Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5692

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 23 februari 2012

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Uitkeringsfraude - Valse C4-documenten - Nepbedrijven - Onterecht uitgekeerde bedragen - Recuperatie

ontslag
zwartwerk
ziekteverzekering
werkloosheidsverzekering
gezinsuitkering
fraude
sociale uitkering
georganiseerde misdaad
valsheid in geschrifte
officiële statistiek

Chronologie

23/2/2012Verzending vraag
27/4/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5692 d.d. 23 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het rapport van uw voorganger "Eén jaar coördinatie van de fraudebestrijding". Eén van de grote realisaties was het oprollen van 561 nepbedrijfjes die in het Brusselse valse C4-documenten verkochten. Hiermee zouden tot 20.000 mensen zich onterecht een werkloosheids- of ziekte-uitkering en kinderbijslag laten uitbetalen.

De strijd tegen deze vormen van sociale fraude is uiterst belangrijk daar deze fraude de solidariteit van onze sociale zekerheid ondermijnt. Fraudeurs moeten dan ook prioritair worden opgespoord.

Ik had graag accurate en recente cijfers bekomen over de C4-fraude en gelet op het belang van de strijd tegen de sociale fraude leg ik u volgende vragen voor:

1) Hoeveel netwerken en valse bedrijven zijn de laatste drie jaar opgerold en kunt u exacte cijfers geven voor 2009, 2010 en 2011? Hoe verklaart u deze evolutie?

2) Hoeveel afnemers van de nepbedrijven die valse C4-documenten uitschreven, zijn al geïdentificeerd en kunt u gedetailleerd weergeven hoeveel onterecht uitgekeerde werkloosheids- of ziekte-uitkeringen en kinderbijslagen al gerecupereerd zijn en dit voor de jaren 2009, 2010 en 2011? Meer specifiek had ik graag vernomen hoeveel mensen al opgespoord zijn alsook hoeveel bedragen respectievelijk zijn gerecupereerd inzake onterecht uitgekeerde werkloosheidsvergoedingen, ziekte-uitkeringen en kinderbijslagen ten gevolge de aangehaalde C4-fraudes en dit per jaartal voor de laatste drie jaar?

3) Hoeveel fraudeurs zijn vervolgd voor deze zeer nefaste fraude en kunt u in het bijzonder weergeven hoeveel afnemers van valse C4-documenten al een boete kregen en/of door het gerecht worden vervolgd en kunt u aangeven welke bijkomende sancties zij riskeren? Kunt u zeer gedetailleerd antwoorden?

4) Bent u tevreden met de bedragen die al gerecupereerd zijn van de mensen die via valse C4-documenten onterecht sociale uitkeringen ontvingen en kunt u dit uitvoerig toelichten? Zo neen, kunt u aangeven of er bijkomende middelen en/of personeelsleden zullen worden ingezet om de onterecht uitgekeerde bedragen te recupereren?

5) Kunt u uitvoerig aangeven hoe uw diensten te werk gaan om deze onterecht uitgekeerde uitkeringen te recupereren van de afnemers van valse C4-documenten alsook hoeveel personeelsleden worden ingezet om deze gelden te recupereren?

6) Kunt u aangeven of alle diensten goed samenwerken om al de onterecht uitgekeerde bedragen te recupereren van de afnemers van de valse C4-documenten en ervaart u "bottlenecks"?

7) Hebt u, al of dan bij benadering, zicht op het totaalbedrag dat door de overheid onterecht zou zijn uitgekeerd aan de afnemers van valse C4-documenten van de desbetreffende nepbedrijfjes en dit respectievelijk voor 2009, 2010 en 2011 en kunt u deze cijfers concreet toelichten? Zo neen, kunt u dit uitvoerig toelichten en aangeven wanneer u wel een duidelijk beeld zult hebben?

Antwoord ontvangen op 27 april 2012 :

Als antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen, heb ik de eer volgende inlichtingen mee te delen : 

1. a. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) 

Het aantal bedrijven dat jaarlijks het voorwerp heeft uitgemaakt van een onderzoek door deze Rijksdienst staat vermeld in onderstaande tabel, alsook het aantal bedrijven in overtreding (niet conform). Bepaalde bedrijven zijn via ingewikkelde constructies met elkaar verbonden. Een telling van het aantal “netwerken” is niet mogelijk. 

