Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5455

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 1 februari 2012

aan de minister van Werk

Arbeidsovereenkomsten - Tijdelijke schorsing - Betekening aan de werknemers - Werknemers niet aanwezig in de lokalen van de onderneming - Eventuele verzending van een aangetekende brief

arbeidscontract
verlet

Chronologie

1/2/2012Verzending vraag
11/6/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5455 d.d. 1 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De arbeidsovereenkomst van een loontrekkende kan tijdelijk worden geschorst. De werkgever moet, ongeacht de redenen die hij inroept, de betrokken werknemer daarvan op de hoogte brengen.

De werkgever heeft twee mogelijkheden om zijn keuze mee te delen : ofwel hangt hij een bericht uit op een zichtbare plaats in de lokalen van het bedrijf, ofwel stuurt hij een aangetekende brief naar elke betrokken werknemer.

In het eerste geval zouden sommige werknemers niet op tijd toegang hebben tot de informatie. Wat gebeurt er immers wanneer een werknemer gedurende verschillende opeenvolgende dagen met ziekteverlof is, op een werf is, of telewerkt?

Zou de werkgever niet verplicht moeten worden een aangetekende brief te sturen naar alle werknemers die bij de schorsing betrokken zijn? Zo neen, zou hij niet moeten worden verplicht om elke werknemer persoonlijk een document te laten ondertekenen als bewijs dat hij van de situatie op de hoogte is gebracht?

Antwoord ontvangen op 11 juni 2012 :

De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten laat de werkgever toe de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (voor werkman of voor bediende) volledig te schorsen of een regeling van gedeeltelijke arbeid in te voeren bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken. Hiervoor moet de werkgever, in beginsel ten minste zeven dagen vooraf, in de lokalen van de onderneming, op een goed zichtbare plaats, een kennisgeving aanplakken met bepaalde vermeldingen, zoals de identiteit van de betrokken werknemers, het aantal dagen van de volledige schorsing of van de regeling van gedeeltelijke arbeid, de data van de volledige schorsing of van de regeling van gedeeltelijke arbeid, de datum van aanvang en van einde van de regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid (Artikel 51, paragraaf 2, tweede en derde lid, en 77/4, paragraaf 1, tweede en derde lid, van de bovenvermelde wet van 3 juli 1978. Zie eveneens de koninklijke besluiten genomen op basis van artikel 51, paragraaf 1, van de bovenvermelde wet 3 juli 1978). De aanplakking kan worden vervangen door een geschreven kennisgeving aan ieder betrokken werknemer, in beginsel ten minste zeven dagen vooraf verstuurd. De individuele kennisgeving moet de hiervoor omschreven vermeldingen aangeven (Artikel 51, paragraaf 2, vierde lid, en 77/4, paragraaf 1, vierde lid, van de bovenvermelde wet 3 juli 1978. Zie eveneens de koninklijke besluiten genomen op basis van artikel 51, paragraaf 1, van de bovenvermelde wet 3 juli 1978).

Bij mijn weten veroorzaakt de kennisname van de bekendmakingen in de praktijk geen problemen.

De betrokken werknemers die om één of andere reden het goed zichtbaar lokaal waar de kennisgeving is aangeplakt, niet kunnen betreden, kunnen door de werkgever verwittigd worden door middel van een individuele kennisgeving. De bovenvermelde wet van 3 juli 1978 en haar uitvoeringsbesluiten verhinderen niet om tegelijk gebruik te maken van de aanplakking van de kennisgeving in de onderneming en van de individuele kennisgeving.

Het lijkt me niet opportuun om de aan de individuele kennisgeving verbonden formaliteiten te verzwaren. Er valt niet te ontkennen dat de gewone post correct verzonden wordt door postdiensten van ons Koninkrijk. In de context van de gestelde vraag zou de gewone aangetekende brief overigens enkel dienen om te bewijzen dat de werkgever genoemde kennisgeving wel degelijk verzonden heeft; hij zou helemaal niet aantonen dat de werknemer er werkelijk kennis van heeft genomen.

Ten slotte voeg ik eraan toe dat de moderne communicatiemiddelen (telefoon, fax, elektronische post, enz.), zelfs wanneer ze niet uitdrukkelijk door de wet bedoeld worden, door de werkgever kunnen gebruikt worden om er zeker van te zijn dat de betrokken werknemers op de hoogte gebracht worden van de invoering van een regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid. Deze communicatiemiddelen kunnen natuurlijk niet de wettelijke formaliteiten vervangen maar laten zeker toe om deze op nuttige wijze aan te vullen.