Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5237

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 16 januari 2012

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Federale adviesorganen - Samenstelling - Wettelijk quotum - Aantal mannen en vrouwen - 2011

gendermainstreaming
consultatieve bevoegdheid
gelijke behandeling van man en vrouw

Chronologie

16/1/2012Verzending vraag
19/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3193

Vraag nr. 5-5237 d.d. 16 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven?

2) Wat is anno 2011 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap?

3) Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer?

Antwoord ontvangen op 19 maart 2012 :

1/ Voor wat mobiliteit betreft

  1. Directoraat-generaal Vervoer te Land :

1.Commissie Goederenvervoer over de weg ;

Commissie Binnenvaart ;

Raadgevend Comité van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.

2.Commissie Goederenvervoer over de weg

Een voorzitter en een ondervoorzitter van verschillende taalrol, en hun plaatsvervanger, vier mannen, benoemd door de minister op grond van hun bijzondere bekwaamheid inzake wegvervoer ; de Minister kan de vereiste hoedanigheden preciseren ;

12 leden,(7 vrouwen en 5 mannen) en 12 plaatsvervangers (6 vrouwen en 6 mannen), benoemd door de minister op grond van hun bijzondere bekwaamheid inzake wegvervoer :

a) drie vertegenwoordigers (2 vrouwen en 1 man) van het bestuur dat bevoegd is voor het vervoer van zaken over de weg die, evenals hun plaatsvervanger (2 vrouwen en 1 man), benoemd worden op voorstel van de leidend ambtenaar van het voornoemde bestuur ;

b) drie vertegenwoordigers (vertegenwoordigers = 3 vrouwen – plaatsvervangers = 3 mannen) van de vervoersondernemers, drie vertegenwoordigers (vertegenwoordigers = 1 vrouw en 2 mannen – plaatsvervangers = 2 vrouwen en 1 man) van de in de vervoersondernemingen tewerkgestelde werknemers en drie vertegenwoordigers (vertegenwoordigers = 1 vrouw en 2 mannen – plaatsvervangers = 2 vrouwen en 1 man) van de gebruikers die, evenals hun plaatsvervanger, benoemd worden op voordracht van de drie meest representatieve belanghebbende organisaties van ieder van deze categorieën van personen.

Commissie Binnenvaart

Negen effectieve leden, waarvan één vrouw voorzitter, ondervoorzitter en plaatsvervangers : twee mannen, twee vrouwen. Achttien plaatsvervangers waarvan twee vrouwen.

Er is voldaan aan de evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen wat de afgevaardigden van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer betreft.

Wat de vertegenwoordiging van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), de Belgische Federatie van Transportorganisatoren in Binnenvaart en de representatieve organisaties van de ondernemers van binnenvaartvervoer en de syndicale organisaties betreft worden steeds dezelfde kandidaten voorgesteld zonder overlegging van een keuzelijst, steeds met overwegend mannelijke kandidaten. Het is echter wel zo dat de sector binnenvaart van oudsher een typisch mannelijke beroepssector is.

Raadgevend Comité van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer

Vertegenwoordigers van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer : negentien waarvan één vrouw

Vertegenwoordigers van de ondernemers van goederenvervoer : vier waarvan één vrouw

Vertegenwoordigers van de gebruikers: twee waarvan één man en één vrouw

Vertegenwoordiger van de minister tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort : één man

Leden en plaatsvervangende leden van het vast bureau :

Afdeling vervoercommissionairs: vijf effectieven en vijf plaatsvervangers : mannen ;

Afdeling vervoermakelaars: vijf effectieven en vijf plaatsvervangers : mannen

Afdeling commissionair-expediteurs bij het vervoer: vijf effectieven en vijf plaatsvervangers, mannen.

3.Voor de Commissie binnenvaart werd in 2000 een afwijking gevraagd die tot 2001 geldig was

  1. Stafdienst Personeel en Organisatie :

  1. Met betrekking tot de personeelsaangelegenheden, zijn drie adviesorganen opgericht binnen de FOD onder mijn bevoegdheid: de Raad van Beroep inzake evaluatie, de Stagecommissie, en de departementale Raad van Beroep.

  1. De samenstelling van deze 3 organen is de volgende :

Administratie

Voorzitterschap

Effectieve leden

Plaatsvervangende leden


Mannen

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

Raad van Beroep inzake evaluatie

2

0

3

3

3

3

Stagecommissie

0

2

2

4

2

2

Departementale Raad van Beroep

1

1 (+1 plaatsvervanger)

6

6

6

6



Syndicaat

Effectieve leden

Plaatsvervangende leden


Mannen

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

Raad van Beroep inzake evaluatie

7

1

3

3

Stagecommissie

10

2

6

1

Departementale Raad van Beroep

6

1

9

5

3) Geen enkele afwijking werd geuit door mijn diensten.

c) Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid :

1. De Contactcommissie Federale Overheidsdienst (FOD)-FIA-GOCA

2. De Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid

3. De CAIN

1.1. De Contactcommissie FOD-FIA-GOCA

1.2. Voorzitter: man

Leden: vier vrouwen en vier mannen, waaronder de voorzitter.

1.3. Deze vraag is niet van toepassing voor de Contactcommissie.

2.1. De Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid

In artikel 6 van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 houdende oprichting van een Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid en een Interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheid wordt de samenstelling van de Commissie bepaald. De voorzitter is de afgevaardigd beheerder van het BIVV, een vrouw sinds september 2011.