Jaar

Verdachte bedrijven

Onderzochte dossiers

Verdachte bedrijven

Dossiers niet-conform

Werknemers

Onderzochte dossiers

Werknemers

Dossiers niet conform

Werknemers

Aantal weken terugvordering

Werknemers

Terug te vorderen bedragen

2009

151

50

5 059

603

17 293

5 161 830

2010

133

45

631

490

14 196

2 823 513

2011

166

42

164

196 (*)

5 082

2 485 636

(*) inclusief met betrekking tot dossiers uit voorgaande jaren. 

Deze tabel leidt tot de volgende opmerkingen.

Vroeger was een werkloosheidsdossier voornamelijk samengesteld uit papieren documenten, met de mogelijkheid tot vervalsing door de werknemer of de werkgever.

Momenteel baseert de RVA zich, in het kader van de toelaatbaarheid van de werknemers, enkel op de gegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), het gaat in hoofdzaak om de multifunctionele aangifte (DMFA).

Deze papieren documenten worden enkel nog ingebracht om uitgevoerde prestaties ingevolge een recente en laatste tewerkstellingsperiode te staven.

De mogelijkheid tot fraude via de documenten is dus afgenomen, zoals het aantal effectief getelde gevallen van fraude in de loop van de laatste jaren. 

De RVA komt aan het einde van de fraudeketen en is dus ook aangewezen op informatie van de RSZ.

De fraude begint bij het aangeven van fictieve tewerkstellingen (Dimona en DMFA bij de RSZ) en zet zich dan verder in het opmaken van valse documenten gebaseerd op deze fictieve aangiften.

Wanneer de RSZ dergelijke fictieve tewerkstelling vaststelt, (dikwijls omwille van het feit dat een onderneming de bijdragen meerdere maanden niet betaalt) resulteert dit in een beslissing van niet-onderwerping aan de RSZ.

De RVA- net zoals de andere openbare instellingen van sociale zekerheid, die zich baseren op aangiften RSZ – herziet de behandelde dossiers. Eventueel reeds toegekende rechten worden ingetrokken, en ten onrechte uitgekeerde werkloosheidsvergoedingen worden teruggevorderd.

De RVA ontvangt, van de vernoemde diensten, gegevens met betrekking tot vermoedelijke fictieve tewerkstelling. Zij voert ook haar eigen onderzoeken door middel van een consultatie van databanken en de kruising van pertinente elementen. De diensten sporen ook valse documenten op tijdens het specifieke onderzoek van de aangiften in het kader van aanvraagdocumenten. 

1. b. Voor wat betreft het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) 

Het is op basis van verhoren en onderzoeken dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft kunnen aantonen dat verschillende vennootschappen geen activiteiten uitoefenden gedurende bepaalde periodes, dat er bijgevolg geen arbeidsovereenkomst kon zijn tussen de personen die onder hun identificatie bij de RSZ waren aangegeven en de betrokken vennootschappen en dat deze personen niet voor de frauderende vennootschappen konden hebben gewerkt. De RSZ heeft daarom besloten de onderwerping van alle zogenaamde werknemers bij deze vennootschappen teniet te doen. 

De beslissingen met betrekking tot deze vennootschappen werden aan de Dienst voor Administratieve Controle overgemaakt. Hier volgt een overzicht van het aantal betwistbare bedrijven vastgesteld in 2009, 2010 en 2011 en overgemaakt aan het RIZIV. 

 

2009

2010

2011

Aantal betwistbare bedrijven

131

146

159

1. c. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) 

Het eerste punt van de vraag is niet van toepassing op de kinderbijslagsector. 

2. a. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) 

Het aantal onderzoeken voor werknemers, tewerkgesteld door verdachte bedrijven, staat eveneens in tabel vermeld onder punt 1. a, evenals het aantal werknemers in overtreding, voor wie een administratieve sanctie en terugvordering werd opgelegd.

De ten onrechte uitbetaalde uitkeringen, die moeten teruggevorderd worden, staan vermeld in de laatste kolom. 

De RVA deelt de resultaten mee aan alle betrokken instellingen, die deze informatie meenemen in hun eigen beslissingen (Fonds voor Sluiting van Ondernemingen, RIZIV, RKW, enz.). 

2. b. Voor wat betreft het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) 

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal dossiers waarbij uitkeringsfraude op basis van valse C4- documenten en nepbedrijven werd vastgesteld en het onverschuldigd bedrag aan uitkeringen waarvoor een terugvordering werd opgesteld. 

