Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4501

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Veiligheidsbeleid - Criminaliteitsstatistieken - Publicatie - Internet

jeugdcriminaliteit
openbare veiligheid
criminaliteit
misdadigheid
officiële statistiek

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
24/4/2012Antwoord

Vraag nr. 5-4501 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Burgers in Engeland en Wales die willen weten hoeveel criminaliteit en antisociaal gedrag er zich voordoet in hun straat, buurt of stad, kunnen dat heel gemakkelijk. De criminaliteitsstatistieken worden door de overheid op dat niveau namelijk beschikbaar gesteld via het internet.

Maar ook in Nederland vinden we een gelijkaardig initiatief. In Amsterdam kunnen inwoners alle informatie over het veiligheidsbeleid in de stad raadplegen op de website voor een veilig Amsterdam. Sinds 2006 zijn op de website "Cijfers Leefbaarheid en Veiligheid " de afzonderlijke cijfers over leefbaarheid en veiligheid per buurt beschikbaar. Deze buurtcijfers geven elke twee maanden een beeld van de veiligheid in de verschillende buurten. Daar worden onder andere de aangiftecijfers en cijfers uit bevolkingsonderzoek gepresenteerd. Amsterdammers krijgen daarmee de mogelijkheid om zelf te zien hoe het er met de veiligheid in hun buurt voorstaat. In de Veiligheidsindex kunnen de ontwikkelingen in de buurt, het stadsdeel en de stad over een langere periode worden gevolgd. Met de index is het mogelijk de veiligheidssituatie van verschillende buurten te vergelijken ook in de tijd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de objectieve index (vooral gebaseerd op politiegegevens) en de subjectieve index (vooral gebaseerd op veiligheidsgevoelens). Daarnaast werden nog twee afzonderlijke indexen ontwikkeld om periodiek (elke vier maanden) inzicht te bieden in de jeugdcriminaliteit en risicofactoren in Amsterdam. De jeugdcriminaliteitindex geeft de mate van criminaliteit van jongeren per buurt weer, de risicofactorenindex geeft aan in hoeverre in buurten risicofactoren aanwezig zijn die de kans op jeugdcriminaliteit verhogen. De risicofactorenindex hangt sterk samen met de jeugdcriminaliteitindex.

Deze twee initiatieven zijn goede voorbeelden van transparante publicatie van criminaliteitsstatistieken. Op die manier wordt ook de burger nauwer betrokken bij het veiligheidsbeleid. De vraag is natuurlijk of dit ook voor ons land haalbaar en wenselijk is. Maar één van de speerpunten voor de huidige bestuursperiode is uiteraard veiligheid. Veiligheid is een basisrecht en verdient de komende jaren de prioriteit.

Zonder veiligheid immers geen vrijheid. Een slagkrachtige politie en justitie zijn ook noodzakelijk voor het vertrouwen in onze rechtstaat. Het garanderen van de veiligheid en het aanpakken van de onveiligheid zijn in die zin heel belangrijk.

In dit kader een volgende vraag: is de minister ook van mening dat de hierboven aangehaalde initiatieven goede voorbeelden zijn van transparante en up-to-date publicatie van criminaliteitsstatistieken en andere relevante informatie betreffende het gevoerde veiligheidsbeleid? Acht zijn het haalbaar en nuttig ook in ons land een gelijkaardig initiatief uit te werken waarbij de criminaliteitscijfers tot op microniveau beschikbaar worden gesteld? Hoe wil zijn dit initiatief precies vorm geven? Wil zij haar antwoorden motiveren en toelichten, eventueel aan de hand van de reeds bestaande initiatieven die dergelijke informatie in ons land toegankelijk maken voor de burgers.

Antwoord ontvangen op 24 april 2012 :

In ons land zijn reeds de nodige stappen gezet naar een up-to-date en transparante publicatie van criminaliteitsstatistieken en andere relevante informatie. Sinds 2010 worden de Politiële Criminaliteitsstatistieken (PCS) per kwartaal op het niveau van de gewesten, de provincies, de gerechtelijke arrondissementen, de politiezones en de gemeenten gepubliceerd op de website www.fedpol.be.

In het kader van het bevorderen van openbaarheid van bestuur en een cijfermatig onderbouwd, ‘evidence based’ beleid, werd er door de minister van Binnenlandse Zaken voor een open en transparante communicatie gekozen betreffende de misdrijven die door de politiediensten in België worden geregistreerd.

De PCS's worden sindsdien per kwartaal gepubliceerd, in plaats van twee maal per jaar zoals dit in het verleden het geval was. Met het opdrijven van de frequentie van publicatie en zonder afbreuk te doen aan de volledigheid, gelden deze cijfergegevens nog meer dan vroeger als een graadmeter of een barometer betreffende de in België geregistreerde criminaliteit. De meest recente evoluties betreffende de geregistreerde criminaliteit in België zullen kunnen worden opgevolgd.

In de praktijk betekent dit dat zowel de burger als de verschillende actoren binnen het veiligheidsbeleid over kwartaalcijfers beschikken voor de verschillende bestuursniveaus (lokaal, arrondissementeel, provinciaal, gewestelijk en federaal). Daarnaast blijft strategische lange termijnanalyse mogelijk omdat verschillende jaren in ogenschouw worden genomen.

De politie kan voor het opstellen en evalueren van haar operationele werking tevens steunen op eigen maandelijkse barometers en rechtstreekse bevraging van gegevensbanken.

De cijfers uit het bevolkingsonderzoek Veiligheidsmonitor zijn ook al verschillende jaren consulteerbaar op de website van de Federale Politie. De laatste gegevens dateren evenwel van 2009. Ze zijn beschikbaar tot op niveau van de arrondissementen en de politiezone- en gemeentetypen.

Technisch gezien is het ook in ons land ook mogelijk om instrumenten ter beschikking te stellen waarbij tot op een laag geografisch niveau cartografisch kan worden ingezoomd op criminaliteitsinformatie. Dit komt transparantie en hanteerbaarheid van de informatie ten goede, doch een goed begrip en duiding vraagt een correcte en objectieve omkadering van de gegevens. De haalbaarheid en wenselijkheid van uw voorstel zal onderzocht worden door de betrokken dienst.”