Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn - Verhoogde Staatstoelage - Criteria voor de steden en gemeenten - Aanpassing
OCMW
minimumbestaansinkomen
sociale integratie
sociale economie
opneming in het beroepsleven
28/12/2011 | Verzending vraag |
8/3/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-203
De federale overheid kent aan de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW's) van sommige steden en gemeenten een verhoogde staatstoelage toe - namelijk 25 %, wat de staatstoelage op 125 % leefloon brengt - voor specifieke initiatieven gericht op de sociale inschakeling.
Een koninklijk besluit van 11 juli 2002 legt de criteria vast waaraan de gemeenten moeten voldoen en op basis waarvan de gemeenten nominatief worden vastgelegd. Voormeld koninklijk besluit bevat voor 2003 een lijst van veertien Vlaamse, twaalf Brusselse en negen Waalse gemeenten.
Het ministerieel besluit van 20 mei 2010 tot vaststelling van de lijst van steden en gemeenten waarvan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn een verhoogde staatstoelage kunnen genieten voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling, legt de lijst vast voor 2010, waarbij 7.855.019,39 euro wordt verdeeld tussen de gemeenten van dezelfde, ongewijzigde lijst die in 2002 werd vastgelegd.
Voor 2010 wordt 2.903.247 euro voorbehouden aan Vlaamse gemeenten, 2.297.285 euro aan Brusselse en 2.654.485 euro aan Waalse gemeenten. Een analyse van die criteria leert dat kleinere centrumsteden onmogelijk op deze toelagen een aanspraak kunnen maken, hoewel ze, verhoudingsgewijs, even veel problemen kunnen hebben als in grotere steden.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1. Kan de staatssecretaris voor elke gemeente opgeven op grond van welke criteria (artikel 3 van het voormelde koninklijk besluit van 2002) ze voor betoelaging werd geselecteerd ? Zijn die criteria, voor wat de gemeenten betreft, gedurende de voorbije acht jaar steeds ongewijzigd gebleven?
2. In hoeveel betoelaagde OCMW's werd het gewestelijke gemiddelde van het aantal tewerkstellingen van gerechtigden op maatschappelijke integratie, overschreden? Wil de staatssecretaris die gegevens voor de betoelaagde gemeenten op een lijst zetten voor de voorbije acht jaar en tegelijkertijd voor alle Belgische OCMW's vermelden waar dat in die jaren niet het geval was?
3. In welke mate werden de sociale inschakelingsinitiatieven geėvalueerd en hoe luiden de conclusies? Wil de staatssecretaris aangeven waaruit de "specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling" juist bestonden? In welke mate verschillen die van de initiatieven die werden / worden genomen door de OCMW's die niet in de lijst voorkomen?
4. Hoeveel en welke OCMW's kregen in de voorbije acht jaar een negatieve beoordeling in toepassing van artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 2002? Aan hoeveel OCMW's werd, in toepassing van dit artikel 4, het saldo niet uitgekeerd en bijgevolg het voorschot van 75 % teruggevorderd?
5. Konden de door voormelde regelgeving begunstigde OCMW's in de voorbije periode ook een beroep doen op de traditionele maatregelen in het kader van de Sociale Inschakelingseconomie (SINE-maatregelen)? Zo ja, met hoeveel van die OCMW's werd gedurende deze acht jaar een overeenkomst gesloten en voor hoeveel tewerkstellingen? Graag cijfers per gewest.
1. Het koninklijk besluit van 23 december 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW’s) van sommige steden en gemeenten voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling, bepaalt in artikel 3 de criteria waaraan de OCMW’s moeten voldoen om aanspraak te kunnen maken op de verhoogde toelage. Het gaat hierbij om volgende criteria 1° opgenomen zijn in de lijst van plaatselijke overheden zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de staat in het kader van het stedelijk beleid, 2° minstens 40.000 inwoners tellen, 3° bediend worden door een OCMW dat hetzij de verhoogde staatstoelage van 60 % of 65 % geniet overeenkomstig artikel 18, § 2, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, hetzij de verhoogde staatstoelage van 60 % tot 65 % geniet overeenkomstig artikel 32, paragrafen 2 tot 5, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en 4° bediend worden door een OCMW waarvan het aantal tewerkstellingen van gerechtigden op een bestaansminimum of op maatschappelijke integratie met toepassing van artikel 60, paragraaf 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het gewestelijk gemiddelde overschrijdt. Deze criteria zijn gedurende de voorbije acht jaar ongewijzigd gebleven. De lijst van geselecteerde OCMW’s daarentegen is niet ongewijzigd gebleven.
