Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6390

van Louis Ide (N-VA) d.d. 31 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De openbaarheid van bestuur (IVF-centra)

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
bevruchting in vitro
ziekenhuis
medische gegevens
infectieziekte
openbaarheid van het bestuur
volksgezondheid
toegang tot de informatie
consumentenorganisatie

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
6/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2278

Vraag nr. 5-6390 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele weken geleden bracht ik de minister, middels vraag om uitleg 5-2140, op de hoogte van het feit dat er vandaag bij het FAGG rapporten worden opgevraagd over centra die actief zijn in het domein van weefsels en bloed. In casu vraagt men hier zeer selectief naar rapporten over een bepaald ivf-centrum. Op mijn vraag of de minister hier weet van had, werd geantwoord dat pas zeer recent een vraag tot inzage van een rapport met betrekking tot een ivf centrum werd ontvangen en dat mijn vraag dus nog niet kon worden beantwoord .

Intussen zijn we enkele weken verder en had ik graag een stand van zaken gekregen.

1) Weet de minister reeds wie het rapport inzake een bepaald ivf-centrum heeft opgevraagd bij het FAGG? Zo ja, wie?

2) Wat is de stand van zaken in deze aanvraagprocedure?

3) Gaat de minister ermee akkoord dat dit rapport niet mag gegeven worden en wel omwille van de redenen zoals aangehaald in het dossier Test-Aankoop (namelijk dat de openbaarmaking van de gegevens niet opweegt tegen de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden)?

4) Mag ik ervan uitgaan dat het dossier niet vrij gegeven wordt?

Antwoord ontvangen op 6 juli 2012 :

  1. Ik heb in het kader van uw vraag informatie opgevraagd bij het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG), die dit dossier autonoom heeft behandeld. Ik ben op de hoogte van de identiteit van de verzoeker, maar ik ben van mening dat het niet aangewezen is om deze te melden en dit om volgende reden: Bij de behandeling van een aanvraag tot openbaarheid speelt immers de identiteit of hoedanigheid van de verzoeker in principe geen rol. Eenieder geniet een, overigens ook grondwettelijk gewaarborgd, recht op toegang tot bestuursdocumenten. Conform de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, is ook geen belang vereist, behalve indien de aanvraag betrekking heeft op documenten van persoonlijke aard.

  2. Net als alle andere aanvragen tot openbaarheid die het FAGG, als administratieve overheid, ontvangt, werd deze aanvraag behandeld conform de bepalingen van de wet. Na een grondig onderzoek van de gevraagde inspectieverslagen in het licht van de wettelijk opgesomde uitzonderingsgronden waarbij bepaalde gegevens (persoonsgegevens, …) werden weggelaten, werden deze documenten aan de verzoeker bezorgd. Zoals geantwoord op uw eerdere vraag over hetzelfde onderwerp, is deze handelswijze conform de wet, de rechtspraak en de adviezen van de commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten.

  3. Voor wat uw derde vraag betreft, verwijs ik naar mijn antwoord op uw eerdere vraag, en herhaal ik dat de redenering uit het Test-Aankoop-dossier niet kan worden toegepast op voorliggende zaak. Het dossier Test-Aankoop had immers betrekking op informatie die afkomstig was van de ziekenhuizen zelf. Er werd geoordeeld dat de openbaarmaking mogelijks aanleiding zou geven tot onderrapportering en zo nefaste gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid. Zoals al eerder meegedeeld, zijn deze opgevraagde inspectieverslagen afkomstig van het FAGG zelf. Deze verslagen hebben betrekking op vaststellingen gedaan door inspecteurs van het FAGG in het kader van de controle op de naleving van de vigerende wettelijke bepalingen en kwaliteitsnormen die van toepassing zijn op het betrokken In vitro fertilisation (IVF)-centrum.

    Tot slot wens ik te beklemtonen dat het recht op openbaarheid van bestuur het principe is, en de weigering van openbaarmaking de uitzondering, die van strikte interpretatie is.