Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4591

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Overheidsgebouwen - Actief patrimoniumbeleid - Leegstand - Bestemming

openbaar gebouw
Regie der Gebouwen

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
26/11/2012Herkwalificatie
12/2/2013Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-694
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-2722

Vraag nr. 5-4591 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Leegstand kost geld. Daarom is het voeren van een actief patrimoniumbeleid economisch belangrijk en noodzakelijk. Gebruiken, verhuren, verkopen brengt geld op, potentieel interessante opbrengsten voor de federale overheid. Deze tellen zeker in periodes van tekorten en verlichten bovendien de belastingsdruk op de burgers. Daarnaast bewijst een degelijk en efficiënt patrimoniumbeleid een goede beheersstijl.

Een actief beheer van het gebouwenbestand draagt ook heel wat potentieel die het maatschappelijk belang dient. Gekaderd in de actualiteit kan dit bijvoorbeeld de opvang van asielzoekers en daklozen in een noodsituatie optimaliseren. Daarnaast biedt dit beleid ook kansen aan sociale en culturele organisaties en voorzieningen.

Ik heb daarom de volgende vragen:

1. Hoeveel gebouwen, eigendom van de federale overheid en van de federale autonome overheidsbedrijven en -instellingen, staan er momenteel leeg? Om hoeveel vierkante meter gaat het per gebouw? Hoelang staan deze gebouwen reeds leeg en wat zijn de voornaamste redenen voor deze leegstand?

2. Welke plannen bestaan er op middellange termijn voor deze gebouwen? Welke van deze gebouwen zullen door de federale overheid opnieuw in gebruik worden genomen, welke zullen op korte termijn worden verkocht en voor welke gebouwen is de toekomst nog niet uitgemaakt?

3. Welke van de gebouwen vertonen tekenen van verkrotting en/of verwaarlozing? Welke van deze gebouwen maken het voorwerp uit van een heffingsprocedure in het kader van een decretale en/of reglementaire bepalingen tegen leegstand, verkrotting en verwaarlozing? Wat is het totaal bedrag van deze heffingen voor de voorbije vijf kalenderjaren?

4. Hoeveel van deze gebouwen worden momenteel bewoond door gelegenheidsbewoners om hun leegstand te vermijden? Wie zijn deze gebruikers, hoe liggen de kosten en baten hiervoor?

5. Kan de minister mij vertellen welke van deze gebouwen eventueel geschikt zijn voor een tijdelijke noodopvang van personen en gezinnen, of met minimale kosten op korte termijn hiervoor geschikt kunnen worden gemaakt?

6. Kan de hij mij vertellen welke van deze gebouwen eventueel geschikt zijn voor een huisvesting van culturele of sociale of andere filantropische of op het algemeen belang gerichte initiatieven en of er hieromtrent al contacten of overwegingen bestaan?

7. Hoeveel gronden, in eigendom van de federale overheid en van de federale autonome overheidsbedrijven en instellingen, liggen braak? Hoeveel oppervlakten beslaan deze gronden? Wat zijn de kosten die aan deze toestand zijn verbonden? Welke plannen zijn er gemaakt of worden er overwogen voor een beter gebruik van deze gronden? Kan de geachte minister mij vertellen welke van deze terreinen er eventueel geschikt zijn voor ofwel natuurgebied ofwel recreatie?

Antwoord ontvangen op 12 februari 2013 :

1.    De Regie der Gebouwen beheert thans 952 complexen als Staatseigendom - waarvan elk complex een of meerdere constructie-eenheden bevat - hetzij 3 045 constructie-eenheden met een totale vloeroppervlakte van 4 899.913 m². 

Van deze 952 complexen zijn er 192 met ten minste één constructie-eenheid, die onbezet is.

