|
|
Grensoverschrijdende fraude - Uitkeringen - Illegale arbeid - Sociale zekerheid - Samenwerkingsakkoord - Verdrag - Benelux - Europese Unie
zwartwerk
ondergrondse economie
fraude
samenwerkingsovereenkomst (EU)
Benelux
migrerende werknemer
grensoverschrijdende samenwerking
| 18/1/2012 | Verzending vraag |
| 21/2/2012 | Antwoord |
De Nederlandse Minister Henk Kamp van Sociale Zaken maakt met Duitsland afspraken over samenwerking bij het bestrijden van grensoverschrijdende fraude met uitkeringen en illegale arbeid. Kamp zal met de Duitse ambassadeur Heinz-Peter Behr een verdrag ondertekenen over de samenwerking. Nederland heeft binnen Europa eerder ook al afspraken gemaakt over een gezamenlijke aanpak van fraude in de sociale zekerheid met andere lidstaten van de Europese Unie, zoals Roemenië en Tsjechië.
Gezien het voorgaande kreeg ik van de geachte staatssecretaris graag een antwoord op volgende vragen:
1) Kan u aangeven op welke vlakken ons land in Benelux-verband reeds samenwerkt om fraude met uitkeringen en illegale arbeid gezamenlijk aan te pakken? Volstaan deze initiatieven en bent u bereid een bijkomende inspanning te leveren? Kan u dit concreet toelichten?
2) Met welke landen van de Europese Unie (EU) heeft België een samenwerkingsakkoord gesloten om de grensoverschrijdende fraude met uitkeringen en illegale arbeid gezamenlijk te bekampen?
3) Illegale tewerkstelling wordt dikwijls georganiseerd vanuit armere EU lidstaten zoals Roemenië en Tsjechië. Kan u aangeven met welke landen van waaruit de illegale arbeid dikwijls wordt opgezet en waarvan het moeilijk is informatie te bekomen ons land reeds akkoorden heeft afgesloten? Gaat u bijkomende akkoorden sluiten en zo ja, met wie?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de vragen.
Betreffende uw eerste vraag, heb ik de eer u mede te delen dat België twee verdragen heeft ondertekend, respectievelijk met Nederland en Frankrijk, met het oog op de versterking van de administratieve samenwerking inzake sociale zekerheid. Deze twee verdragen staan de uitwisseling van gestructureerde gegevensstromen toe met de betrokken openbare instellingen van sociale zekerheid alsook een versterking van de samenwerking met de inspectiediensten van Frankrijk en Nederland. Doordat de verdragen in kwestie een gemengd karakter hebben, zijn ze ook door de deelstaten goedgekeurd (Vlaanderen, Wallonië, Brussel, Duitstalige Gemeenschap). Het departement van Buitenlandse zaken doet momenteel het noodzakelijke op formeel vlak opdat de twee verdragen binnenkort goedgekeurd kunnen worden in de respectieve Parlementen.
Voor de ondertekening van deze twee verdragen, werd er reeds een administratief samenwerkingsakkoord gesloten tussen de dienst Toezicht op de sociale wetten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg en de arbeidsinspectie van de departementen in het Noorden van Frankrijk, een overeenkomst waarbij vervolgens de Sociale inspectie van de FOD Sociale zekerheid aangesloten is.
Voor wat betreft het Groothertogdom Luxemburg werd er een administratief samenwerkingsakkoord ondertekend tussen de verschillende inspectiediensten van ons land (meer bepaald: het Toezicht op de sociale wetten, het Toezicht op het welzijn op het werk van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg alsook de Sociale inspectie van de FOD Sociale zekerheid) in het kader van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten.
Laten we ook het initiatief vermelden dat werd genomen door het Benelux secretariaat om het sluiten van een verdrag voor te stellen tussen de drie Benelux landen om op meer doeltreffende wijze de grensoverschrijdende fraude te bestrijden. Mijn voorganger, de heer Carl Devlies, heeft positief geantwoord op dit initiatief, een initiatief waarvan ik vanzelfsprekend niet zal nalaten het aandachtig te volgen.
Betreffende uw tweede vraag, heb ik de eer u mede te delen dat talrijke initiatieven werden ondernomen. Ik vermeld namelijk de administratieve samenwerkingsakkoorden tussen inspectiediensten, ondertekend in het kader van de richtlijn 96/71/EG met Polen en Portugal.
Er bestaat ook een ontwerp van administratief samenwerkingsakkoord waarover onderhandelingen lopen tussen de Belgische inspectiediensten en Duitsland (FKS). In dezelfde zin is er een uitwisseling ontwikkeld van specifieke gegevens over internationaal transport tussen België, Frankrijk, Nederland, Duitsland, en het Groothertogdom Luxemburg (in het kader van Eurocontrol en het Actieplan transport).
De Belgische openbare instellingen van sociale zekerheid hebben verschillende administratieve akkoorden gesloten met instellingen van andere landen met het oog op de uitwisseling van gegevens in het kader van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels of van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkende en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen.
Als voorbeeld vermeld ik het akkoord (Memorandum of Understanding) dat gesloten werd met het Verenigd Koninkrijk dat toestaat aan de Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en aan de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) om over te gaan tot operaties van datamatching van in de loop van dit jaar. Onderhandelingen zijn nog gaande tussen de RVP en de overeenstemmende instanties uit de Verenigde Staten met het oog op het sluiten van een akkoord in de komende maanden.
Het lijkt me aangewezen om de aandacht van het geachte lid te vestigen op andere initiatieven ondernomen in het internationale domein, met name in het licht van een meer doeltreffende bestrijding van de handel van illegale werkkrachten. Het is op die manier dat vruchtbare contacten werden aangehaald met de Braziliaanse overheden met betrekking tot de “Braziliaanse vertakkingen”, hetgeen aan de vertegenwoordigers van de Sociale inspectie toegelaten heeft om zich naar Brazilië te begeven om het fenomeen beter te omschrijven.
Betreffende uw laatste vraag, de eventuele problemen om bepaalde inlichtingen te verkrijgen van de Oost-Europese landen zijn tot op heden op informele wijze geregeld kunnen worden, zonder te moeten overgaan tot het sluiten van verdragen, temeer omdat zowel de richtlijn 96/71 en als de Verordening 883/04 praktische modaliteiten voorzien om dit soort problemen te regelen. Wij zijn sinds enkele maanden geconfronteerd geweest met een zekere vertraging van de antwoorden op vragen door de Sociale inspectie gericht aan een Poolse instelling van sociale zekerheid, maar dit is opgelost kunnen worden dankzij de tussenkomst van mijn collega, de minister van Sociale zaken.