Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-341

van Christine Defraigne (MR) d.d. 9 november 2010

aan de minister van Klimaat en Energie

Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen - Uitvoering - Informatie van de hoven en rechtbanken - Bericht aan de consumenten - Maatregelen

burgerlijke procedure
grensoverschrijdende samenwerking
judiciële rechtspraak
verordening (EU)
consumentenvoorlichting

Chronologie

9/11/2010Verzending vraag
20/12/2010Antwoord

Vraag nr. 5-341 d.d. 9 november 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

Een recente Europese verordening 861/2007 van 11 juli 2007 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europese procedure voor de regeling van geringe vorderingen voert een eenvoudige en goedkope gerechtelijke procedure in voor grensoverschrijdende consumentenvorderingen tot 2000 euro.

Die verordening is op 1 januari 2009 in werking getreden maar ze is klaarblijkelijk beperkt tot de bepalingen van artikel 25 van de verordening. In dat artikel is bepaald: “Uiterlijk op 1 januari 2008 doen de lidstaten de Commissie mededeling van:

- de gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen;

- de communicatiemiddelen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, ten behoeve van de procedure worden aanvaard en de gerechten ter beschikking staan;

- het antwoord op de vraag of krachtens hun procesrecht hoger beroep overeenkomstig artikel 17 mogelijk is en bij welk gerecht dit kan worden ingesteld;

- de ingevolge artikel 21, lid 2, punt b), aanvaarde talen, en

- de instanties die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging en de instanties die bevoegd zijn voor de toepassing van artikel 23.”

In tegenstelling tot andere ons omringende landen werd evenwel geen enkele bijkomende maatregel of wettelijke bepaling genomen. Er is geen enkele informatiebrochure opgesteld en er werd geen enkele informatiecampagne gevoerd. De rechtbanken zelf blijken niet geďnformeerd te zijn.

In juni 2010 heeft Test-Aankoop anonieme bezoeken aan de griffies van vijf vredegerechten en vijf rechtbanken van eerste aanleg in de drie gewesten gebracht. De vaststellingen zijn onthutsend. De vredegerechten bleken helemaal niet op de hoogte van het bestaan van die procedure, slechts twee van de vijf rechtbanken kon onmiddellijk enige informatie over dit onderwerp verschaffen, en één rechtbank op de vijf moest opzoekingswerk doen vooraleer ze een inlichting kon geven.

Wat denkt de minister te doen om dat te verhelpen?

De voorbeeldformulieren blijken bovendien niet beschikbaar, hoewel dat bepaald is in artikel 4, 5° van de verordening.

Wanneer zullen ze beschikbaar zijn?

Ingevolge het gebrek aan informatie en de gebrekkige uitvoering, is het niet verwonderlijk dat die procedure helemaal geen succes heeft in ons land.

Antwoord ontvangen op 20 december 2010 :

Deze vraag behoort tot de bevoegdheden van de minister van Justitie.

Ik kan eraan toevoegen dat het Europees Centrum voor de Consument, gelegen in Brussel en gesubsidieerd door de Europese Commissie en de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie zeer volledige informatie hierover verschaft op zijn website.