In het totaal zijn er 350 constructie-eenheden, voor het grootste deel logementen, die onbezet zijn, dit met een totale oppervlakte van 176 601 m². (Bijlage 1 – een lijst per Gewest) 

De voornaamste redenen van deze leegstand zijn :

b.    Leegstand in afwachting van de verkoop van een gebouw: in de periode tussen de beslissing tot desaffectatie, de feitelijke overdracht van het gebouw aan het Aankoopcomité en de verkoop zelf. Bijvoorbeeld de . ex-rijkswachtgebouwen en logementen ingevolge het koninklijk besluit van 9 november 2003 met betrekking tot de politiehervorming 

c.    Tijdelijke leegstand om andere redenen bv. in afwachting van een beslissing met betrekking tot verdere bezetting of verkoop 

Aangezien de gebouwen van de federale autonome overheidsbedrijven en –instellingen niet tot mijn bevoegdheid behoren, zijn hierover geen inlichtingen bekend. 

2.    In functie van de in punt 1 vermelde opdeling bestaat er vanuit de Regie der Gebouwen volgende planning met deze leegstaande gebouwen :

a.    Verkoop op korte, middellange of lange termijn (de gebouwen met de beheercode D of G in de derde kolom)

b.    Nog onbepaalde bestemming (andere codes)  

3.    Een aantal van deze gebouwen vertonen inderdaad tekenen van verkrotting en/of verwaarlozing. Andere gebouwen hebben het voorwerp uitgemaakt van een heffingsprocedure in het kader van decretale en/of reglementaire bepalingen tegen leegstand, verkrotting en verwaarlozing.

De leegstaande gebouwen die tekenen van verkrotting en/of verwaarlozing vertonen worden in de derde laatste kolom van de lijst, vermeld onder punt 1, aangekruist.

Het bedrag van de heffing, die de laatste vijf jaar betaald werd in het kader van de decretale en/of reglementaire bepalingen tegen leegstand, verkrotting en verwaarlozing wordt vermeld in de tweede laatste kolom 

4.    De Regie der Gebouwen heeft op 30 september 2011 voor een periode van drie jaar een overeenkomst afgesloten met de BVBA Interim Vastgoedbeheer uit Wilrijk aan wie zij het beheer en de bescherming van haar tijdelijk leegstaande gebouwen kan toevertrouwen. Als gevolg daarvan worden op dit ogenblik een tiental panden bewoond door gelegenheidsbewoners en bevinden zich 25 projecten in voorbereidingsfase. 

De overeenkomst kadert in het strategisch vastgoedbeleid van de Regie der Gebouwen om haar tijdelijk leegstaande gebouwen in goede staat te houden en te vermijden dat ze in verval geraken of gekraakt worden in afwachting van bijvoorbeeld hun verkoop of herbestemming. 

Er wordt alleen gebruik gemaakt van deze leegstandsbescherming indien het betrokken gebouw niet kan gebruikt worden door een openbare dienst, niet tijdelijk verhuurd kan worden en ook niet tijdelijk gebruikt kan worden door bijvoorbeeld Fedasil of de Dienst Vreemdelingenzaken. 

Voor elk leegstaand gebouw wordt afzonderlijk onderzocht of het in aanmerking komt voor dit type leegstandbescherming. Indien dit het geval is, maakt de dienstverlener een beheervoorstel voor het pand en worden de gebruiksmodaliteiten bepaald in een afzonderlijke overeenkomst per gebouw.  

De dienstverlener sluit daarna zelf een bruikleenovereenkomst met gebruikers die door hem geselecteerd worden en die onder bepaalde voorwaarden het gebouw tijdelijk zullen kunnen gebruiken of bewonen. 

De dienstverlener staat in voor de installatie, het onderhoud en de verwijdering van bijvoorbeeld mobiele douchecabines, boilers, verwarmingstoestellen, brandpreventie, mobiele keukeneenheden, enz.  

Hij staat in voor de kleine herstellingen, houdt het gebouw, de tuin en de onmiddellijke omgeving schoon, en zorgt voor een vorstvrije verwarming. Hij controleert dit op regelmatige tijdstippen en stelt ten behoeve van de Regie der Gebouwen om de drie weken een verslag op over de algemene staat van het gebouw, de identiteit van de gebruikers en het energieverbruik. Daarnaast zorgt hij voor een goede communicatie met de naburige buurtbewoners en de lokale Politie.