2. Voor 17 van de 36 betoelaagde OCMW’s in 2010 overschreed de tewerkstelling artikel 60 paragraaf 7 het gewestelijk gemiddelde. Enkel voor Beveren was de overschrijding van het gewestelijke gemiddelde een determinerend criterium. De 16 andere gemeenten voldeden daarnaast aan minstens twee andere criteria. U kan in bijlage de lijst terugvinden voor wat betreft de betoelaagde gemeenten die voldeden aan een hogere gemiddelde tewerkstelling artikel 60 paragraaf 7 in vergelijking met het gewestelijke gemiddelde voor de voorbije zeven jaar (“lijst VST.xls”). Sinds het in voege treden van deze maatregel Verhoogde Staatstoelage – jaarlijks sinds 2003, wordt dit vierde criterium “tewerkstelling artikel 60 paragraaf 7 overschrijdt het gewestelijk gemiddelde” enkel berekend voor deze OCMW’s die aan één of meer van de drie voorgaande criteria voldoen of bijna voldoen.
3. De subsidie ‘verhoogde staatstoelage’ is erop gericht de centrum OCMW’s te ondersteunen in het uitbouwen en verdiepen van hun opleidings- en activeringsinspanningen. Het doel is om via opleiding, stage en via het gebruik van verschillende activeringsmaatregelen (artikel 60 paragraaf 7, sine, activa, DSP,invoeginterim, enz.) te komen tot een (duurzame) tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt. In de jaarlijkse overeenkomst met de Staatssecretaris dienen de geselecteerde OCMW’s te beschrijven welke concrete acties ze zullen ondernemen in dit kader. Naast deze inhoudelijke beschrijving dienen de OCMW’s eveneens kwantitatieve doelstellingen te formuleren op het vlak van tewerkstellingen. Sinds 2010 wordt de overeenkomst tussen het OCMW en de bevoegde Staatssecretaris uitgewerkt via de e-convention applicatie waarin deze doelstellingen worden gecentraliseerd. Bij de evaluatie wordt per OCMW bekeken of de vooropgestelde doelstellingen werden behaald. In dit kader heeft de POD MI een interessante analyse gemaakt van deze verhoogde staatstoelage voor de jaren 2008, 2009 en 2010 (http://www.mi-is.be/be-nl/ocmw/verhoogde-staatstoelages). Eén van de vaststellingen is dat het aantal gerealiseerde tewerkstellingen bij de OCMW’s die een verhoogde staatstoelage krijgt, in stijgende lijn is, hetgeen aantoont dat de subsidie leidt tot meer activeringstrajecten.
4. De OCMW’s die in de lijst zijn opgenomen krijgen een bepaald bedrag toegewezen en dit op basis van wat hierover bepaald is in het koninklijk besluit van 23 december 2002 waarnaar eerder verwezen. In februari dienen al deze OCMW’s hun verantwoordingsstukken in bij de POD MI voor controle. Op basis hiervan wordt een staat gemaakt van wat de OCMW’s gerealiseerd hebben in functie van de vooropgestelde doelstellingen. Niet verantwoorde kosten worden uiteraard niet terugbetaald. Indien het OCMW reeds te veel subsidie ontvangen heeft in voorschot (rekening houdend met het totaalbedrag van de verantwoorde kosten), wordt dit terug gestort.
5. De OCMW’s die in aanmerking komen voor de subsidie verhoogde staatstoelage (in het kader van het koninklijk besluit van 23 december 2002) kunnen uiteraard ook een beroep doen op de andere activeringsmaatregelen, waaronder SINE. Zoals gevraagd, kan u in bijlage een lijst terug vinden met de OCMW’s die in aanmerking kwamen voor een verhoogde staatstoelage en gebruik maakten van de sine-maatregel gedurende de laatste acht jaar.
