Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4874

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Bankrekening - Recht op - Niet beschikken over - Doelstelling Europese Commissie

bankdeposito
bankactiviteit
domicilie

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
26/11/2012Rappel
24/7/2013Rappel
31/7/2013Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2840

Vraag nr. 5-4874 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Europese Commissie stelt het recht van alle Europeanen op een bankrekening als een belangrijke doelstelling. Deze is gebaseerd op de vaststelling dat naar schatting 30 miljoen Europeanen niet over een bankrekening beschikken, waardoor tal van verplichtingen in verband met betalingen, ontvangst en bewaring van geld, enz. sterk bemoeilijkt worden. Een van de belangrijkste obstakels bij het verkrijgen van een bankrekening is het niet beschikken over een vaste verblijfplaats.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel Belgische meerderjarigen beschikken niet over een bankrekening?

2) Beamen de geachte minister en de geachte staatssecretaris dat het niet beschikken over een bankrekening heel wat maatschappelijke en economische verrichtingen bemoeilijkt en voor de betrokkenen extra kosten kan betekenen?

3) Beamen zij dat het niet hebben van een vaste verblijfplaats de belangrijkste reden is voor het niet beschikken over een bankrekening?

4) Hebben bankinstellingen het recht om een bankrekening te weigeren aan Belgen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken?

5) Zijn zij bereid om zich actief en ten volle in te schrijven in de doelstelling van de Europese Commissie opdat elke Europeaan over een bankrekening zou kunnen beschikken? Zo ja, hoe en wanneer willen zij hieraan concreet gestalte geven? Zo niet, op basis van welke argumenten?

6) Vond rond dit probleem al overleg plaats met de vertegenwoordigers van de banksector enerzijds en met de vertegenwoordigers van mensen in armoede anderzijds? Zo ja, met welke gevolgen? Zo niet, plannen zij hieromtrent initiatieven?

Antwoord ontvangen op 31 juli 2013 :

De vragen van het geachte lid vallen onder de bevoegdheid van de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee.