|
|
Dienst voor gespecialiseerde opdrachten in het militair milieu (DJMM) - Werking
officiële statistiek
geografische spreiding
militaire rechtspraak
gerechtelijk onderzoek
krijgsmacht
gerechtelijke politie
gerechtskosten
| 22/3/2012 | Verzending vraag |
| 16/5/2012 | Antwoord |
Het nagestreefde doel bij de oprichting en nadien het behoud van de federale gerechtelijke politie in het militaire milieu, was de actie van het Militair Gerecht te vergemakkelijken. Evenwel werden de militaire rechtscolleges intussen afgeschaft. Sindsdien worden de onderzoeken in het militair milieu geleid door de gewone parketten. Momenteel telt de DJMM vier onderscheiden entiteiten : de directie gevestigd te Brussel, en drie secties gevestigd te Brussel, Luik en Gent.
De algemene directie gerechtelijke politie (DGJ) heeft onder andere tot taak de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten in militair milieu die aan de DJMM worden toevertrouwd. Zij hebben betrekking op :
- Feiten gepleegd door militairen;
- Misdrijven bedoeld in het militair strafwetboek;
- Ernstige en complexe misdaden en wanbedrijven die gepleegd worden in militair milieu of naar aanleiding van de dienst.
Teneinde de werking van deze dienst te kaderen in het opsporingsonderzoek en zijn actoren, had ik graag antwoord op volgende vragen:
1) Hoeveel keer wordt deze dienst gevat per jaar, en dit sinds 2005? Hoe zit de geografische spreiding (arrondissementeel/provinciaal)?
2) Kan dit uitgesplitst worden per soort tussenkomst, zoals hierboven beschreven?
3) Zijn er aan deze tussenkomsten kosten verbonden in het kader van een gerechtelijk onderzoek? Worden deze aangerekend als gerechtskost?
4) Kunt u duiding geven over de samenstelling van deze dienst wat personeel betreft, hun opleiding en hun taalrol?
5) Wat is het budget van deze dienst onderverdeeld in personeelskosten, werkingskosten en investeringen? Graag een overzicht per jaar sinds 2005.
Algemeen kader.
Het nagestreefde doel bij de oprichting en nadien het behoud van de federale gerechtelijke politie in het militaire milieu was de actie van het Militair Gerecht te vergemakkelijken. Op 1 januari 2004 werden de militaire rechtscolleges afgeschaft. Sindsdien worden de gerechtelijke onderzoeken in het militaire milieu geleid door de gewone parketten.
De DGJ heeft onder andere tot taak de uitvoering van gespecialiseerde gerechtelijke opdrachten in militair milieu. (Art. 15-5° - KB van 14-11-2006), die aan DJMM wordt toevertrouwd. De onderzoeken die vanaf 1 januari 2004 aan DJMM kunnen toevertrouwd worden zijn deze die betrekking hebben op:
feiten gepleegd door militairen (of gelijkgestelden) in dienst in het buitenland…
misdrijven bedoeld in het Militair Strafwetboek behalve het systematisch opsporen en interpelleren van deserteurs…
ernstige en complexe misdaden en wanbedrijven, voorzien door het gewone Strafwetboek of de bijzondere wetten, wanneer ze gepleegd werden in militair milieu of naar aanleiding van de dienst. (COL 17/2003).
Om het goede verloop van dergelijke onderzoeken te waarborgen, is namelijk gebleken dat het van primordiaal belang was de expertise te bewaren die de leden DJMM in de loop van meer dan vijftig jaar hebben verworven tijdens de uitvoering van onderzoeken in het specifieke milieu van de Strijdkrachten. De specificiteit van de delinquentie in militair milieu verantwoordde het behoud van de specialiteit van deze dienst ten einde deze expertise ter beschikking te stellen van het geheel van de Parketten.
Het was eveneens belangrijk om hun beschikbaarheid te blijven waarborgen om deel te nemen aan specifieke opdrachten in militair milieu (begeleiding van de Belgische troepen in het buitenland. In dit kader levert DJMM het nodige personeel voor de inzet van de mobiele gerechtelijke interventieploegen. Indien de “ mobiele gerechtelijke interventieploegen (MGIP) “ niet meer onder dezelfde vorm bestaan zoals ze destijds werden georganiseerd door de heer auditeur generaal bij het Militair Hof, de bevoegdheid toegekend aan de heer federaal procureur inzake feiten gepleegd door militairen in het buitenland, ingevolge artikel 144quinquies van het Gerechtelijk Wetboek, verantwoordt daarentegen het behoud van een politie structuur in staat om onderzoeken uit te voeren op alle plaatsen waar Belgische troepen zijn ontplooid.
Momenteel telt DJMM vier onderscheiden entiteiten: de directie gevestigd te Brussel en drie secties gevestigd te Brussel, Gent en Luik.
Vraag 1.
