Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2912

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 1 augustus 2011

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Onlineverkoopsites - Verkoop van namaakproducten - Aansprakelijkheid en risico's

internetsite
elektronische handel
namaak
intellectuele eigendom
cosmetisch product
gerechtelijke vervolging
tussenhandelaar
arrest van het Hof (EU)
aansprakelijkheid

Chronologie

1/8/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-6617

Vraag nr. 5-2912 d.d. 1 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

In 2007 heeft de groep L'Oréal in vijf landen (België, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Spanje) klacht wegens namaak ingediend tegen de veilingsite eBay, nadat was vastgesteld dat op de website valse parfums en cosmetica werden verkocht. De klacht van L'Oréal werd in België in eerste aanleg verworpen. Daarom had L'Oréal zich tot de Europese Justitie gericht opdat die een uitspraak zou doen in het geschil met eBay.

De advocaat-generaal van het Europees Gerechtshof was van oordeel dat als het misbruik van een merknaam aan eBay was betekend en dezelfde gebruiker die inbreuk voortzet of herhaalt, de website aansprakelijk is als hij niets heeft gedaan om de fraude te verhinderen.

In zijn arrest wijst het Europees Gerechtshof erop dat een onlinebedrijf aansprakelijk kan worden gesteld als namaakproducten op zijn site worden verkocht en als hij niet onverwijld optreedt om de betwiste gegevens van zijn site te verwijderen of ontoegankelijk te maken. Die betekening geldt vanaf het ogenblik waarop de bedrijfsleiding kennis heeft van de feiten.

Een site als eBay kan vervolgens gelast worden maatregelen te nemen om de identificatie van zijn klanten-verkopers te vergemakkelijken zodat een einde kan worden gemaakt aan de schendingen van het intellectueel eigendomsrecht en ervoor wordt gezorgd dat die schendingen zich niet opnieuw voordoen. Dit is wellicht een opdracht voor de staten en de nationale rechtbanken.

Zal dat arrest van het Europees Gerechtshof een weerslag hebben op de manier waarop de onlineverkoop van namaakproducten wordt vervolgd? Welk risico lopen onlinezaakvoerders als ze nalaten de maatregelen te nemen die het Europees Gerechtshof voorstaat?