De aanwezigheid van gebruikers vermijdt vandalisme, kraak, sluikstorten en calamiteiten die niet meteen opgemerkt worden. 

Met dit type van leegstandbescherming kan de Regie der Gebouwen deze gebouwen op een flexibele wijze beheren. Zij kan te allen tijde terug over de gebouwen beschikken mits een minimum bezetting van drie maanden en een vooropzeg van 4 weken.

De Regie der Gebouwen betaalt geen vergoeding voor de leegstandsbescherming. In de gevallen waar het energieverbruik niet registreerbaar is per gebruiker (bij niet-residentieel vastgoed zoals kantoorgebouwen) blijven de nutsvoorzieningen op naam van de Regie staan, maar ontvangt zij een compensatie voor het energieverbruik door de bruiklener. 

De buurtbewoners van leegstaande gebouwen reageren positief op het initiatief omdat hun subjectief gevoel van onveiligheid (krakers, vandalisme, verloedering) sterk wordt verminderd.  

5.    Sommige gebouwen of logementen kunnen inderdaad geschikt gemaakt worden voor een tijdelijke noodopvang van personen en gezinnen. In verband met het probleem van de asielopvang werden, bijvoorbeeld in samenspraak met Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken gebouwen ter beschikking gesteld voor deze asielzoekers (zie lijst van ter beschikking gestelde gebouwen in bijlage 2). Daarenboven worden in afwachting van een definitieve verkoop en om leegstand te vermijden sommige gebouwen met een contract ten precaire titel en tegen betaling tijdelijk ter beschikking gesteld van Politiezones, Gemeenten en Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s), gepensioneerde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, de FOD Financiën en de vroegere rijkswacht, andere openbare en privaatinstellingen, enz.

Het spreekt vanzelf dat deze gebouwen niet opgenomen worden in de lijst, vermeld onder punt 1. 

6.    Wellicht zullen bepaalde gebouwen geschikt zijn voor de huisvesting van culturele of sociale of andere filantropische of op het algemeen belang gerichte initiatieven. Alhoewel de huisvesting van deze instanties niet tot de core-business van de Regie der Gebouwen behoort, wordt niettemin elke vraag tot bezetting onderzocht. In het positief geval kan eventueel, dit in afwachting van een verkoop, een (huur)contract ten precaire titel afgesloten worden.  

7.    In bijlage wordt een lijst gevoegd, in bijlage3, met de gronden, eigendom van de federale staat en beheerd door de Regie der Gebouwen die geheel of gedeeltelijk braak liggen, dit met de opgave van het aantal m² terreinoppervlakte. Een groot aantal van deze braakliggende terreinen heeft betrekking op de zogenaamde grondoverschotten, waarvan op basis van de beslissing van 6 februari 1990 vanwege het Overlegcomité Federale Regering – executieven de opbrengst van de verkoop van deze goederen, die vóór 1 januari 1989 werden overgedragen aan het Aankoopcomité toekomt aan de federale overheid en meer bepaald aan het Financieringsfonds van de Regie der Gebouwen (cfr. Artikel 335 paragraaf 3 van de programmawet van 22 december 1989 – Belg. Staatsblad van 30 december 1989).

Voornoemde grondoverschotten hebben een zo kleine oppervlakte of zijn zo slecht gelegen dat ze als bijzonder moeilijk verkoopbaar worden beschouwd. Deze toestand brengt inderdaad kosten (maaien, bodemattest enz.) en een administratieve overlast mee voor de Regie der Gebouwen. Wat deze grondoverschotten betreft dient in samenwerking van de aankoopcomités te worden onderzocht of er acties kunnen worden ondernomen naar specifieke doelgroepen toe om een verkoop vooralsnog mogelijk te maken.

Andere terreinen werden eertijds aangekocht, teneinde hierop een bouwproject te kunnen starten, waarvan later om diverse redenen afgestapt werd. 

Of er terreinen geschikt zouden voor een natuurgebied of een recreatiegebied laat ik over aan de bevoegde gewestelijke ministers. De Regie zal de eventuele vragen hieromtrent vanwege de Gewesten met voldoende aandacht onderzoeken.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.