Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6360

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 31 mei 2012

aan de minister van Werk

Het uitbetalen van een vergoeding aan niet-stakende werknemers

staking
stakingsrecht

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
11/12/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2149

Vraag nr. 5-6360 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Na de staking van 30 januari jl. zou de directie van LIDL een bedankingsbrief gestuurd hebben aan de werknemers die wel gewerkt hebben, samen met een geschenkbon van 20 euro. In de praktijk had LIDL aan werknemers van de centrale zetel, van de depots of van de mobiele ploeg gevraagd om de stakers te vervangen.

Er zijn nochtans wettelijke bepalingen die werkgevers verbieden om stakende werknemers “om te ruilen” voor andere werknemers. Men denkt hierbij vooral aan uitzendkrachten.

Is het niet in strijd met de wettelijke bepalingen over het verbod tot vervanging van stakende werknemers om aan een andere werknemer te vragen de plaats van een staker in te nemen, en hem daarvoor te vergoeden met een aankoopbon om hem te bedanken voor zijn trouwe diensten? Kan de aankoopbon gelijkgesteld worden met een bezoldiging? Zo ja, moet LIDL daarop bijdragen betalen?

Antwoord ontvangen op 11 december 2012 :

Volgens een vaste rechtspraak kan deelname aan een staking in beginsel tot geen andere “sanctie” aanleiding geven, dan het niet betalen van de niet gepresteerde uren.

Anderzijds heeft een werknemer die niet deelneemt aan de staking in principe recht op loon voor zijn prestaties.

Een verdergaand onderscheid in behandeling is in principe niet geoorloofd.

De praktijk die erin bestaat de werkwilligen of de kandidaat-stakers te stimuleren om niet deel te nemen aan de staking door hen een extra financieel voordeel toe te kennen is erg omstreden. Men kan immers oordelen dat de syndicale vrijheid of het grondrecht op collectieve actie te sterk wordt ingeperkt wanneer er een positieve discriminatie is tegenover de niet-stakers.

Bovendien zou een dergelijke praktijk kunnen worden beoordeeld als een ongeoorloofde discriminatie omwille van syndicale overtuiging.

Het comité voor de verenigingsvrijheid van de Internationale Arbeidsorganisatie (AIO) te Genève heeft in zijn administratieve rechtspraak reeds meermaals soortgelijke praktijken waarbij financiële voordelen werden voorbehouden aan niet-stakers, veroordeeld als strijdig met Verdrag nr.87. Dit verdrag dat ook door België bekrachtigd werd is een van de fundamentele verdragen van de IAO en beschermt de verenigingsvrijheid en het recht om zich te organiseren.

Zelfs indien dergelijke premies voor niet-stakers niet vooraf waren aangekondigd, maar enkel achteraf werden gegeven, is het niet uitgesloten dat er een invloed is op het recht op collectieve actie en op de deelname aan eventuele toekomstige acties, daar dit verwachtingen oproept, zodat de net genoemde bedenkingen toch blijven gelden.

Voor wat de tewerkstelling tijdens een staking betreft, zijn enkel een beroep op uitzendkrachten (cfr. CAO58 van de Nationale Arbeidsraad) en de vervangingscontracten (cfr. art. 11ter Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten) ongeoorloofd om een stakende werknemer te vervangen.

Er bestaat echter geen juridisch verbod om nieuwe medewerkers aan te werven via een overeenkomst van bepaalde duur of om een beroep te doen op “onderaannemers “.

Een geschenkbon die een werkgever aanbiedt aan zijn werknemers, omdat ze stakende werknemers hebben vervangen, moet in elk geval worden beschouwd als een compensatie voor het werk dat ze hebben geleverd in het kader van de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst en moet dus worden gezien als een loon dat is onderworpen aan de normale sociale bijdragen.