Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-631

van Helga Stevens (N-VA) d.d. 18 december 2010

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Noodoproepen - Kwaliteit - Statistieken

eerste hulp
telefoon
mobiele telefoon
mobiele communicatie

Chronologie

18/12/2010Verzending vraag
21/6/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-632

Vraag nr. 5-631 d.d. 18 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het rapport van de Europese Communications Committee van juli 2009 met als titel "Implementation of the European emergency number 112 - Results of the second data-gathering round (January 2009)" verschaft vergelijkende informatie over de kwaliteit van de behandeling van noodoproepen in de landen van de Europese Unie. Vier aspecten komen in het rapport aan bod:

a. onsuccesvolle oproeppogingen ("unsuccessful call attempts");

b. opstarttijd voor de oproep ("call set-up time ");

c. antwoordtijd op oproepen ("response time to emergency calls");

d. oproepen in vreemde talen ("calls in foreign languages").

Vreemd genoeg bevat het rapport geen informatie over de Belgische situatie met betrekking tot deze vier aspecten. Nochtans bevat het rapport wel Belgische gegevens wanneer het over andere thema's gaat.

Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:

1) Hoe verklaart de minister dat het genoemde rapport geen gegevens bevat over België op het vlak van de kwaliteit van het behandelen van noodoproepen?

2) Graag kreeg ik de volgende gegevens inzake de kwaliteit van de behandeling van noodoproepen in België:

a. Hoeveel bedraagt het percentage van de onsuccesvolle oproeppogingen? Is deze berekening gebaseerd op effectieve metingen (zo ja, gedurende welke periode) of gaat het om een schatting? Kan er een onderscheid gemaakt worden tussen oproeppogingen via een vast, respectievelijk een mobiel toestel?

b. Welke is de gemiddelde opstarttijd voor een noodoproep? Is die berekening gebaseerd op effectieve metingen (zo ja, gedurende welke periode) of gaat het om een schatting? Kan er een onderscheid gemaakt worden tussen oproepen via een vast, respectievelijk een mobiel toestel?

Antwoord ontvangen op 21 juni 2011 :

Het onderwerp van de vragen betreffen de werking van de beheerscentrales van de noodoproepen welke de noodoproepen naar de noodnummers 100 en 112 behandelen. Deze beheerscentrales behoren tot de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken.

Ik dien voor een antwoord op haar vragen te verwijzen naar mijn collega.