Jaar

Dossiers uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid

Onverschuldigd bedrag uitkeringen

2009

186

2 158 713,33 euro

2010

99

1 002 223,12 euro

2011

48

803 769,10 euro

Voor wat betreft de reeds gerecupereerde bedragen zijn het de verzekeringsinstellingen die zijn belast met de concrete uitvoering van de verplichte ziekteverzekering, overeenkomstig artikel 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en artikel 3 van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen met inbegrip van het terugvorderen van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.

Het RIZIV heeft de nodige maatregelen genomen om alle terugvorderingen van de verzekeringsinstellingen in kaart te brengen zodat het totaal terug te vorderen bedrag kan worden geëvalueerd. 

Deze doelstelling zal worden gerealiseerd door het opstarten van een nieuwe elektronische gegevensstroom tussen de verzekeringsinstellingen en het RIZIV. Het is de bedoeling dat de gegevens van deze elektronische stroom op trimestriële basis en per individuele gerechtigde door de verzekeringsinstellingen aangeleverd zullen worden. 

2. c. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) 

De valse C4's hebben nauwelijks impact op de kinderbijslagsector.

Het recht op kinderbijslag kan immers op basis van verschillende socio-professionele situaties worden geopend : werk, werkloosheid, ziekte, invaliditeit, enz.

Verschillende personen kunnen bovendien volgens een bepaalde orde van voorrang kinderbijslag aanvragen: de vader, de moeder, andere gezinsleden, enz.

Dat brengt met zich mee dat de betrokkenheid bij het sociale fraudemechanisme in kwestie, al dan niet steunend op een valse C4, er niet noodzakelijk voor zorgt dat het recht op kinderbijslag verloren wordt. In de meeste gevallen kan een recht op kinderbijslag op een andere basis voor de andere ouder of een ander gezinslid worden geopend en moet er niet worden teruggevorderd. 

Bovendien kunnen in de andere gevallen de niet-uitkeringsgerechtigde volledig werklozen indien ze aan bepaalde voorwaarden voldoen specifiek recht hebben op kinderbijslag volgens de huidige wetgeving (artikel 56novies, Kinderbijslagwet Werknemers en koninklijk besluit van 25 februari 1994). In die gevallen wordt enkel het verschil tussen het verhoogd tarief en het gewoon tarief teruggevorderd. 

Doordat de werkloze frauderende rechthebbende in geen enkel geval zijn recht op kinderbijslag verliest, wordt het eventuele onverschuldigd bedrag van het verschil tussen het onverschuldigd verhoogd tarief en het gewoon tarief automatisch van de later verschuldigde bijslag afgehouden. 

3. a. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) 

De RVA beschikt niet over een systematische feedback over dossiers die aan het Arbeidsauditoraat worden overgemaakt en kan dus geen globale cijfers in verband met gerechtelijke vervolging meedelen.

Anderzijds kan de dienst Administratieve Geldboeten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg aan werkgevers een administratieve geldboete opleggen, in de gevallen waarin de Arbeidsauditeur beslist niet te vervolgen. De RVA beschikt niet over gedetailleerde cijfers over dit onderwerp. 

3. b. Voor wat betreft het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) 

In het koninklijk besluit van 10 januari 1969 tot vaststelling van de administratieve sancties die toepasselijk zijn op de rechthebbenden van de regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt bepaald dat hij die gebruik heeft gemaakt van een bescheid dat hij wist vals te zijn, evenals hij die zulk bescheid heeft doen opstellen of laten opstellen met als doel onverschuldigde prestaties van de verzekering te ontvangen, een administratieve sanctie opgelegd kan krijgen door de leidend ambtenaar van de Dienst voor administratieve controle. Sinds 12 juni 2010 zijn de bepalingen bedoeld in het koninklijk besluit van 10 januari 1969 vervangen door artikel 168quinquies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. In artikel 168quinquies, paragraaf 2 van de gecoördineerde Wet van 14 juli 1994 wordt expliciet aandacht besteed aan de uitsluiting van het recht op uitkeringen van sociaal verzekerden in het kader van uitkeringsfraude. 

Die administratieve sanctie bestaat uit de weigering van een aantal daguitkeringen, welke op basis van de ernst van de feiten wordt bepaald.

De leidend ambtenaar heeft in de jaren 2009, 2010 en 2011 op basis van de door de attachés sociaal inspecteurs van de Dienst voor administratieve controle opgestelde processen-verbaal de volgende sancties opgelegd : 

Jaar

Aantal sancties

Aantal geweigerde daguitkeringen

2009

63

9 137

2010

46

6 623

2011

49

5 786

Bovenstaande tabel is beperkt tot de sancties die specifiek gegeven werden naar aanleiding van uitkeringsfraude. 

