Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5363

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 januari 2012

aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Dendermonde - Gevangenis - Bouw - Uitstel - Vertraging - Schadevergoeding

strafgevangenis
Regie der Gebouwen
bouwvergunning
klacht inzake bestuurlijke geschillen
administratieve rechtspraak

Chronologie

24/1/2012Verzending vraag
21/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-4605

Vraag nr. 5-5363 d.d. 24 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De werken op de Dendermondse site van het Oud Klooster moesten deze maand beginnen, opdat er medio 2013 een gloednieuwe gevangenis voor 444 gedetineerden klaar zou zijn. Het lokale actiecomité Oud Klooster legde klacht neer en haalde haar slag thuis bij de Raad van State. Een daaropvolgende beslissing leidde tot vertraging bij de bouw van de nieuwe gevangenis in Dendermonde. Deze vertraging veroorzaakt ernstige extra kosten, want de Regie der Gebouwen moet een schadevergoeding betalen van 20 000 à 30 000 euro per dag dat de aannemer niet kan werken. De media berichtten dat de geachte minister niet volledig op de hoogte was.

Hierover de volgende vragen:

1. Bevestigt de geachte minister dat de werken aan de nieuwe gevangenis in Dendermonde niet tijdig konden beginnen en dat de staat daardoor een zware dagelijkse boete moet betalen aan de aannemer? Zo ja, hoeveel bedraagt deze boete per dag? Hoeveel boete werd er tot op heden (moment van het antwoord) betaald?

2. Hoe verklaart hij deze vertraging en de hoge extra kosten, niet zozeer het feit van een beslissing van de Raad van State in het voordeel van de lokale actiegroep, wel het feit dat de planners van deze nieuwbouw dit scenario blijkbaar niet voorzag en zeker niet incalculeerde, terwijl ondertussen iedereen wel weet dat actiecomités over dit soort wettelijke instrumenten en mogelijkheden beschikken?

3. Zullen bij andere bouwprojecten soortgelijke vertragingen opduiken? Zijn deze ondertussen ingecalculeerd in het scenario?

Antwoord ontvangen op 21 maart 2012 :

In antwoord op zijn hierboven vermelde vraag kan ik het geachte lid mededelen dat het inderdaad zo is dat de Belgische Staat schadevergoedingen moet betalen, ik heb dat al meermaals in het parlement verduidelijkt.   

Volgens de bepalingen van de DBFM-overeenkomst, afgesloten in juni 2010, bestaan de vergoeding uit twee componenten : 

1)    de kosten verbonden met de financiering; deze worden integraal terug betaald en zijn kosten naast de dagvergoeding. 

2)    een maximale forfaitaire dagvergoeding voor de extra kosten. De vergoeding voor de extra kosten is in de DBFM-overeenkomst forfaitair per dag vastgelegd (met een vergoedingsvrije eerste periode van 60 dagen, en nadien verschillende tarieven naargelang de lengte van het uitstel). Bovendien is de totale gecumuleerde vergoeding geplafonneerd op 825 000 euro. 

Dus de eerste 60 dagen moet er geen dagvergoeding betaald worden. Vanaf dag 61 bedraagt dit 11 000 euro per dag voor Dendermonde. Deze bedragen nemen af met de tijd en zijn begrensd tot een bedrag van 825 000 euro.

De nood aan nieuwe gevangenissen is er, en hij is zeer groot. De opdracht was om zo snel mogelijk nieuwe en bijkomende capaciteit te bouwen, een opdracht die ons werd gegeven met de steun van alle regeringspartijen. Daarom koos de Regering destijds om de procedure op te starten tegelijkertijd met de verwerving van de grond. De aanvraag voor een vergunning is trouwens een taak die ligt bij het consortium waaraan de opdracht werd gegund.  

Tijdens de onderhandelingen met Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) voorafgaandelijk aan de contractsluiting is bijzondere aandacht gegaan naar het beperken van de uitstelkosten.

Alvorens de overeenkomst te ondertekenen, is er grondig nagedacht over het risico op vertraging, en daarbij werden de verschillende alternatieven grondig onderzocht. Finaal is er besloten om de contracten toch te ondertekenen en zo aan te sturen op de realisatie volgens de snelst mogelijke planning, enerzijds gezien het nijpende tekort aan plaatsen in de gevangenissen in België, en anderzijds gezien de hoge prijs (véél hoger dan wat de vertraging nu kost) voor het huren van capaciteit in Nederland. Het ondertekenen van de overeenkomst was in de gegeven omstandigheden de meest rechtszekere manier om zo snel mogelijk tot de bouw van de gevangenissen te kunnen overgaan. Daarbij werd ook rekening gehouden met het feit dat de procedures vanwege de actiegroepen niet noodzakelijkerwijze succesvol zijn / zouden zijn.

De forfaitaire dagvergoedingen die werden onderhandeld, voorzien in eerste instantie een kostenvrije periode van 2 maanden en vervolgens dagvergoedingen die véél lager liggen dan wanneer bij een klassieke overheidsopdracht vertraging wordt opgelopen; zij beogen enkel (een deel van) de daadwerkelijke kosten te dekken die de aannemer door de vertraging oploopt.

Er dient trouwens geen beschikbaarheidsvergoeding betaald te worden zolang als de gevangenis niet in gebruik kan worden genomen. De voorziene huurtermijn van 25 jaar begint pas te lopen vanaf de terbeschikkingstelling van de gevangenis door de privé-partner.