Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5968

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 23 maart 2012

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Aanvullend pensioenstelsel - Groepsverzekering en pensioenfonds - Bijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) - Centrale gegevensbank

aanvullend pensioen
pensioenregeling
levensverzekering
sociale bijdrage

Chronologie

23/3/2012Verzending vraag
24/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5968 d.d. 23 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Bij een groepsverzekering of een pensioenfonds in een aanvullend pensioenstelsel moet op de door de werkgever gestorte bedragen een bijzondere werkgeversbijdrage worden betaald aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).

Die bijdrage bedraagt 8,86 % op het aandeel van de werkgever.

Wanneer de RSZ geen aangifte en betaling krijgt, kunnen er sancties worden opgelegd : een verhoging van het verschuldigde bedrag met 10% en een verwijlinterest van 7% per jaar.

Er zou zeer binnenkort een centrale gegevensbank voor deze pensioenpijler ter beschikking zijn.

Wanneer zal die centrale gegevensbank voor de tweede pijler effectief in werking treden? Zal het systeem worden geëvalueerd? Is er een raming gemaakt om te weten welke bedragen ontweken zijn inzake bijdragen verschuldigd op aanvullende pensioenen?

Antwoord ontvangen op 24 mei 2012 :

Gelieve hieronder de elementen van antwoord op uw vragen te vinden. 

De databank over de aanvullende pensioenen (DB2P) is reeds in werking sinds vorig jaar. De opstart gebeurt evenwel gefaseerd en er wordt verwacht dat de laatste fase in ten laatste 2015 wordt gerealiseerd. Voor wat betreft de gegevens die nodig zijn voor de controle op de betaling van de bijdrage van 8,86 % is het zo dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) reeds eind 2011 een eerste gegevensbestand vanuit de databank aanvullende pensioenen ontvangen heeft. 

Zeker in deze opstartperiode wordt er eigenlijk een permanente evaluatie toegepast. Elk concreet gebruik van de databank levert feedback op die nuttig is voor het beoordelen van de kwaliteit van het geleverde werk en van de opgeladen gegevens. 

Na een eerste kruising van de Sigedis-data over aanvullende pensioenen met de RSZ-data uit de kwartaalaangifte (DmfA) over de betaalde bijdragen, werd er vastgesteld dat er een verschil ten voordele van de RSZ was van 44 miljoen euro tussen de reëel betaalde bijdragen en de verwachte ontvangsten. Het is echter in dit stadium nog niet mogelijk om met 100 % zekerheid te zeggen of dat om niet betaalde bijdragen gaat, dan wel of er een achterliggend probleem is met de brondata. Zoals gezegd maken dergelijke analyses deel uit van de kwaliteitsanalyse die in deze opstartfase permanent gemaakt wordt. 

Daar staat dan weer wel tegenover dat een reeks situaties in het eerste jaar nog van aangifte vrijgesteld waren, zodat het gemeten verschil sowieso enkel op een deel van de aanvullende pensioenen slaat. Het is op dit moment niet mogelijk om te zeggen of het gemeten verschil mag geëxtrapoleerd worden naar de ganse markt van de aanvullende pensioenen. 

De eerste matching DB2P/DmfA heeft ertoe geleid dat de RSZ 147 werkgevers geselecteerd heeft met een groot bedrag aan niet-betaalde bijdragen voor een potentieel totaal van 21 800 000 euro. Een aantal van deze werkgevers heeft intussen een rechtzetting gedaan voor een totaal bedrag van 2 miljoen euro. Andere werkgevers hebben argumentatie aangebracht die nog moet onderzocht worden door de RSZ.  Voor de werkgevers die niet gereageerd hebben binnen de voorziene termijn, zal een ambtshalve rechtzetting uitgevoerd worden in de eerste helft van mei.

Begin juni zal een nieuwe golf van brieven verstuurd worden naar werkgevers die een minder hoog bedrag verschuldigd zijn.

De budgettaire impact van deze eerste matching zou eind 2012 moeten beschikbaar zijn.