Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5110

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 30 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Zelfstandige in bijberoep - Sociale bijdragen - Pensioenrechten

zelfstandig beroep
dubbel beroep
sociale bijdrage
pensioenregeling
officiële statistiek

Chronologie

30/12/2011Verzending vraag
24/1/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3237

Vraag nr. 5-5110 d.d. 30 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er zijn in België zo'n 220.000 mensen die een zelfstandig bijberoep uitoefenen. Dit cijfer blijft aangroeien. Zelfstandige in Bijberoep vormt voor velen een ideale springplank naar een eigen zaak.

De zelfstandige in bijberoep is wettelijk verplicht zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen.

Vanaf een netto-belastbaar jaarinkomen van € 1 341,96 uit die zelfstandige activiteit, is de zelfstandige in bijberoep gehouden tot het betalen van sociale bijdragen.

De sociale bijdragen uit hoofde van een zelfstandig bijberoep genereren in de meeste gevallen geen sociale rechten en worden aanzien als louter een solidariteitsbijdrage.

Zelfstandigen in bijberoep die minstens dezelfde bijdragen betalen als een zelfstandige in hoofdberoep openen wel pensioenrechten.

Graag had ik hieromtrent dan ook een gedetailleerd antwoord ontvangen op volgende vragen:

1) Welke is de totaliteit van de sociale bijdragen uit hoofde van een zelfstandig in bijberoep en dit op jaarbasis voor respectievelijk de laatste drie jaren?

2) Hoeveel zelfstandigen in beroep betalen geen sociale bijdrage?

3) Hoeveel zelfstandigen in bijberoep betalen minstens dezelfde sociale bijdragen als een zelfstandige in hoofdberoep?

4) Hoeveel pensioenen worden betaald aan deze laatste categorie?

Antwoord ontvangen op 24 januari 2012 :

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u te laten weten dat de inhoud ervan onder de bevoegdheid valt van mijn collega, Mevrouw Sabine Laruelle, minister van KMO, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid.