Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5028

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Landsverdediging

Afghanistan - Kunduz - Bermbommen - "Lead nation"

Afghanistan
NAVO
strijdkrachten in het buitenland
mijnenbestrijding

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
28/1/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3299

Vraag nr. 5-5028 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

België levert een actieve bijdrage in de Noord-Afghaanse provincie Kunduz. In het Provincial Reconstruction Team (PRT) Kunduz zijn er een twintigtal Belgische militairen aanwezig en werkzaam in verschillende domeinen. Het merendeel zorgt er voor een veilige leefomgeving door het ontmijnen of ontmantelen van munitie, springstoffen, etc. Een vijftal Belgen zijn tewerkgesteld op de luchthaven van de PRT Kunduz.

Daarnaast nemen Belgische militairen ook deel aan opdrachten in het kader van de civiel-militaire samenwerking (CIMIC) in de regio Kunduz en dragen op die manier ook bij tot het vredesproces en de veiligheid. Het aantal incidenten aldaar waarbij bermbommen worden gebruikt nemen gestaag toe.

Ik had hieromtrent dan ook graag volgende schriftelijke vragen voorgelegd aan de bevoegde minister:

1) Klopt de informatie dat het aantal bomaanslagen op Duitse militairen in Kunduz dit jaar met 150 % is gestegen vergeleken met het jaar daarvoor? Zo ja, kan u aangeven hoe onze troepen terplekke deze toegenomen dreiging beantwoorden?

2) Is er sprake van een toegenomen risico voor onze troepen in Kunduz en kan u dit gedetailleerd toelichten?

3) Kunt u aangeven wat de plannen zijn voor een nieuwe "lead nation" in Kunduz nadat Duitsland zich heeft teruggetrokken? Kan u dit zeer gedetailleerd toelichten alsook aangeven welke rol ons land nog gaat vervullen in Kunduz?

Antwoord ontvangen op 28 januari 2012 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Als men 2010 met 2011 vergelijkt, stelt men een verhoging vast van zelfgemaakte Improvised Explosive Device (IED ) springtuigen van 181 naar 318. Tegelijkertijd daalde het aantal hinderlagen met lichte wapens van 340 tot 74. Dit bewijst dat de rebellen hun gevechtstactieken hebben aangepast.

Om maximaal de dreiging tijdens een opdracht te beperken, analyseert en bereidt de opdrachtverantwoordelijke deze steeds op een zorgvuldige manier voor. Hij coördineert de nodige steun (medisch, lucht, …), respecteert strikt de tactische procedures tijdens de uitvoeringsfase en, in geval van twijfel, zal hij beroep doen op een gespecialiseerd ontmijningsdetachement.

2. Het veiligheidsrisico is altijd al aanwezig geweest in de regio Kunduz. Het risico is echter niet toegenomen. Het zijn de gebruikte werkmethoden van de rebellen die veranderd zijn. Zij verkiezen nu het gebruik van springtuigen in plaats van hinderlagen.

3. De Duitse militairen zullen de leiding over het Provincial Reconstuction Team (PRT) Kunduz behouden tot de volledige overdracht aan de Afghaanse autoriteiten. Bij de start van deze overdracht en gedurende de volledige transitieperiode, zal Duitsland de leiding over het PRT behouden via een vertegenwoordiger van het Duitse departement voor Buitenlandse Zaken. De werkwijze in het PRT Kunduz zal grotendeels ongewijzigd blijven na de overdracht van de militaire verantwoordelijkheden naar een civiele autoriteit.

België zal haar inspanning ten voordele van de wederopbouw in de regio Kunduz verderzetten met behulp van militaire middelen. Civiele en militaire coördinatieteams zullen de verschillende projecten voor de wederopbouw in de regio verder ondersteunen. Gespecialiseerde informatieteams zullen de burgerbevolking informeren en ploegen Explosive Ordnance Disposal - Explosive Ordnance Reconnaissance (EOD-EOR) zullen de explosieven verwijderen.