Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-556

van Richard Miller (MR) d.d. 13 december 2010

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Belgische musea - Collecties - Opslag - Plaatsprobleem - Oplossing door voorraadvermindering, eigendomsoverdracht, eventuele vernietiging

museum
voorraadvorming
Regie der Gebouwen

Chronologie

13/12/2010Verzending vraag
18/2/2011Antwoord

Vraag nr. 5-556 d.d. 13 december 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

In 2009 werd gewezen op de ernstige problemen voor de opslag van kunstwerken in de Belgische musea. Die problemen zijn onder meer het gevolg van plaatsgebrek. Naar aanleiding daarvan vroeg men zich opnieuw af of het niet mogelijk was dat de musea afstand doen van sommige reservestukken of ze zelfs vernietigen. Moet men effectief alles bewaren?

Op een vraag die u daarover in de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd gesteld (mondelinge vraag nr. 17163, CRIV 52 COM 731 van 14 december 2009, p.1), antwoordde u dat er een voorontwerp van wet of van koninklijk besluit bestond dat toelating gaf tot vervreemding van sommige werken uit federale musea die met opslagproblemen kampen. U kondigde toen ook aan dat uw departement deze kwestie bestudeerde.

1) In welke musea onder uw bevoegdheid is er een opslag- en ruimteprobleem voor hun collectiestukken? Hebben ze u officieel op de hoogte gebracht van die eventuele moeilijkheden?

2) Welke analyse maakt u van deze problematiek?

3) Worden reglementaire bepalingen ter zake nog altijd bestudeerd door uw departement? Zo ja, aan welke mogelijkheden wordt gedacht om de musea in staat te stellen het hierboven beschreven opslagprobleem op te lossen? Overweegt u onder andere een samenwerking met de Gemeenschappen?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2011 :

1. Op dit ogenblik hebben sommige federale wetenschappelijke instellingen (FWI's) echt een tekort aan opslagcapaciteit en ruimte, zodat de beperkte ruimte om stukken uit de collecties van de FWI's tentoon te stellen spijtig genoeg tot gevolg heeft dat sommige stukken haast voor eeuwig dienen te worden opgeslagen, hoewel ze het waard zijn om aan het publiek te worden getoond.

Dat probleem komt in hoofdzaak voor in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG), het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). De Koninklijke Bibliotheek van België (KBR) en het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (ARA) zitten in hetzelfde schuitje. In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) komt dat probleem minder scherp tot uiting.

2. Van 2007 tot 2009 werd het probleem van de opslag ruimschoots ter sprake gebracht bij de minister die bevoegd is voor de Regie der Gebouwen. Dat probleem is afgeketst op budgettaire, logistieke en administratieve verplichtingen. Bijgevolg werd geen enkel gevolg gegeven aan die herhaalde verzoeken, behalve het huren van een aantal die beter zijn aangepast aan het bewaren van collecties. Zodra de herinrichtingswerkzaamheden afgelopen zijn zouden eind 2011 of begin 2012, vier FWI's (KBR, KBIN, KMKG en de KMSKB) kunnen genieten van nieuwe opslagruimten te Péronnes-lez-Binche. Daar zijn reeds middelen voor, bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Begroting en Beheerscontrole en een pachtovereenkomst van zevenentwintig jaar werd reeds aangegaan door de Regie der Gebouwen en de eigenaar.

Maar om die problemen in het algemeen op te lossen, werden diverse plannen overwogen, waaronder:

3. Gelet op de periode van lopende zaken, ligt dat wetsontwerp nog altijd ter behandeling voor. De volgende regering moet trachten structurele oplossingen ter zake te vinden.

Samenwerken met de Gemeenschappen wordt niet overwogen, daar dat in tegenspraak zou zijn met de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de federale openbare collecties en de collecties die aan de Gemeenschappen toebehoren.