Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3840

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 1 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Antidepressiva - Minderjarigen - Registratie - Beleid

geestesziekte
jongere
geneesmiddel
kind
kosten voor gezondheidszorg
officiële statistiek
geografische spreiding
leeftijdsverdeling
verdeling naar geslacht

Chronologie

1/12/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4577

Vraag nr. 5-3840 d.d. 1 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In België worden antidepressiva voor de behandeling van depressie bij kinderen en jongeren weliswaar voorgeschreven maar niet geregistreerd.

Heel wat studies tonen zich uitermate kritisch over gebruik van antidepressiva bij de behandeling van depressies bij jonge mensen. Er rijzen heel wat twijfels over hun doeltreffendheid en bovendien - en dat klinkt erg beangstigend - voorspellen deze studies een hoger risico op zelfmoordgedachten en automutilatie.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe evolueerde het geregistreerde gebruik van antidepressiva jaarlijks in de periode 2001 - 2010 bij minderjarigen? Kan de geachte minister deze cijfers tevens opdelen per levensjaar, geslacht en per provincie (en gewest)? Hoe evalueert en duidt de minister deze cijfers?

2) Hoeveel kostte dit gebruik jaarlijks aan de Sociale Zekerheid, voor dezelfde periode?

3) Hoeveel van dit gebruik kan worden gekoppeld aan een langdurig gebruik, dit betekent meer dan zes maanden?

4) Welke zijn volgens de geachte minister de oorzaken van deze jaarlijkse stijging van het gebruik van antidepressiva bij kinderen? Is zij bekend met de studies ( onder andere van de Food and Drugs Administration) die het gebruik van de antidepressiva door kinderen en jongeren linken aan verhoogd risico op zelfmoordgedachten? Wordt het gebruik van antidepressiva door kinderen nauwkeurig en wetenschappelijk opgevolgd in België?

5) Rekening houdend met de mogelijke tijdbommen die het gebruik van deze medicatie kan betekenen, gaf zij opdracht tot intensieve en duurzame monitoring van het voorschrijfgedrag en onderzoek naar causale verbanden met andere pathologieën?

6) Welke concrete stappen heeft zij ondernomen om het gebruik van deze middelen door kinderen en jongeren terug te dringen? Welke concrete stappen zal zij verder nemen? Bestaat er hierover overleg en samenwerking met de gemeenschappen?