Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5471

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 1 februari 2012

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Stakingsdagen - Private sector - Openbare sector - Overheidsbedrijven - Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - Wilde staking

particuliere onderneming
overheidsbedrijf
staking
officiële statistiek
geografische spreiding
overheidsapparaat

Chronologie

1/2/2012Verzending vraag
22/2/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5469
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5470

Vraag nr. 5-5471 d.d. 1 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een interview met Knack van 19 oktober 2011 ('Wie raakt aan de werkloosheidsuitkeringen, mag hevig protest verwachten', p. 6-12) beweert de algemeen secretaris van de Waalse socialistische vakbond FGTB dat het aantal stakingsdagen in Wallonië sterk gedaald is en sommige jaren zelfs lager ligt dan in Vlaanderen.

Naar aanleiding van deze uitspraak kreeg ik van de minister graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel bedroeg het aantal stakingsdagen (inclusief korte werkonderbrekingen!) jaarlijks sinds 2007 tot en met 2011 in het Vlaamse, resp. Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest: (a) In de private sector? (b) In de openbare sector? (c) In de overheidsbedrijven, excl. de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)? (d) bij de NMBS?

2) In hoeveel bedrijven of openbare diensten vonden er stakingen of korte werkonderbrekingen plaats sinds 2007 tot en met 2011 jaarlijks plaats in het Vlaamse resp. Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest: (a) In de private sector? (b) In de openbare sector? (c) In de overheidsbedrijven, excl. de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)? (d) bij de NMBS?

3) Hoeveel van deze stakingen en werkonderbrekingen waren onaangekondigde, 'wilde' stakingen?

4) Klopt de stelling dat het aantal stakingsdagen (inclusief korte werkonderbrekingen!) sommige jaren in Vlaanderen hoger lag dan in Wallonië? (a) Geldt deze stelling zowel voor het aantal aangekondigde als wilde stakingen en werkonderbrekingen? (b) Zo ja, wanneer precies, volgens welke parameters? (c) Welke zijn daarvan de voornaamste oorzaken?

5) (a) Hoeveel stakingen en werkonderbrekingen bij de NMBS vonden jaarlijks plaats in de periode 2007 tot en met 2011 in de provincie Henegouwen, resp. de provincie Luik, resp. de provincie Antwerpen en Brussel? (b) Hoeveel van deze stakingen en werkonderbrekingen waren wilde stakingen?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2012 :

Ik heb de eer het geachte lid de antwoorden op haar vragen mee te delen.

1 en 2. Wij beschikken uiteraard niet over de gegevens voor de privésector.

Voor de gegevens betreffende de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) en de andere overheidsbedrijven is het aangewezen de vraag aan de bevoegde minister te stellen.

Wat betreft de openbare sector, wil ik er in de eerste plaats op wijzen dat een federale Staatssecretaris geen bevoegdheid heeft over de administraties van de gewesten, de gemeenschappen, de provincies en de gemeenten. Ik kan u dan ook niet de gegevens bezorgen met betrekking tot deze bestuursniveaus.

Wat betreft de federale administratie is er echter ook geen transversale registratie van de stakingsdagen. De cijfers voor elke dienst kunt u opvragen bij de bevoegde minister.

Ik beschik dus enkel over cijfers voor de diensten onder mijn bevoegdheid : de Federale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie en Fedict.

Wat betreft de FOD Personeel en Organisatie heeft er bij algemene, interprofessionele en intersectorale stakingen in de periode 2007-2010 geen enkele medewerker gestaakt. In 2011 hebben 4 medewerkers gestaakt en in 2012 3 medewerkers. Wat betreft Fedict heeft er niemand in deze periodes gestaakt.

Wat betreft de transversale registratie van stakingsdagen, heeft de FOD Personeel en Organisatie het voornemen om in het kader van het eHR-systeem, in de toekomst de afwezigheden wegens staking nauwkeurig te registreren. Maar dat systeem wordt geleidelijk geïmplementeerd en niet alle diensten zullen er gebruik van maken (slechts de 17 Federale overheidsdiensten (FOD’s) en Programmatorische Overheidsdiensten (PODs’). Wij zijn er immers van overtuigd dat die metingen uiterst belangrijk zijn, in het bijzonder als indicator van de sociale relaties.

3. Geen enkele.

4. Gelet op de antwoorden op de vorige vragen, kan die vraag niet worden beantwoord.

5. Het is aangewezen deze vraag aan de bevoegde minister te stellen.