Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5914

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 maart 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

De vluchtelingen in Libië

Libië
vluchteling
UNHCR

Chronologie

19/3/2012Verzending vraag
2/4/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1688

Vraag nr. 5-5914 d.d. 19 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een rapport vraagt Amnesty International aan de EU-lidstaten om hun verantwoordelijkheid op te nemen en vluchtelingen uit Libië een veilige thuishaven te bieden. Amnesty bekritiseert de passieve houding van Europese overheden tegenover de vluchtelingencrisis.

Begin dit jaar leefden duizenden door de VN erkende vluchtelingen in Libië. Ze woonden er of waren er op doortocht. Oorspronkelijk allemaal mensen op de vlucht voor vervolging en geweld in hun eigen land, vooral Eritrea, Ethiopië, Somalië en Soedan. Toen in februari in Libië het conflict in alle hevigheid losbarstte, moesten ze opnieuw vluchten. Ongeveer 5.000 mensen belandden in Tunesische of Egyptische vluchtelingenkampen. Daar trachten ze te overleven in mensonwaardige omstandigheden, zonder perspectief. In Tunesië en Egypte kunnen ze niet blijven en een terugkeer naar hun eigen land lijkt helemaal uitgesloten. In Libië vinden ze evenmin de nodige bescherming.

De uitzichtloze situatie drijft een deel van deze mensen ertoe om terug te keren naar Libië en de riskante oversteek naar Europa te wagen. Door wanhoop gedreven stierven naar schatting 1.500 mensen op zee sinds het begin van het conflict. De enige veilige uitweg voor deze mensen is hervestiging en dit houdt in dat ze als erkend vluchteling een nieuwe thuis krijgen in een ander land.

De VS, Canada en Australië leverden inspanningen om vluchtelingen uit Libië te hervestigen. De EU-lidstaten hinken echter achterop. Slechts acht Europese landen boden amper 700 plaatsen aan.

Amnesty vraagt terecht aan de EU-landen om meer inspanning te leveren voor deze mensen in urgente nood. Europa draagt bovendien een bijzondere verantwoordelijkheid, want verschillende Europese landen hebben door hun deelname aan NAVO-operaties in Libië mee deze vluchtelingenstroom veroorzaakt.

Ook België moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. Tot nu toe besliste ons land om 26 - zesentwintig! - vluchtelingen uit Libië uit te nodigen. Dit is een belangrijke eerste stap, maar België kan en moet meer doen.

Erkent de staatssecretaris de verantwoordelijkheid van België en de EU in deze aangelegenheid? Erkent de staatssecretaris dat deze problematiek eveneens essentieel is voor een duurzame oplossing van het Libië in een post-Kadhafitijdperk? Overweegt de staatssecretaris initiatieven op Europees niveau voor gezamenlijke maatregelen aangaande een efficiënte organisatie van de opvang van deze vluchtelingen binnen Europa? Is de Belgische regering bereid om de bestaande ad hoc initiatieven te bestendigen en een structureel hervestigingsprogramma in te voeren?

Antwoord ontvangen op 2 april 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Ik ben er mij terdege van bewust dat de situatie van vluchtelingen voornamelijk afkomstig uit Sub-Sahara Afrika, die in Libië of in Tunesische of Egyptische vluchtelingenkampen aan de Libische grens verblijven, bijzonder schrijnend is. In zijn recentste updates ziet het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) enige verbetering na de overwinning op het Kadhafi-regime, maar stelt verder dat de situatie bijzonder precair blijft. Op korte termijn is een terugkeer naar Libië voor de vluchtelingen in Tunesië en Egypte niet mogelijk en voor een belangrijk deel onder hen, ongeveer 5 000, is volgens UNHCR hervestiging de enige duurzame oplossing.

Ik deel uw mening dat Europa substantieel meer kan gedaan worden. Ik pleit er voor meer belang te hechten aan bescherming in de regio en de Regionale beschermingsprogramma’s (RPP) op Europees niveau - met een focus op bescherming – verder te ontwikkelen. Europa heeft echter ook al een heel aantal initiatieven genomen, zoals de ontwikkeling van een RPP in Noord-Afrika (Libië, Tunesië en Egypte), met een belangrijke hervestigingscomponent. De Europese Commissie heeft lidstaten ook aangemoedigd hervestigingsplaatsen aan te bieden voor vluchtelingen ex-Libië en heeft hier ook financiële stimulansen voor voorzien. Verder pleit de Commissie ook voor de ontwikkeling van een gezamenlijk EU hervestigingsprogramma, een dossier dat lange tijd geblokkeerd was omwille van een institutioneel conflict tussen de Europese Raad en het Europese Parlement over het vaststellen van de jaarlijkse prioriteiten. Op dit ogenblik wordt er onderhandeld over een nieuw compromisvoorstel, een aanpak die wordt gesteund door België.

Het aanbieden van plaatsen voor hervestiging is en blijft echter een bevoegdheid van de lidstaten. België heeft naar aanleiding van de oproep van UNHCR en de Europese Commissie in maart 2011 zeer snel gereageerd en heeft vijfentwintig hervestigingsplaatsen aangeboden. België is hiermee één van de acht EU-landen die plaatsen heeft aangeboden. UNHCR schat het aantal nodige hervestigingsplaatsen op ongeveer 5 000 en heeft de EU-lidstaten meermaals gewezen op hun verantwoordelijkheid om meer plaatsen ter beschikking te stellen. Meer concreet vraagt UNHCR aan EU-lidstaten om 2 000 hervestigingsplaatsen ter beschikking te stellen. UNHCR heeft echter ook al verschillende keren haar waardering uitgesproken voor de Belgische bijdrage en in het bijzonder voor de snelheid van uitvoering: België was het eerste land wereldwijd dat effectief vluchtelingen ex-Libië vanuit Tunesië hervestigd heeft. Hiermee heeft ons land op een snelle en accurate wijze gereageerd op deze urgente noodsituatie.

In het regeerakkoord is opgenomen dat België, zoals andere lidstaten van de Europese Unie, met UNHCR zal deelnemen aan programma’s voor de terugkeer van vluchtelingen naar hun land van herkomst, de integratie van die vluchtelingen in het eerste opvangland of de hervestiging van vluchtelingen uit landen waar ze niet zonder gevaar voor hun veiligheid kunnen verblijven of er geen oplossing op lange termijn kunnen vinden. België heeft zich ook geëngageerd om het hervestigingsdossier op Europees niveau te steunen. Ons land neemt dus concrete actie, maar moet dit doen binnen de mate van het mogelijke. Ik hoef u de huidige asiel- en opvangcrisis niet in herinnering brengen.