Verhoogde Staatstoelage - SINE
Jaar |
Gewest |
OCMW |
Aantal sine tewerkstellingen |
2002 |
Brussel |
BRUSSEL |
1 |
2002 |
Brussel |
VORST |
2 |
2002 |
Brussel |
JETTE |
1 |
2002 |
Brussel |
SINT-GILLIS |
3 |
2002 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
1 |
2002 |
Brussel |
UKKEL |
4 |
2002 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
75 |
2002 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
1 |
2002 |
Vlaanderen |
BRUGGE |
1 |
2002 |
Vlaanderen |
GENT |
2 |
2002 |
Vlaanderen |
HASSELT |
1 |
2002 |
Wallonië |
CHARLEROI |
2 |
2002 |
Wallonië |
NAMEN |
2 |
2003 |
Brussel |
VORST |
3 |
2003 |
Brussel |
UKKEL |
2 |
2003 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
92 |
2003 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
3 |
2003 |
Vlaanderen |
LEUVEN |
1 |
2003 |
Vlaanderen |
BRUGGE |
1 |
2003 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
7 |
2003 |
Vlaanderen |
OOSTENDE |
1 |
2003 |
Vlaanderen |
AALST |
1 |
2003 |
Vlaanderen |
GENT |
4 |
2003 |
Vlaanderen |
HASSELT |
1 |
2003 |
Wallonië |
CHARLEROI |
3 |
2003 |
Wallonië |
HERSTAL |
1 |
2003 |
Wallonië |
SERAING |
1 |
2003 |
Wallonië |
NAMEN |
2 |
2004 |
Brussel |
BRUSSEL |
1 |
2004 |
Brussel |
VORST |
1 |
2004 |
Brussel |
SINT-GILLIS |
3 |
2004 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
1 |
2004 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
111 |
2004 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
3 |
2004 |
Vlaanderen |
LEUVEN |
3 |
2004 |
Vlaanderen |
BRUGGE |
1 |
2004 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
8 |
2004 |
Vlaanderen |
OOSTENDE |
1 |
2004 |
Vlaanderen |
AALST |
5 |
2004 |
Vlaanderen |
GENT |
2 |
2004 |
Vlaanderen |
HASSELT |
1 |
2004 |
Wallonië |
CHARLEROI |
26 |
2004 |
Wallonië |
HERSTAL |
2 |
2004 |
Wallonië |
SERAING |
2 |
2004 |
Wallonië |
VERVIERS |
1 |
2004 |
Wallonië |
NAMEN |
3 |
2005 |
Brussel |
BRUSSEL |
3 |
2005 |
Brussel |
VORST |
2 |
2005 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
6 |
2005 |
Brussel |
SCHAARBEEK |
2 |
2005 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
82 |
2005 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
1 |
2005 |
Vlaanderen |
LEUVEN |
1 |
2005 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
8 |
2005 |
Vlaanderen |
ROESELARE |
4 |
2005 |
Vlaanderen |
AALST |
2 |
2005 |
Vlaanderen |
GENT |
4 |
2005 |
Vlaanderen |
BERINGEN |
1 |
2005 |
Vlaanderen |
HASSELT |
1 |
2005 |
Wallonië |
CHARLEROI |
28 |
2005 |
Wallonië |
HERSTAL |
1 |
2005 |
Wallonië |
SERAING |
2 |
2005 |
Wallonië |
VERVIERS |
3 |
2005 |
Wallonië |
NAMEN |
4 |
2006 |
Brussel |
ANDERLECHT |
8 |
2006 |
Brussel |
BRUSSEL |
2 |
2006 |
Brussel |
ETTERBEEK |
4 |
2006 |
Brussel |
VORST |
6 |
2006 |
Brussel |
SINT-GILLIS |
3 |
2006 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
9 |
2006 |
Brussel |
SCHAARBEEK |
5 |
2006 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
78 |
2006 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
3 |
2006 |
Vlaanderen |
LEUVEN |
1 |
2006 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
7 |
2006 |
Vlaanderen |
OOSTENDE |
6 |
2006 |
Vlaanderen |
ROESELARE |
2 |
2006 |
Vlaanderen |
AALST |
2 |
2006 |
Vlaanderen |
GENT |
13 |
2006 |
Vlaanderen |
HASSELT |
1 |
2006 |
Wallonië |
CHARLEROI |
33 |
2006 |
Wallonië |
HERSTAL |
2 |
2006 |
Wallonië |
SERAING |
7 |
2006 |
Wallonië |
VERVIERS |
3 |
2006 |
Wallonië |
NAMEN |
6 |
2007 |
Brussel |
ANDERLECHT |
19 |
2007 |
Brussel |
BRUSSEL |
17 |
2007 |
Brussel |
ETTERBEEK |
6 |
2007 |
Brussel |
VORST |
5 |
2007 |
Brussel |
ELSENE |
3 |
2007 |
Brussel |
JETTE |
1 |
2007 |
Brussel |
SINT-GILLIS |
4 |
2007 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
7 |