2.2. De uitnodigingen voor de externe leden die niet behoren tot de hogervermelde FOD, zijn niet specifiek gericht aan een fysiek persoon, maar zijn wel gericht aan een belanghebbende organisatie. Het staat die organisatie vrij te bepalen wie fysiek het hogervermelde adviesorgaan vertegenwoordigt.

De uitgenodigde leden voor het vermelde adviesorgaan zijn volgende belanghebbende organisaties: Lokale politie, Federale Politie, College van Procureurs-generaal, Service Public de Wallonie, Ministerie van de Uitrusting en Vervoer (Brussels Hoofdstedelijk Gewest), Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken, Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, Enseignement de la communauté française, Onderwijs Duitstalige Gemeenschap, Union des Villes et Communes de Wallonie, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, Vereniging van Stad en Gemeenten van Brussels Hoofdstedelijk Gewest, FEBIAC, Fietsersbond, GRACQ, Voetgangersbeweging, Ligue des Familles, Gezinsbond, Responsible Young Drivers, Vereniging van Ouders van Verongelukte Kinderen, R.A.C.B., G.O.C.A., Assuralia, Touring, VTB-VAB, U.P.T.R., Transport en Logistiek Vlaanderen, FEBETRA, MAG, FEDEMOT.

2.3. Deze vraag is niet van toepassing voor de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid.

3.1. De “raadgevende commissie administratie–nijverheid”, kortweg CAIN.

De raadgevende commissie administratie –nijverheid is opgericht bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 december 1985 en vergadert telkens er conform de bepalingen van artikel 1, paragraaf 3, van de wet van 21 juni 1985 een advies moet worden uitgebracht over een besluit tot uitvoering van deze wet.

3.2. De uitnodigingen voor de externe leden die niet behoren tot de hogervermelde FOD, zijn niet specifiek gericht aan een fysiek persoon, maar zijn wel gericht aan een belanghebbende organisatie. Het staat die organisatie vrij te bepalen wie fysiek het hogervermelde adviesorgaan vertegenwoordigt.

De uitgenodigde leden voor het vermelde adviesorgaan zijn volgende belanghebbende organisaties: G.O.C.A., FEBIAC, U.P.T.R., AGORIA AUTOMOBIEL, F.E.B., FEBETRA, SAV, Vinçotte.

3.3. Deze vraag is niet van toepassing voor de CAIN.

    d) Directoraat-generaal Luchtvaart

Het handelt enkel over het Nationaal Comité voor de veiligheid van de burgerluchtvaart (Naveco) en de plaatselijke comités voor de veiligheid der luchthavens (Loveco, één voor elke luchthaven). Deze werden opgericht bij koninklijk besluit van 20 juli 1971.

Het Naveco, dat tot taak heeft de regering een algemeen beleid voor te stellen ter vrijwaring van de veiligheid van de burgerluchtvaart, staat onder leiding van de Directeur-generaal Luchtvaart en telt verder leden afkomstig uit de verschillende overheidsdiensten die bij het onderwerp betrokken zijn. Deze vertegenwoordigers worden door hun respectievelijke dienst aangeduid en kunnen bij elke vergadering wisselen. Er zijn dus geen vaste leden en er kan bijgevolg geen rekening gehouden worden met het wettelijk quotum. Hetzelfde geldt voor de Loveco’s: zij behandelen de lokale beveiligingsproblemen en staan onder leiding van de plaatselijke luchthavenverantwoordelijke. Ook hier worden de andere leden aangeduid door de deelnemende diensten en kunnen deze bij elke vergadering wisselen, waardoor geen rekening gehouden kan worden met het wettelijke quotum.

e) Directie Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid

1) De Dienst Mobiliteit is niet belast met permanente adviesorganen.

De Dienst Intermodaliteit is belast met het adviescomité opgericht krachtens artikel 13 van het koninklijk besluit betreffende de bevordering van het gecombineerd spoorvervoer van intermodale transporteenheden voor de periode 2009-2012.

2) De samenstelling van het adviescomité opgericht krachtens artikel 13 van het Koninklijk besluit betreffende de bevordering van het gecombineerd spoorvervoer van intermodale transporteenheden voor de periode 2009-2012 wordt in ditzelfde artikel als volgt bepaald: Hierin zetelen op gelijke basis drie vertegenwoordigers van de administratie, waarvan er één voorzitter is, evenals een vertegenwoordiger per gewestelijke administratie bevoegd in deze materie.

In 2012 ziet de samenstelling er als volgt uit :


Voorzitterschap

Effectieve leden

Plaatsvervangende leden


Mannen

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

1 voorzitter

1

0





3 vertegenwoordigers van de federale administratie



3

0

2

1

1 vertegenwoordiger per gewestelijke administratie







Brussels Hoofdstedelijk Gewest



1

0

0

1

Waals Gewest



1

0

1

0

Vlaams Gewest



1

0

0

1

3) Geen enkele afwijking werd gevraagd.

2/ Voor wat Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu betreft

  1. Adviesorganen

Comité voor advies inzake biociden

  1. Verdeling

6 mannen et 6 vrouwen.

  1. Artikel 2bis

Er werd geen afwijking gevraagd.

3/ Voor wat de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie betreft, behoort de vraag tot de bevoegdheid van mijn collega, de vice-eerste minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee.