Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4677

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

De justitiehuizen en de resultaten van de voorwaardelijke invrijheidstelling

rechtsbijstand
voorwaardelijke invrijheidstelling
vervangende straf

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
9/5/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2695

Vraag nr. 5-4677 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het jaarverslag 2010 van het Directoraat-generaal van de justitiehuizen bevat opvallende en m.i. ook erg positieve informatie… ook al slaagden enkele media erin om zelfs deze cijfers als een doembeeld voor te stellen. De minister verwijst, m.i. terecht naar het belang van de Justitiehuizen hieromtrent. Hij noemt deze "het menselijke gelaat bij uitstek van Justitie". Ik citeer hem graag en met respect, want hierdoor geeft Justitie eindelijk ook een rapportage die niet meteen de algemene malaise en zelfs de dreigende depressie over onze rechtspraak en rechtsorganisatie voedt. Oef.

De justitiehuizen behandelen steeds meer dossiers, voor het grootste deel het begeleiden van autonome werkstraffen. In 2010 groeide deze aanpak met 10.516 nieuwe dossiers. Daarnaast volgt men daar 1.259 veroordeelden op met een elektronische enkelband.

In deze verslaggeving vind ik o.a. positieve resultaten bij de voorwaardelijke invrijheidstelling. Zo pleegt maar 5,5% nieuwe strafbare feiten. Anderzijds blijken 42,4% van de voorwaardelijk in vrijheidsgestelde mensen te mislukken, maar dit relatief hoge percentage bestaat voor 86% over het niet naleven van de voorwaarden.

Kan de minister in algemeenheid de positieve evolutie van de werking van de justitiehuizen beamen? Zal de minister daarom ook dit instrument in de toekomst nog meer middelen en kansen ter beschikking stellen? In welke mate en wanneer zal zich dit concretiseren via meer personeel, meer werkingsmiddelen en meer investeringen?

Hoe verklaart de minister het relatief hoge percentage van voorwaardelijk in vrijheidgestelde mensen, namelijk 42,4%, van inbreuken tegen de opgelegde voorwaarden dat toch in schril contrast staat tot het lage recidive percentage? Hoe beoordeelt de Minister de hypothese dat de opgelegde voorwaarden niet meer overeenstemmen met de levenswijze en -omstandigheden van 2011? Plant de minister hieromtrent maatregelen? Of beoordeelt de Minister de opgelegde voorwaarden als billijk en verdedigbaar?

Met welke prioriteit en op welke wijze zal de minister het systeem van de werkstraffen verder uitbouwen en nieuwe en meer kansen bieden?

Betekent deze toch positieve evaluatie dat Justitie zich steeds meer op het "menselijke" vlak zal ontplooien en de oubollige maar koppige strafcultuur inruilt voor een meer pedagogische en menswaardige aanpak?

Antwoord ontvangen op 9 mei 2012 :

De justitiehuizen werden opgericht in 1999 met het oog op de herstructurering van het parajustitiële werkveld. De Justitiehuizen kenden een enorme groei en deze tendens tekent zich reeds van bij hun oprichting af. Er werd de afgelopen jaren dan ook regelmatig geïnvesteerd in personele middelen voor deze dienst. Het jaarverslag van 2010 bevat een rijkdom aan informatie die een pertinente weergave is van de werking van de justitiehuizen. De gepresenteerde cijfergegevens duiden op een transparante en open communicatie en laten toe doorgedreven analyses uit te voeren in functie van de toekomst van de justitiehuizen.

Volgend relevant cijfermateriaal met betrekking tot de voorwaardelijke invrijheidsstelling kan gedistilleerd worden.

De verklaring voor het vrije hoge mislukkingspercentage kan gevonden worden in de systematische en procesgestuurde aanpak van het begeleidingswerk door de justitieassistenten. Dit zorgt voor een nauwe opvolging van de justitiabele waardoor inbreuken tegen de voorwaarden vlotter kunnen worden vastgesteld en gerapporteerd. De justitiehuizen ervaren ook dat de strafuitvoeringsrechtbank snel en efficiënt ingrijpt. De zichtbaarheid van problematische dossiers is groot, wat een positieve evaluatie van de opvolging van de dossiers impliceert.

De voorwaarden worden bepaald door de opdrachtgevende overheid. Deze opdrachtgever bepaalt de voorwaarden waarvan ze inschat dat er een verband bestaat met het gepleegde delict en die een middel kunnen zijn om het plegen van nieuwe feiten te vermijden. De voorwaarden vormen een weerspiegeling van de (levens)domeinen die door de opdrachtgevende overheid, meestal in relatie met de gepleegde feiten of met de gevolgen voor het slachtoffer, als problematisch worden ingeschat. Vanuit deze optiek moeten de voorwaarden beschouwd worden als werkinstrumenten met als doel het risico op recidive te verminderen. Deze worden samen met de justitiabele verder geconcretiseerd en er wordt betekenis aan gegeven.

Op het niveau van het DG MJH en binnen de federale, regionale en lokale overlegstructuren (koninklijk besluit (KB) van 1 oktober 2008) werd reeds veel aandacht besteed aan de criteria waaraan een ‘werkbare’ voorwaarde dient te voldoen. In een reeks aanbevelingen werden kenmerken als maatgericht, responsabiliserend, verifieerbaar, duidelijk, eenvormig,.. opgelijst.

In 2010 werden 10 516 nieuwe mandaten ter uitvoering van een autonome werkstraf overgemaakt aan de justitiehuizen, wat een stijging betekent van 120 % ten opzichte van 2003, het eerste volledige jaar dat de werkstraf werd toegepast. Het is duidelijk dat deze alternatieve sanctie nog steeds erg populair is.

Voor de omkadering van deze alternatieve straf kan de justitieassistent beroep doen op het inmiddels sterk uitgebouwd aanbod aan gesubsidieerde projecten of rechtstreeks beroep doen op de talrijke prestatieplaatsen in de samenleving die zich daartoe vrijwillig hebben geëngageerd.

De subsidiereglementeringen, die de huidige organisatiewijze gestalte hebben gegeven, zijn echter achterhaald en voldoen niet meer aan de actuele noden en behoeften. In het kader van de toekomstige communautarisering van de betoelaagde opdrachten, zal bijzonder aandacht aan deze vraag gegeven worden teneinde een meer efficiënt, transparant en eigentijds systeem te bereiken.

Ik treed u bij in uw mening betreffende de globaal positieve analyse van de justitiehuizen die hun doelen geformuleerd bij oprichting duidelijk bereiken. De humaniseringstendens van justitie blijft verder aangehouden.