2007 |
Brussel |
SCHAARBEEK |
8 |
2007 |
Brussel |
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE |
2 |
2007 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
71 |
2007 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
6 |
2007 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
10 |
2007 |
Vlaanderen |
OOSTENDE |
5 |
2007 |
Vlaanderen |
ROESELARE |
8 |
2007 |
Vlaanderen |
AALST |
1 |
2007 |
Vlaanderen |
GENT |
16 |
2007 |
Vlaanderen |
BERINGEN |
2 |
2007 |
Vlaanderen |
HASSELT |
1 |
2007 |
Wallonië |
CHARLEROI |
38 |
2007 |
Wallonië |
HERSTAL |
3 |
2007 |
Wallonië |
SERAING |
9 |
2007 |
Wallonië |
VERVIERS |
6 |
2007 |
Wallonië |
NAMEN |
6 |
2008 |
Brussel |
ANDERLECHT |
22 |
2008 |
Brussel |
BRUSSEL |
24 |
2008 |
Brussel |
ETTERBEEK |
6 |
2008 |
Brussel |
VORST |
3 |
2008 |
Brussel |
ELSENE |
6 |
2008 |
Brussel |
JETTE |
1 |
2008 |
Brussel |
SINT-GILLIS |
16 |
2008 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
14 |
2008 |
Brussel |
SCHAARBEEK |
25 |
2008 |
Brussel |
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE |
5 |
2008 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
82 |
2008 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
1 |
2008 |
Vlaanderen |
LEUVEN |
13 |
2008 |
Vlaanderen |
BRUGGE |
2 |
2008 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
10 |
2008 |
Vlaanderen |
OOSTENDE |
2 |
2008 |
Vlaanderen |
ROESELARE |
7 |
2008 |
Vlaanderen |
AALST |
1 |
2008 |
Vlaanderen |
DENDERMONDE |
1 |
2008 |
Vlaanderen |
GENT |
16 |
2008 |
Vlaanderen |
BERINGEN |
1 |
2008 |
Vlaanderen |
HASSELT |
2 |
2008 |
Wallonië |
CHARLEROI |
27 |
2008 |
Wallonië |
HERSTAL |
6 |
2008 |
Wallonië |
SERAING |
6 |
2008 |
Wallonië |
VERVIERS |
10 |
2008 |
Wallonië |
NAMEN |
8 |
2009 |
Brussel |
ANDERLECHT |
27 |
2009 |
Brussel |
BRUSSEL |
27 |
2009 |
Brussel |
ETTERBEEK |
1 |
2009 |
Brussel |
VORST |
4 |
2009 |
Brussel |
ELSENE |
8 |
2009 |
Brussel |
JETTE |
1 |
2009 |
Brussel |
SINT-GILLIS |
21 |
2009 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
19 |
2009 |
Brussel |
SCHAARBEEK |
27 |
2009 |
Brussel |
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE |
5 |
2009 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
78 |
2009 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
1 |
2009 |
Vlaanderen |
LEUVEN |
18 |
2009 |
Vlaanderen |
BRUGGE |
2 |
2009 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
9 |
2009 |
Vlaanderen |
OOSTENDE |
2 |
2009 |
Vlaanderen |
ROESELARE |
3 |
2009 |
Vlaanderen |
AALST |
2 |
2009 |
Vlaanderen |
GENT |
17 |
2009 |
Vlaanderen |
BERINGEN |
2 |
2009 |
Vlaanderen |
HASSELT |
3 |
2009 |
Wallonië |
CHARLEROI |
29 |
2009 |
Wallonië |
HERSTAL |
5 |
2009 |
Wallonië |
SERAING |
9 |
2009 |
Wallonië |
VERVIERS |
7 |
2009 |
Wallonië |
NAMEN |
12 |
2010 |
Brussel |
ANDERLECHT |
19 |
2010 |
Brussel |
BRUSSEL |
40 |
2010 |
Brussel |
ETTERBEEK |
1 |
2010 |
Brussel |
VORST |
3 |
2010 |
Brussel |
ELSENE |
8 |
2010 |
Brussel |
SINT-GILLIS |
17 |
2010 |
Brussel |
SINT-JOOST-TEN-NODE |
11 |
2010 |
Brussel |
SCHAARBEEK |
33 |
2010 |
Brussel |
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE |
5 |
2010 |
Vlaanderen |
ANTWERPEN |
98 |
2010 |
Vlaanderen |
MECHELEN |
3 |
2010 |
Vlaanderen |
LEUVEN |
15 |
2010 |
Vlaanderen |
BRUGGE |
2 |
2010 |
Vlaanderen |
KORTRIJK |
11 |
2010 |
Vlaanderen |
OOSTENDE |
2 |
2010 |
Vlaanderen |
ROESELARE |
2 |
2010 |
Vlaanderen |
AALST |
4 |
2010 |
Vlaanderen |
GENT |
22 |
2010 |
Vlaanderen |
BEVEREN |
1 |
2010 |
Vlaanderen |
BERINGEN |
1 |
2010 |
Vlaanderen |
HASSELT |
3 |
2010 |
Wallonië |
CHARLEROI |
28 |
2010 |
Wallonië |
HERSTAL |
6 |
2010 |
Wallonië |
SERAING |
10 |
2010 |
Wallonië |
VERVIERS |
6 |
2010 |
Wallonië |
NAMEN |
22 |