan de minister van Justitie

Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk - Administratieve geldboetes

geldboete
arbeidsveiligheid
arbeidsinspectie

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
23/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6399 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het kader van de wet op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk zijn de werkgevers verplicht de risico's in hun onderneming te evalueren.

Die verplichting is vervat in een Europese richtlijn die in België werd omgezet in de bovengenoemde wet betreffende het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk en in een reeks uitvoeringsbesluiten. Elke werkgever moet dus de preventie methodisch aanpakken, rekening houdend met het soort activiteit en de specifieke risico's die zich kunnen voordoen.

Als een werkgever die verplichtingen niet naleeft, kan de wet strafsancties of administratieve geldboetes opleggen.

Het zou echter te lang duren vooraleer de arbeidsrechtbanken een uitspraak doen, ze zouden geen strafrechtelijke vervolgingen instellen en alleen administratieve boetes opleggen.

Er zou te veel tijd verlopen tussen het proces-verbaal en het eindvonnis en het gevolg dat daaraan gegeven wordt door de rechtbank of de studiedienst van de FOD WASO (directie van de administratieve geldboeten).

Om dat probleem te verhelpen zouden de inspectiediensten onmiddellijk moeten kunnen optreden, zoals dat het geval is voor andere wetgevingen.

Ik heb dan ook de volgende vragen:

1) Kan een dergelijke aanpak in overweging worden genomen voor de inbreuken op de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk?

2) Beschikt u over bijkomende informatie in verband met de bovengenoemde vervolgingen met betrekking tot het welzijn van de werknemers?

Antwoord ontvangen op 23 juli 2012 :

  1. Eerst en vooral wil ik het geachte lid wijzen op het wettelijke systeem met betrekking tot de gerechtelijke en administratieve vervolging van inbreuken op het sociaal strafrecht.

    In artikel 72 van het sociaal strafwetboek is bepaald dat, in geval van inbreuken vastgesteld door een sociaal inspecteur, het openbaar ministerie aan de bevoegde administratie een kennisgeving bezorgt van zijn beslissing om al dan niet strafvervolging in te stellen, het verval van de strafvordering door het betalen van een geldsom of bemiddeling in strafzaken voor te stellen of de in het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering in te stellen.

    Ingeval het openbaar ministerie strafvervolging instelt, dagvaardt het de inverdenkinggestelde voor de correctionele rechtbank (en niet voor de arbeidsrechtbank).

    Als het openbaar ministerie ervan afziet om strafvervolging in te stellen, het verval van de strafvordering door het betalen van een geldsom of bemiddeling in strafzaken voor te stellen of de in het Gerechtelijk Wetboek bedoelde burgerlijke vordering in te stellen, beslist de bevoegde administratie of de procedure van administratieve geldboete moet worden opgestart.

    De geadresseerde van de beslissing waarmee de bevoegde administratie een administratieve geldboete oplegt, kan beroep instellen bij de arbeidsrechtbank (artikel 583, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek).

    Hoewel de regels inzake bewijslast die gelden voor de strafrechtspleging van toepassing zijn in het kader van deze procedure voor de arbeidsrechtbank (artikel 87 van het Sociaal Strafwetboek), is de arbeidsrechtbank echter niet bevoegd om strafrechtelijke sancties uit te spreken.

  2. In de artikelen 44 tot 48 van het Sociaal Strafwetboek is voorzien in een aantal maatregelen die de sociaal inspecteur kan nemen om de gevaren voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers te voorkomen en om de gebreken of vormen van hinder veroorzaakt door die gevaren te bestrijden of weg te werken.

    Zo kan de sociaal inspecteur:

  1. Vooral met betrekking tot de door de werkgever uit te voeren evaluatie van de risico's in het bedrijf, is deze verplichting bepaald in artikel 5 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en op grond van artikel 128 van het Sociaal Strafwetboek strafbaar met een sanctie van niveau 3, te weten een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 1 000 euro of een administratieve geldboete van 50 tot 500 euro, of met een sanctie van niveau 4 wanneer de inbreuk gezondheidsschade of een arbeidsongeval tot gevolg heeft gehad voor een werknemer, te weten een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar en een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6 000 euro, of een van die straffen alleen, of een administratieve geldboete van 300 tot 3 000 euro.

    Aangezien de arbeidsauditoraten niet over een uniforme informatisering beschikken, is het niet mogelijk om cijfers te verstrekken over de strafrechtelijke vervolgingen op grond van deze bepalingen.

    De dienst Administratieve boetes van het ministerie van Werk kan evenwel de cijfers over de administratieve vervolgingen ter zake verschaffen.