Twee aspecten zullen hier aangekaard worden: enerzijds de vorderingen van DJMM door de parketten en anderzijds de opdrachten in het buitenland (MGIP).
Vorderingen van de gewone parketten.
De tabel hieronder herneemt het aantal vorderingen (kantschriften) dat DJMM van de parketten heeft ontvangen tijdens de referentie periode 2005-2011. Deze tabel is gerangschikt per arrondissement en per jaar.
Op jaarbasis heeft DJMM gemiddeld 401 vorderingen van de parketten ontvangen.
Globaal gezien waren 80,5 % van de vorderingen afkomstig van zes parketten, namelijk:
het Federaal parket,
het parket van de Procureur des Konings van Brussel,
het parket van de Procureur des Konings van Marche-en-Famenne,
het parket van de Procureur des Konings van Brugge,
het parket van de Procureur des Konings van Leuven,
het parket van de Procureur des Konings van Luik.
Opdrachten in het buitenland (MGIP).
De tabel hieronder herneemt het aantal opdrachten (MGIP) welke DJMM heeft uitgevoerd tijdens de referentie periode 2005-2011. De planning van deze opdrachten gebeurde in nauw overleg tussen het Federaal parket, Defensie en de federale gerechtelijke politie.
Tijdens de referentieperiode hebben de mobiele gerechtelijke interventieploegen (MGIP) van DJMM deelgenomen aan 186 opdrachten in het buitenland (gemiddeld 27 opdrachten op jaarbasis), waarvan 133 opdrachten in het kader van operaties (KFOR, ISAF, UNIFIL, ATALANTA…) en 53 opdrachten in het kader van kamp- en oefenperiodes van het Belgische leger hoofdzakelijk in West Europa. De deelname van DJMM aan dergelijke opdrachten is aan het dalen sinds 2010.
Dit betekende hier 5 995 prestatiedagen in het buitenland (gemiddeld 856 prestatiedagen op jaarbasis). Tijdens hun verblijf in het buitenland hebben de MGIP 546 gerechtelijke dossiers geïnitieerd (gemiddeld 78 nieuwe dossiers op jaarbasis).
Vraag 2.
De behouden statistieken op niveau DJMM laten ons niet toe deze gegevens uit te splitsen per soort tussenkomst.
Buiten zeer uitzonderlijke gevallen hadden de onderzoeken die aan DJMM toevertrouwd werden betrekking tot ofwel feiten gepleegd door militairen of gelijksgestelden, ofwel feiten waarvan deze slachtoffers waren, dit zowel in België als in het buitenland.
Het plegen van bepaalde feiten, met als voorbeeld een verduistering, kunnen tegelijkertijd een inbreuk vormen aan het militaire strafwetboek (Art 54) en aan het gewone strafwetboek (Art 240).
Vraag 3.
De tussenkomsten van DJMM tijdens de periode 2005-2011 vielen binnen het gewone bevoegdheidsdomein van deze dienst en er waren geen kosten verbonden aan deze tussenkomsten. De tussenkomsten van DJMM werden nooit als gerechtskost aangerekend, behalve in het kader van uitvoering van internationale rogatoire commissies; in dit laatste geval worden de reis- en logementkosten als gerechtskosten aangerekend.
Vraag 4.
De tabel hieronder herneemt de personeelsformatie (PF2Ter van 2009), de actuele effectieven van DJMM op datum van 01-04-2012 en de taalrol van haar personeelsleden.[2].
Het verschil tussen de personeelsformatie PF2Ter en de actuele effectieven van DJMM zijn het gevolg van de politiehervorming (onder andere aanstellingen in een hogere graad, opleidingen Vesalius Bis en benoemingen in een hogere graad…).
Volgens de personeelsformatie PF2Ter moet DJMM negentien leden telen; momenteel is een bediening F vacant en DJMM telt pas achttien leden, waarvan negen Nederlandstaligen en negen Franstaligen. Van die achttien leden, zijn er drie drietaligen, acht tweetaligen en zeven eentaligen.
Zoals voor ieder lid van de federale gerechtelijke politie moeten de leden van DJMM de functionele gerechtelijke vorming hebben gevolgd. Daarnaast moeten zij eveneens de voortgezette vormingen volgen. Indien punctuele noodzaken het vereisen krijgen zij eveneens specifieke opleidingen, zoals bij voorbeeld een interne vorming over de nieuwe wetgeving over de bestrijding van de piraterij in volle zee.
Vraag 5.
De budgetten per directie of per dienst van de federale gerechtelijke politie zijn niet beschikbaar.
[1] CP (commisaire - commissaris), ASS (assistant CALog niveau C - assitent CALog niveau C), HIP (hoofdinspecteur), INP (inspecteur)
[2] CP (commisaire - commissaris), ASS (assistant CALog niveau C - assitent CALog niveau C), HIP (hoofdinspecteur), INP (inspecteur)