Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2732

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 12 juli 2011

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Billijke vergoeding - Inning - Opvolging

auteursrecht
volgrecht
openbaarheid van het bestuur

Chronologie

12/7/2011Verzending vraag
12/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2732 d.d. 12 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor de derde maal moet ik de geachte minister bevragen met eenzelfde vraag, waarop in eerdere antwoorden niet werd ingegaan. Ik verwijs hier naar de schriftelijke vragen hieromtrent, nrs. 5-1067 en 5-2313.

De eerste vraag (5-2313) luidde " Hoeveel erkende agenten waren er actief in der periode… ". Zijn antwoord gaf aan hoeveel er jaarlijks erkend waren of werden geschrapt. Uit de cijfers valt niet met zekerheid op te maken hoeveel erkende agenten er op welk moment actief waren of zijn.

De laatste bijvraag van mijn eerste vraag (5-1067) luidde " Hoe zijn deze agenten verdeeld over de gewesten? ". Hij gaf hierop geen antwoord.

De onduidelijkheid van deze antwoorden noodt tot bijkomende vragen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel erkende agenten waren er jaarlijks actief in de periode van 2000 tot 2010? Daarmee wordt ondubbelzinnig bedoeld hoeveel " mensen " er dat jaar op het terrein controles en inningen als erkende agent uitvoerden.

2) Hoe waren (zijn) deze erkende agenten verdeeld over de drie gewesten, uitgedrukt in aantal personen per jaar, voor de periode van 2001 tot 2010? Indien de cijfers per gewest niet bestaan, dan kreeg ik graag een opsplitsing per provincie en voor Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

3) De geachte minister gaf aantallen van jaarlijkse controles door Simim en Uradex voor de periode 2007 tot en met 2010.

Hierbij de volgende aanvullende vragen:

a) Hoe waren deze jaarlijkse controles verdeeld over de gewesten voor dezelfde periode?

b) Hoeveel bedroegen de jaarlijks door deze controles geďnde bedragen per gewest en per provincie, dit voor de periode 2007-2010?

4) Hij verduidelijkte in zijn antwoord het verschil tussen de controle door een erkende en een niet-erkende agent. Dit was mij inderdaad al duidelijk. Mijn vraag luidt: aan welke criteria moeten de gevraagde bijkomende bewijzen voldoen, hoe kan de beheersvennootschap dan wel bewijzen dat er billijke vergoeding verschuldigd was of hoe kan een gebruiker bewijzen dat hij deze vergoeding minder of niet verschuldigd is?

5) Hoe komt het dat ik zo moeizaam antwoorden krijg op toch erg plausibele en gewone vragen? Wat weerhoudt hem om hieromtrent een gewone, vanzelfsprekende openheid te vertonen, die toezicht en vragen zoveel gemakkelijker maken?

Antwoord ontvangen op 12 september 2011 :

1. en 2. De controledienst beschikt over de volgende gegevens met betrekking tot het aantal actieve erkende agenten van SIMIM en URADEX voor de periode 2000 tot 2010:

Jaar

Vlaams

gewest

Waals

gewest

Brussels Hoofdstedelijk gewest + Waals-Brabant

Nationaal

Totaal

2000

6

3

2

2

13

2001

6

3

2

2

13

2002

5

2

2

2

11

2003

4

3

1

2

10

2004

4

2

1

2

9

2005

3

1

/

2

6

2006

3

1

/

2

6

2007

2

1

/

2

5

2008

2

1

1

2

6

2009

2

1

1

2

6

2010

2

1

1

1

5

In de periode 2005 tot 2007 waren er geen erkende agenten actief die specifiek door SIMIM en URADEX waren aangewezen voor controles in Brussel en Waals-Brabant. Deze controles werden opgevangen door de twee erkende agenten die specifiek aangeduid werden voor het nationale grondgebied.

De erkende agenten die op het hele nationale grondgebied actief zijn, houden zich onder andere bezig met het opvolgen van de grotere betalingsplichtigen, zoals de festivals en andere massa-evenementen, winkels met veel filialen,….

3. a) SIMIM en URADEX hebben volgende gegevens verstrekt:

Jaar

Vlaams gewest

Waals gewest

Brussels Hoofdstedelijk gewest

Totaal

2007

/

/

/

10 085

2008

8 413

1 924

403

10 740

2009

10 138

2 464

2 235

14 837

2010

9 857

2 161

2 490

14 508

Voor de periode 2007 konden SIMIM en URADEX geen opsplitsing per gewest bezorgen.

b) SIMIM en URADEX hebben aan de controledienst volgende gegevens meegedeeld, waarbij een opdeling per gewest wordt gemaakt. Honebel staat in voor de inningen in de horeca en de polyvalente zalen. Outsourcing Partners staat in voor de rest van de inningen voor de billijke vergoeding:

Jaar

Inningsvennootschap

Vlaams gewest

Brussels Hoofdstedelijk gewest

Waals gewest

2007

Honebel

135 023 euro

5 169 euro

86 155 euro


Outsourcing Partners




2008

Honebel

125 161 euro

19 669 euro

98 719 euro


Outsourcing Partners




2009

Honebel

140 333 euro

43 908 euro

66 168 euro


Outsourcing Partners




2010

Honebel

115 425 euro

36 936 euro

20 173 euro


Outsourcing Partners

309 741 euro

21 636 euro

190 821 euro

De controledienst beschikt niet over de gegevens betreffende het bedrag geïnd door de inningsvennootschap Outsourcing Partners tijdens de jaren 2007 tot 2009.

Deze bedragen zijn enkel de effectief geïnde bedragen. Het totaal aangerekend bedrag ingevolge de controles ligt veel hoger, maar kon niet worden geïnd omwille van onder andere wanbetalingen, faillissementen, minnelijke aanzuiveringsvoorstellen die niet werden ingewilligd, betwistingen.

4. Ik verwijs naar mijn vorige antwoorden, waarmee ik dacht voldoende duidelijk te zijn geweest.

In fine kan ik eraan toevoegen dat het tot de soevereine beoordelingsbevoegdheid van de hoven en rechtbanken behoort om te oordelen of het voorgelegde bewijsmateriaal volstaat. Als minister kan ik mij hierover niet uitspreken.

5. Ik ben van mening dat de vijfde vraag geen vraag is. Ik wens het geachte lid er wel van in te lichten dat de controledienst de beheersvennootschappen wettelijk niet alle door hem gevraagde gegevens kan opeisen. Desnoods dienen de betrokken beheersvennootschappen op vrijwillige basis verzocht te worden om deze gegevens over te dragen. Bijvoorbeeld, als een beheersvennootschap niet over een opdeling per gewest van haar gegevens beschikt, dan kan ze ook niet verplicht worden om deze toch mee te delen. Er bestaat ter zake namelijk geen wettelijke verplichting.