Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-517

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 10 december 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Bezit van vuurwapens - Eventueel misbruik door politiemensen - Centraal Wapenregister - Beperking van de toegang

persoonlijk wapen
gemeentepolitie
politie
overtreding
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten
gerechtelijke vervolging
gerechtelijk onderzoek
administratieve sanctie
officiële statistiek
geografische spreiding
handvuurwapens

Chronologie

10/12/2010Verzending vraag
14/2/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-516

Vraag nr. 5-517 d.d. 10 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In februari 2010 stond in een krant het volgende bericht te lezen:

"Het Comité P wil geen wapenfreaks meer om de wapenwet te controleren. De kans op misbruik is te groot”. Dat staat in een recent rapport dat bij de Kamer werd ingediend.

Burgers die op 9 juni 2006 een vuurwapen bezaten zonder daarvoor een vergunning te hebben, konden dat tot 31 oktober 2008 straffeloos bij de politie inleveren. In deze "regularisatieperiode" werden sommige politiemensen plots eigenaar van heel wat meer vuurwapens. Het Comité P onderzoekt nu of daarbij gesjoemeld werd. De vraag is of agenten illegale vuurwapens voor zichzelf hebben gehouden en achteraf in het wapenregister, waar ze toegang toe hebben, zelf een en ander "aangepast"?

Volgens het Comité P is ruim één op vijf politiemensen (8656) thuis als privépersoon eigenaar van vuurwapens. Tussen 2006 en 2009 daalde het aantal vuurwapens dat die groep privé bezat met 7,2 %, tot 18.783 stuks. Opmerkelijk is dat 655 agenten (of 7,6 % van de 8656) in de regularisatieperiode net (veel) meer vuurwapens in bezit kregen.

Die 655 agenten bezaten in 2006 nog maar 18,9 % van alle vuurwapens die privé in handen van politiemensen waren en halverwege 2009 was dat al 34 %. In de regularisatieperiode werden 127 politiemensen eigenaar van vijf vuurwapens of meer, één zelfs van 223 stuks. Er zijn voorlopig geen verschillen vastgesteld tussen de gewesten, tussen de federale en de lokale politie en evenmin tussen de niveaus (lager, midden- of officierenkader).

De meeste zaken moeten nog worden onderzocht, maar medio 2009 telde het Comité P al 30 dossiers waarin politiemensen hun functie hadden misbruikt. Die hebben enkele dingen gemeen: ze zijn meestal verantwoordelijk voor de follow-up van het wapenbezit in hun zone; ze zijn sportschutter, wapenverzamelaar of actief in een schietvereniging en in vele gevallen zijn ze ook schiet- of geweldmonitor.

Het Comité P vreest dat bij een aantal onder hen "de passie het haalt op de rechtsnorm". Het Comité wil daarom dat politiemensen die verantwoordelijk zijn voor de controle van het wapenbezit géén interesse in wapens hebben. Geen wapenfreaks! "Een goede wapenbeheerder moet geen goede schutter zijn", luidt het.

Het Comité wil voorts dat de toegang tot het Centraal Wapenregister drastisch wordt beperkt en dat de korpschefs veel meer toezicht houden op het personeel dat het wapenbezit controleert.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de minister meedelen of dit onderzoek al is afgerond?

2) Zo ja, wat zijn de resultaten ervan?

3) In hoeveel gevallen - uitgesplitst per gewest en per politiezone en naargelang het ging om de federale dan wel om de lokale politie en naargelang het ging om lager, midden- of officierenkaders - werd vastgesteld dat politiemensen wapens hebben aangekocht van burgers die hun wapen(s) ter vernietiging hadden ingeleverd, derwijze dat die wapens opnieuw in omloop zijn gekomen?

4) In hoeveel van deze gevallen werden tegen de betrokken politiemensen tuchtstraffen ingeleid en tot welke gevolgen leidde dat? Graag kreeg ik een uitsplitsing zoals gevraagd onder vraag 3.

5) In hoeveel gevallen werden de parketten ingelicht en welk gevolg werd aan die info gegeven? Graag kreeg ik een uitsplitsing zoals gevraagd onder vraag 3.

6) In hoeveel van de gevallen vermeld onder vraag 4 werden de beklaagden voor de rechtbank gedagvaard en welke veroordelingen/vrijspraken werden uitgesproken? Graag kreeg ik een uitsplitsing zoals gevraagd onder vraag 3.

7) Welke maatregelen werden getroffen om deze problematiek te verhelpen?

Antwoord ontvangen op 14 februari 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Deze parlementaire vraag valt niet onder onze bevoegdheid, maar onder de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.