Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2372

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 mei 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Het vermoorden van onschuldige burgers door Amerikaanse militairen in Afghanistan

Afghanistan
strijdkrachten in het buitenland
slachtoffer onder burgerbevolking
Verenigde Staten

Chronologie

19/5/2011Verzending vraag
4/7/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-711

Vraag nr. 5-2372 d.d. 19 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs bracht het Duitse weekblad Der Spiegel een bijzonder schokkerende reportage over het gedrag van enkele Amerikaanse militairen in Afghanistan. De foto's en de verhalen hiervan zijn absoluut weerzinwekkend. Enkele losgeslagen militairen doodden onschuldige Afghaanse burgers, maakten daar foto's van en sneden zelfs de vingers van de slachtoffers af om als trofee te bewaren. De betrokken militairen stelde alles in het werk om de indruk te wekken dat ze handelden uit wettige zelfverdediging. Ze plantten hiervoor wapens op de onschuldige en vermoorde burgers en ze ensceneerden aanvallen op hun patrouille. Ongeveer vierduizend foto's getuigden van de waanzin van deze soldaten. In de brigade werden deze foto's uitgewisseld alsof ze Paniniplaatjes waren.

De meeste feiten dateren van ongeveer een jaar geleden. Onderzoekers verhoorden inmiddels ruim tweeduizend soldaten en namen alle laptops, fotostellen en harde schrijven in beslag. De schuldigen werden gevat en men brengt ze spoedig voor de krijgsraad. Toch is het opvallend hoe het Amerikaanse leger er alles aan deed om dit geheim te houden. Sterker nog, het Amerikaanse leger bleek via de noodkreten van enkele militairen bij voorbaat en tijdens deze weerzinwekkende praktijken op de hoogte, maar slaagde er niet in om tijdig te reageren. Men zou verwachten dat het Pentagon na Abu Ghraib de les wel had geleerd; je wint geen hearts and minds van de Irakese of Afghaanse bevolking door de tegenstander te folteren, te kleineren of zijn geloof te beledigen. De vraag reist daarbij of de vernederingen en misbruiken het werk waren van een groep rotte appelen, dan wel door een systeem waren uitgelokt.

Buiten de evidente morele vragen rond deze mensonwaardige feiten, stelt er zich hier een vraag over de veiligheid van onze militairen in Afghanistan. De NAVO vreest niet onterecht voor een gewelddadige reactie van de bevolking. Dit schandaal kon ook niet op een slechter moment vallen in het licht van de door Westerse troepen gestuurde interventie in Libië. Zulke incidenten besmetten alle andere daden vanwege de Amerikanen en bij uitbreiding van 'het Westen'. Het was dan ook ontzettend dom van de Amerikanen om te pogen om dit in de doofpot te steken. Een tijdige en open communicatie, een publieke veroordeling en een krachtdadig optreden tegen de betrokken militairen voorkwamen wellicht heel wat (toekomstig) leed.

Wanneer werden de minister en bij uitbreiding de regering op de hoogte gebracht van deze schokkerende gebeurtenissen? Op welke wijze maakten de minister namens onze regering afschuw en ongerustheid kenbaar bij de autoriteiten in de Verenigde Staten? Kaartte de minister deze kwestie reeds aan bij de Amerikaanse ambassadeur? Zo neen, waarom niet? Zal hij dit alsnog doen? Welke andere stappen om zijn ongerustheid en verontwaardiging te uiten voorziet de minister?

Begrijpt de minister mijn vrees dat dit wellicht geen alleenstaand geval is? Beaamt de minister mijn analyse dat het hier zou gaan om symptomen van een slecht beleid, zoals ook de opeenvolgende gebeurtenissen in Abu Ghraib bewezen en zoals blijkt uit de geheime documenten die soldaat Bradley Manning lekte aan WikiLeaks?

Erkent de minister dat deze gebeurtenissen negatieve consequenties inhouden voor de veiligheid van onze militairen in Afghanistan? Overlegde de minister hierover met zijn collega van Defensie? Zijn er hieromtrent extra voorzorgsmaatregelen genomen?

Erkent de minister dat deze onthullingen bijzonder zeer slecht vallen in het licht van de recente interventie in Libië en deze operatie wellicht besmetten met een negatief aureool?

Antwoord ontvangen op 4 juli 2011 :

Ik verwijs het geachte lid voor een antwoord op zijn vragen naar de minister van Landsverdediging, bevoegd voor deze materie.