3. c. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) 

Het derde punt van de vraag is niet van toepassing op de kinderbijslagsector. 

4. a. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) 

Zoals hierboven vermeld komt de RVA aan het einde van de fraudeketen en is hoofdzakelijk aangewezen op binnenkomende informatie van andere diensten. Aldus heeft de RVA zelf weinig impact op het aantal fraudedossiers. 

Het aspect fraudedetectie “Valse Documenten” is slechts één van de aspecten, die behandeld worden door de Fraudedectectiecel, opgericht bij de Centrale Controledienst van de RVA. De personeelsleden van deze detectiecel worden ingezet naargelang de behoeften voor de diverse aspecten in fraudedetectie. 

4. b. Voor wat betreft het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) 

Het is nuttig om te verwijzen naar het antwoord gegeven met betrekking tot de gerecupereerde bedragen. Het zijn de verzekeringsinstellingen die zijn belast met de concrete uitvoering van de verplichte ziekteverzekering, overeenkomstig artikel 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en artikel 3 van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. 

Wanneer uitkeringen of gezondheidszorgen ten onrechte betaald werden moeten de verzekeringsinstellingen de onverschuldigde bedragen terugvorderen overeenkomstig artikel 164 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, binnen de verjaringstermijn van artikel 174 van dezelfde wet. 

De verzekeringsinstelling dient alle ter beschikking staande middelen, rechtsmiddelen inbegrepen, aan te wenden om de terugbetaling te vorderen. (onder andere het uitvoeren van inhoudingen conform artikel 1410, paragraaf 4 van het Gerechtelijk Wetboek, aanvragen van een uitvoerbare titel bij de Arbeidsrechtbank om nadien loonbeslag te kunnen uitvoeren, enz.). 

4. c. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) 

Het feit dat in de meeste gevallen de eventuele onverschuldigde bedragen onmiddellijk teruggevorderd kunnen worden van de later verschuldigde kinderbijslag, ondervindt de kinderbijslagsector geen grote problemen bij de terugvordering van kinderbijslag, toch niet voor de valse C4’s. 

5. a. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) 

De procedure voor het recupereren van onterecht uitbetaalde uitkeringen voor valse C4-documenten is dezelfde als voor het recupereren van alle onterecht uitbetaalde uitkeringen. Er worden voor dit aspect geen afzonderlijke cijfers bijgehouden qua personeelsbezetting. 

5. b. Voor wat betreft het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) 

Hiervoor wordt verwezen naar het antwoord gegeven onder punt 4. b. 

5. c. Voor wat betreft de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) 

Het punt 5 van de vraag is niet van toepassing op de kinderbijslagsector. 

Voor wat betreft punt 6 van uw vraag, kan ik het geachte lid meedelen dat de samenwerking tussen de verschillende betrokken instellingen voor de bedrieglijke onderwerping en de valse C4’s zeer correct verloopt en gebeurt in synergie met de gerechtelijke overheden. Verschillende fraudeindicatoren werden op punt gesteld teneinde zo vlug als mogelijk frauduleuze ondernemingen van dit type op te sporen. 

Voor wat betreft punt 7 van uw vraag, het totaalbedrag dat vanuit de overheid onterecht zou zijn uitgekeerd aan de afnemers van valse C4-documenten kan bekomen worden door het samentellen van alle bedragen van de diverse betrokken sociale instellingen (RIZIV, RKW, RVA). 

Ik wil verduidelijken dat voor wat de RKW betreft, de impact van valse C4’s zeer miniem is omwille van de redenen uitgelegd in punt 2, er kan geen enkel bedrag worden gegeven voor deze specifieke categorie. Er kan enkel een globale evaluatie van de uit spookbedrijven resulterende onverschuldigde bedragen worden aangeleverd. Zo bedroeg voor 2009 het totaalbedrag van de onverschuldigde bedragen voor de kinderbijslagregeling voor werknemers 1 399 438,92 euro en in 2010 bedroeg dit 1 366 728,87 euro. 

Om in de toekomst de evolutie van de aan sociale fraude te wijten onverschuldigde bedragen te kunnen bepalen, bereidt de RKW richtlijnen voor zijn primaire en secondaire sector voor om ervoor te zorgen dat die specifieke gegevens regelmatig naar de Rijksdienst worden doorgestuurd.