Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2711

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 12 juli 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Vliegtuigmaatschappijen - Gehandicapte personen - Weigering van vlucht - Klachten

luchtvervoer
lichamelijk gehandicapte
gelijke behandeling
discriminatie op grond van een handicap

Chronologie

12/7/2011Verzending vraag
25/8/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2710
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2712

Vraag nr. 5-2711 d.d. 12 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Gehandicapten zouden naar verluidt nog steeds problemen hebben met bepaalde luchtvaartmaatschappijen wat betreft de gelijke behandeling. Naar verluidt weigeren sommige luchtvaartmaatschappijen gehandicapten als reizigers omdat dit voor hen een meerkost zou kunnen inhouden. Zo krijgen gehandicapten naar verluidt soms pas op de dag van vertrek te horen dat ze niet mee mogen. In het verleden was er tevens sprake van een meerkost.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Heeft u of hebben uw diensten reeds klachten ontvangen vanwege gehandicapten wat betreft het weigeren van luchtvaartmaatschappijen om hen te vervoeren? Beschikt u hieromtrent over cijfers die dit al of niet bevestigen? Zo ja, hoe wordt hier tegen opgetreden?

2) Hebt u weet van andere vormen van discriminatie vanwege de luchtvaartmaatschappijen ten aanzien van gehandicapten? Zo ja, kan u toelichten?

Antwoord ontvangen op 25 augustus 2011 :

  1. Tot nu toe heeft het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) geen klachten ontvangen inzake het weigeren van luchtvaartmaatschappij om gehandicapten te vervoeren.

    Verordening (EG) Nr. 261/2004 van het Europees parlement en de Raad van 11 februari 2004 stelt gemeenschappelijke regels vast inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. Deze verordening voorziet dat passagiers die zouden tegen hun wil tot een vlucht geweigerd worden gecompenseerd worden en bijstand krijgen. Artikel 11 van deze verordening voorziet dat passagiers met beperkte mobiliteit in geval van instapweigering, annulering of enigerlei vertraging, voorrang krijgen met betrekking tot de voorziene bijstand.

    Volgens artikel 3 van de verordening (EG) Nr. 1107/2006 van Europees parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen, mag een luchtvaartmaatschappij, zijn agent of een touroperator niet weigeren om een boeking te accepteren of een passagier te laten instappen om redenen van een handicap of beperkte mobiliteit. Toch voorziet artikel 4 afwijkingen en bijzondere voorwaarden zoals onder andere om aan de van toepassing zijnde veiligheidseisen te voldoen, of in het geval dat de grootte van het luchtvaarttuig of van zijn deuren het instappen of vervoeren van de passagier fysiek onmogelijk maakt.

    Klachten inzake het weigeren van een luchtvaartmaatschappij om gehandicapten te vervoeren worden behandeld door de “Denied Boarding Authority” wat betreft een eventuele terugbetaling en/of vergoeding op basis van verordening 261/2004 en door de Directie Inspectie van het DGLV wat betreft de strafrechtelijke vervolging van inbreuken op verordening 1107/2006 en verordening 261/2004.

  2. Wat andere vormen van discriminatie betreft, heeft de Directie Inspectie van het DGLV in mei 2011 een melding gekregen van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding dat een getuigenis had gekregen in verband met het niet betalen van een vergoeding voor schade aan een rolstoel omdat de passagier hiervoor geen speciale verzekering had genomen, alhoewel het Verdrag van Montréal een schadevergoeding in geval van beschadiging van ingecheckte bagage voorziet.