Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2433

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 31 mei 2011

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister

Rijbewijs categorie A - Slaagpercentages - Beleid - Kosten

rijbewijs
verkeersopleiding
officiële statistiek

Chronologie

31/5/2011Verzending vraag
19/7/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2433 d.d. 31 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een antwoord op een de schriftelijke vraag nr. 5-2029 over het de behandeling van Nederlandstalige leerling-bestuurders in Brussel wekte het lage slagingspercentage van het praktisch rijexamen voor het rijbewijs B bijzondere aandacht en ook wel onrust. Meteen stelt zich de vraag hoe dit zit voor de andere categorieën. Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen enkele over het behalen van het rijbewijs A:

1) Welk percentage van aspirant bestuurders slaagt bij de eerste proef? Welk percentage aspirant bestuurders lukt in een tweede poging en welk percentage bij een derde poging (na de verplichte minimum twee uur praktijkonderricht)? Welk percentage van kandidaten heeft vier pogingen of meer nodig? Graag krijg ik deze cijfers uitgesplitst per jaar voor de periode van 2006 tot 2010. Hoe duidt en evalueert de geachte staatssecretaris deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

2) Kan hij de gevraagde cijfers uit de eerst vraag ook opsplitsen naar de wijze van opleiding (erkende rijschool of vrije opleiding)? Kan hij mij tevens het percentage bezorgen van het aantal aspirant bestuurders per wijze van opleiding gedurende de gevraagde periode? Hoe duidt en evalueert hij deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

3) Kan hij de gevraagde cijfers uit de eerste vraag opsplitsen per gewest? Hoe duidt en evalueert hij deze cijfers?

4) Men moet het rijexamen tussen de een en de twaalf maanden afleggen na het verkrijgen van het voorlopig rijbewijs. Bestaat er een correlatie tussen de duurtijd van de leerperiode en het slaagpercentages? Kan hij dit illustreren? Hoe duidt en evalueert hij deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

5) Bestaat er een correlatie tussen het slagingspercentage bij de theoretische proef en het slagingspercentage bij de praktische proef? Kan hij deze illustreren? Hoe duidt en hij deze cijfers en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake?

6) Kan de hij mij de gemiddelde totale kost meedelen voor het behalen van rijbewijs categorie A naargelang de wijze van opleiding? Acht hij dit een billijk en redelijk bedrag? Beaamt hij dat zich hier een kloof tussen arm en rijk dreigt te ontwikkelen, kortom dat dit systeem bijdraagt tot meer ongelijkheid op basis van sociaaleconomische factoren?

Antwoord ontvangen op 19 juli 2011 :

1. Aantal geslaagden per poging.

Uit onderstaande tabel blijkt dat het percentage geslaagden bij de eerste en de tweede poging zeer hoog ligt, gemiddeld 98 %. Een project voor de herziening van de opleiding van de categorie A is lopende in het kader van de derde Europese richtlijn betreffende het rijbewijs.


1ste poging

2de poging

3de poging

4de poging of meer

2006

91,7 %

7,2 %

0,8 %

0,3 %

2007

94,3 %

5,1 %

0,4 %

0,2 %

2008

82,4 %

16,5 %

0,6 %

0,5 %

2009

91,5 %

7,9 %

0,4 %

0,2 %

2010

92,2 %

6,9 %

0,7 %

0,2 %

2. Aantal geslaagden per poging opgesplitst naar de wijze van opleiding, vrije begeleiding (VB) of via erkende rijschool (RS). Uit onderstaande tabel blijkt dat het verschil in percentage tussen de geslaagden met of zonder rijschool gering is. Dit komt door het feit dat iedere kandidaat een verplicht aantal uren rijlessen van minsten 6 uur in een rijschool dient te volgen.


1ste poging

2de poging

3de poging

4de poging


VB

RS

VB

RS

VB

RS

VB

RS

2006

90,07 %

91,98 %

9,93 %

6,98 %

X

0,92 %

X

0,12 %

2007

92,2 %

94,63 %

7,8 %

4,82 %

X

0,49 %

X

0,06 %

2008

81,78 %

82,52 %

17,18 %

16,43 %

0,52 %

0,69 %

0,52 %

0,36 %

2009

89,82 %

91,66 %

9,92 %

7,67 %

X

0,5 %

0,25 %

0,16 %

2010

87,58 %

92,77 %

12,16 %

6,33 %

0,26 %

0,81 %

X

0,09 %

3. Aantal geslaagden opgesplitst per gewest. Uit onderstaande tabel blijkt dat het percentage geslaagden gelijkloopt over de verschillende gewesten.


1ste poging

2de poging

3de poging

4de poging


Bxl

Vl

Wal

Bxl

Vl

Wal

Bxl

Vl

Wal

Bxl

Vl

Wal

2006

90,9 %

91,7 %

92,3 %

7,8 %

7,3 %

7.00%

1,3 %

0,9 %

0,7 %

x

0,1 %

x

2007

92.00%

94,1 %

96.00%

7,6 %

5,4 %

3,6 %

0,4 %

0,4 %

0,4 %

x

0,1 %

x

2008

83,7 %

82.00%

83.00%

15.00%

16,9 %

16,1 %

1.00%

0,7 %

0,5 %

0,3 %

0,4 %

0,4 %

2009

77,2 %

92,2 %

95.00%

21,7 %

7,1 %

4,8 %

0,4 %

0,5 %

0,2 %

0,7 %

0,2 %

x

2010

89,8 %

91,8 %

94,2 %

9.00%

7,3 %

5,2 %

1,1 %

0,8 %

0,6 %

0,1 %

0,1 %

x

4. Er zijn geen cijfers beschikbaar die een correlatie aanduiden tussen de duurtijd van de leerperiode en de slaagpercentages.

5. Er zijn geen cijfers beschikbaar die een correlatie aanduiden tussen het slagingspercentage bij de theoretische proef en het slagingspercentage bij de praktische proef.

6. Een totale kost voor het behalen van het rijbewijs naargelang de wijze van opleiding kan niet meegedeeld worden aangezien het de rijscholen vrij staat om hun prijzen zelf te bepalen. De kostprijs voor een praktijkexamen bedraagt 36 Euro.