Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3544

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 20 oktober 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Sociale verkiezingen - Vaststelling van het aantal mandaten - In rekening nemen van de uitzendkrachten - Arrest van het Hof van Cassatie van 30 maart 2009 - Risico op conflicten - Maatregelen

vakbondsverkiezing
tijdelijk werk
vakbondsvertegenwoordiger
Nationale Arbeidsraad

Chronologie

20/10/2011Verzending vraag
6/12/2011Antwoord

Vraag nr. 5-3544 d.d. 20 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Voor de toepassing van de wet betreffende de sociale verkiezingen heeft men altijd geoordeeld dat voor de vaststelling van het aantal mandaten op dag X geen rekening moest worden gehouden met de uitzendkrachten.

Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 30 maart 2009 echter een andere uitspraak gedaan, namelijk dat uitzendkrachten die in een onderneming werken op de dag dat de datum van de verkiezingen moet worden meegedeeld, in aanmerking komen voor de berekening van het aantal personeelsleden in die onderneming, en bijgevolg ook voor het vastleggen van het aantal effectieve leden en plaatsvervangers van de afvaardiging van het personeel binnen de ondernemingsraad van het bedrijf.

Moeten de ondernemingen, in het licht van die recente rechtspraak, voor de vaststelling van het aantal mandaten rekening houden met de uitzendkrachten in dienst op de dag waarop het bericht met de aankondiging van de datum van de verkiezingen 2012 zal worden uitgehangen? Dreigt dat verschil tussen de wet en de rechtspraak geen conflicten te veroorzaken? Zo ja, welke maatregelen zullen worden genomen om dat te voorkomen?

Antwoord ontvangen op 6 december 2011 :

De interpretatie van artikel 25 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, in combinatie met de bepalingen opgenomen in de uitvoeringsbesluiten van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (of in de wetten die in dit kader werden aangenomen), hield tot de sociale verkiezingen van het jaar 2008 in dat uitzendkrachten tewerkgesteld bij een gebruiker meetelden bij deze onderneming voor de berekening van de drempel van werknemers die gemiddeld werden tewerkgesteld bij de gebruiker gedurende het refertejaar. Hierbij komen enkel de uitzendkrachten die geen vaste werknemer in de onderneming vervangen wiens overeenkomst geschorst is, in aanmerking. Hiertoe verplicht een koninklijk besluit dat om de vier jaar wordt aangenomen de betrokken ondernemingen om een personeelsregister bij te houden dat de uitzendkrachten telt die gedurende het vierde kwartaal van het refertejaar werden tewerkgesteld.

Wat betreft de bepaling van het aantal mandaten op dag X daarentegen, werden de uitzendkrachten tot de voorgaande sociale verkiezingen niet in aanmerking genomen bij de gebruiker. De regelgeving aangaande de sociale verkiezingen bevat immers geen enkele specifieke bepaling op basis waarvan de uitzendkrachten zouden moeten worden meegeteld bij de berekening van het aantal mandaten.

In een arrest van 30 maart 2009 heeft het Hof van Cassatie echter geoordeeld dat uitzendkrachten die op dag X zijn tewerkgesteld bij een gebruiker moeten worden meegeteld bij deze, zowel voor de berekening van de drempel, als voor de berekening van de mandaten.

Het Hof van Cassatie heeft zich daarentegen niet uitgesproken over de vraag of uitzendkrachten verder in aanmerking moeten worden genomen voor de verdeling van de mandaten over de verschillende personeelscategorieën. In dat kader moet overigens worden opgemerkt dat de gegevens die nodig zijn voor deze verdeling van de mandaten niet steeds gekend zijn bij de gebruiker.

Zoals dit steeds gebeurt voorafgaand aan elke periode van sociale verkiezingen, hebben de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad een advies uitgebracht over de wijzigingen die zij wilden aanbrengen in de bestaande regelgeving. Dit advies nr. 1748 was niet unaniem wat betreft de invloed van de uitzendkrachten bij de bepaling van het aantal mandaten. De regelgeving werd dan ook niet gewijzigd op dit punt.

De brochure die door mijn administratie werd opgesteld en raadpleegbaar is op de website van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, verwijst naar het arrest van het Hof van Cassatie.

Aangezien de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen geen bepaling voorziet die in strijd is met de rechtspraak van het Hof van Cassatie, moeten de ondernemingen voortaan het aantal mandaten toe te kennen aan de werknemersvertegenwoordigers in een ondernemingsraad of een comité voor preventie en bescherming op het werk, berekenen op basis van het personeel tewerkgesteld op dag X, rekening houdend met de uitzendkrachten die op die dag zijn tewerkgesteld. Men kan dan ook niet spreken van een tegenstrijdigheid tussen de wet en de rechtspraak.