Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2663

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 1 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

De Bijzonder Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de regio van de Grote Meren

Europese Dienst voor extern optreden
Democratische Republiek Congo
Rwanda
Burundi
handhaving van de vrede
permanente vertegenwoordiging bij de EU

Chronologie

1/7/2011Verzending vraag
19/7/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-830

Vraag nr. 5-2663 d.d. 1 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tot op heden werd de post van Bijzonder Vertegenwoordiger van de EU voor de regio van de Grote Meren nog niet opnieuw ingevuld. Rekening houdend met de politieke en veiligheidssituatie in de regio heeft een regionale benadering een meerwaarde voor de inspanningen van de internationale gemeenschap om vrede en stabiliteit te brengen in de gehele regio.

De continu zorgwekkende situatie in de regio vraagt een volhardende samenwerking tussen alle overheden in de regio van de Grote Meren en een regionale benadering in het buitenlands beleid van de EU ten aanzien van die landen. In het verleden heeft de functie van Bijzonder Vertegenwoordiger van de EU voor de regio van de Grote Meren zijn verdiensten bewezen om de internationale gemeenschap te mobiliseren, bijvoorbeeld inzake het Lord's Resistance Army, gewapende groeperingen die actief zijn over de grenzen heen, en inzake de illegale exploitatie van bodemrijkdommen. De Bijzonder Vertegenwoordiger heeft ook een ondersteunende rol inzake de Internationale Conferentie van de Grote Meren en de Contactgroep van de Grote Meren.

Het is daarom belangrijk dat er een nieuwe Bijzonder Vertegenwoordiger wordt aangesteld en dat de opgebouwde expertise, netwerken, enz. van zijn team niet verloren gaan. Die vraag wordt ondersteund door een netwerk van nationale en internationale ngo's zoals Broederlijk Delen, Cordaid en Eurac.

Daarom had ik de minister willen vragen:

1. Waarom werd tot op heden nog geen nieuwe Bijzonder Vertegenwoordiger van de EU voor de regio van de Grote Meren aangesteld? Is er een garantie dat die functie behouden blijft?

2. Wat is de positie van België binnen de EU inzake de aanstelling van een nieuwe Bijzonder Vertegenwoordiger?

Antwoord ontvangen op 19 juli 2011 :

1. De EDEO heeft inderdaad voorgesteld om het mandaat van de Bijzonder Vertegenwoordiger van de Europese unie (EU) voor de Regio van de Grote Meren niet te verlengen. Op 30 juni heeft zijn ploeg ook effectief opgehouden te bestaan. België was voorstander van een verlenging van dit mandaat maar heeft moeten vaststellen dat de noodzakelijke steun voor een dergelijke verlenging niet aanwezig was bij de voornaamste EU-lidstaten. In het licht van deze vaststelling heeft ons land dan aangedrongen op een gepaste opvolging van de dossiers die door de Bijzonder Vertegenwoordiger behartigd werden. Hierbij moet er rekening gehouden worden met het regionale karakter van de dossiers en mag de opgebouwde expertise niet verloren gaan. Bovendien moet er voldoende personeel ter beschikking worden gesteld om de visibiliteit van de EU in de regio te verzekeren. Samen met zijn ambstgenoten van een aantal andere lidstaten heeft de Afrikadirecteur van de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken hierover een brief geschreven aan de Uitvoerend Afrikadirecteur van de EDEO, de heer Nick Westcott. Deze laatste heeft in zijn laatste nota met betrekking tot de opvolging van de Bijzonder Vertegenwoordiger met onze desirata rekening proberen te houden door binnen de EDEO een coördinator voor deze materie aan te stellen op het niveau van directeur.

2. België verwelkomt de aanstelling van een coördinator Grote Meren binnen de EDEO (cfr. punt 1). In deze context zal België zeer nauwlettend toezien op de manier waarop de dossiers van de Bijzonder Vertegenwoordiger opgevolgd worden door nieuwe coördinator.