Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3302

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 30 september 2011

aan de minister van Justitie

Verviers - gevangenis - Cipiers - Sociaal conflict - Staking

strafgevangenis
gevangenispersoneel
sociaal conflict
staking

Chronologie

30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4693

Vraag nr. 5-3302 d.d. 30 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik heb de voorbije maanden de geachte minister regelmatig ondervraagd over de vele stakingen bij de cipiers van gevangenissen. Het lijkt wel een onafgebroken reeks, waarbij de ene staking bijna naadloos overgaat in de andere. Steeds opnieuw blijkt dat de cipiers worden geconfronteerd met onvoorziene omstandigheden, het breken van beloftes, het niet nakomen van afspraken enz.

Steeds opnieuw verwijst de minister in zijn antwoorden naar een achterstand in de infrastructuur, stokkende verbouwingen, mislopen aanbestedingen, fout begrepen overeenkomsten met de vakbonden enz. Ik besef dat het gevangeniswezen - in al zijn trieste dimensies - een complex en weinig voldoeninggevend beleidsterrein is en blijft.

Toch kan ik moeilijk anders dan keer op keer, bijna maandelijks, dan de minister te confronteren met weerom een op 't eerste zicht onbegrijpelijk conflict. Zo ook in Verviers, daar zegden de cipiers voor maandagavond 26 september een staking aan. Als reden verwijzen zij naar de voorstellen van hun directie rond de ontruiming van de gevangenis vanaf 31 oktober. Vanaf dat moment wordt de gevangenis helemaal leeg gemaakt omdat het gebouw wegens constructiefouten niet meer veilig zou zijn… een feit dat op zich weerom een vraag aan de minister zou legitimeren. De vakbonden gaan niet akkoord met de financiële compensaties voor hun overplaatsingen. Ze vroegen daarvoor een onderhoud met de minister.

1) Hoe reageerde de minister op de vraag tot onderhoud vanwege de cipiers van de gevangenis van Verviers?

2) Hoe verklaart hij deze stakingsaanzegging? Veroordeelt hij de vragen van de cipiers als buitensporig en ongepast en volgt hij de voorstellen van de directie? Of vindt hij grond in de klachten en wil hij ijveren voor een aangepaste en relevante vergoeding voor de overplaatsingen?

3) Hoe komt dit soort van ingrepen in een gevangenis steeds opnieuw aanleiding geven tot syndicale acties? Vindt de minister dat de vakbonden hier systematisch hun boekje te buiten gaan of zijn de betrokken directies onmachtig of onbekwaam om een rustig sociaal overleg te voeren?

4) Op welke wijze eindigde dit sociaal conflict en hoe evalueert de minister deze oplossing?