Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6004

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 30 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De vermelding van het nummer van "Tabakstop" op pakjes roltabak

tabaksindustrie
nicotineverslaving
etiketteren
kanker

Chronologie

30/3/2012Verzending vraag
25/4/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1920

Vraag nr. 5-6004 d.d. 30 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ondanks vele twijfels over het nut, de effecten en de heikele kosten-batenverhouding van vele preventieacties, komt er soms verrassend maar verheugend nieuws. Sinds 1 januari 2011 vermelden pakjes sigaretten het telefoonnummer en de webstek van Tabakstop: een primeur in de EU. Deze maatregel scoorde opzienbarende maar positieve gevolgen. Het aantal telefonische oproepen steeg met 66% tot bijna 15.000 en de bezoeken aan de webstek namen met 50% toe. De Stichting Tegen Kanker vindt deze resultaten schitterend en stelt meteen voor om dezelfde vermeldingen te verplichten op pakjes roltabak. Blijkbaar bieden die pakjes heel weinig plaats en zou dat de reden zijn dat de vermeldingen nog niet verplicht werden. De entourage van de minister reageerde positief op dit voorstel. Dit is niet verbazingwekkend, want de vermelding op pakjes kan misschien een even succesvol effect scoren voor roltabak.

Bevestigt de minister haar intenties om de vermelding van het telefoonnummer en het webestekadres - zoals sinds 2011 verplicht op pakjes sigaretten - ook verplicht te maken op pakjes roltabak? Zo ja, wanneer zal die maatregel van kracht worden en vanaf wanneer zullen de pakjes roltabak verkocht in België die vermelding dragen? Koestert de minister nog andere plannen of projecten met een ontradend effect op het roken van tabak? Wordt er over deze maatregelen overlegd met voor preventie bevoegde collegae van de gemeenschappen? Tot welke resultaten of afspraken leidde dit overleg? Welke sterktes maar ook zwaktes ondervindt de minister in een samenwerking op dit terrein met de gemeenschappen?

Antwoord ontvangen op 25 april 2012 :

In het kader van de werelddag tegen kanker heb ik inderdaad bevestigd dat ik het tabakstoplijn ook op pakjes roltabak wil laten vermelden.

Ik heb mijn administratie gevraagd om het nodige te doen teneinde een wijziging voor te bereiden van het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten. Dat besluit zal ook door mijn collega's, de minister van Economie en de minister van Middenstand, KMO, Zelfstandigen en Landbouw moeten worden meeondertekend. Vervolgens zal men het ministerieel besluit van 28 mei 2009 tot vastlegging van gecombineerde waarschuwingen voor alle in de handel gebrachte verpakkingseenheden van sigaretten moeten vervolledigen, opdat dit besluit ook op roltabak van toepassing zou zijn.

De industrie zal een overgangsperiode genieten om zich naar die nieuwe bepaling te schikken (een inwerkingtreding op 1 januari 2014 lijkt redelijk).

Om het roken efficiënt te bestrijden, moeten we op verschillende gebieden onderling samenhangende en geleidelijke maatregelen nemen. Het vermelden van het nummer van de tabakstoplijn is er één van.

Er bestaan nog andere instrumenten, zoals de neutrale verpakking of “plain packaging”.

Zowel tijdens de discussies over de Kaderovereenkomst over de strijd tegen het roken van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) als tijdens de discussies in december 2009 over de aanbeveling van de Raad betreffende een rookvrije omgeving heeft België het idee van een neutrale verpakking al gesteund.

Ik heb al verschillende keren gezegd dat ik voorstander ben van een dergelijke maatregel, maar dat we die maar op nationaal vlak kunnen concretiseren indien de toekomstige nieuwe Europese richtlijn dat op zijn minst toestaat.

Het spreekt voor zich dat parallel met de maatregelen die op federaal vlak worden genomen de gemeenschappen een efficiënt preventiebeleid moeten voeren. In de beleidscel Gezondheidsbeleid Drugs (werkgroep in de Algemene Cel Drugbeleid) stemmen de verschillende gefedereerde entiteiten hun beleid op elkaar af. Andere samenwerkingsverbanden zijn eveneens essentieel. Mijn controlediensten onderhouden contacten met de lokale besturen en geven ze regelmatig informatie over de toepassing van de wetgeving op het rookverbod. In het kader van bepaalde controles wordt ook een beroep gedaan op de steun van de politiediensten.