Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2339

van Liesbeth Homans (N-VA) d.d. 18 mei 2011

aan de minister van Klimaat en Energie

De liberalisering van de energiemarkt en het effect op de prijs

energiedistributie
energieproductie
marktliberalisatie
energieprijs

Chronologie

18/5/2011Verzending vraag
9/6/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-674

Vraag nr. 5-2339 d.d. 18 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De liberalisering van de energiesector is reeds enige tijd het meest problematische dossier van het Belgische federale energiebeleid. Uiteraard heeft de gebrekkige liberalisering zijn invloed op de energiefactuur van de consumenten, maar in dat verhaal wordt de rol van de overheid toch vaak onrecht aangedaan.

Het aandeel van de leveranciers in de totaliteit van de energiefactuur is immers zeer beperkt. Het gaat over 36 procent, terwijl 64 procent gaat over zaken waar de overheid de hand in heeft. De bijdrage in het kader van de verplichtingen groenestroomcertificaten, warmte-krachtkoppeling (wkk's), de federale bijdrage, de distributienettarieven, openbare dienstverplichtingen enzovoort. Ook de recente inflatie heeft inderdaad veel te maken met de hoge energieprijzen, maar ook de totale energiefactuur wordt meegerekend, dus alle componenten die een energiefactuur maken tot wat ze is.

Toch schuift de minister de verantwoordelijkheid voor de hoge energieprijzen steevast af op de leveranciers en de, volgens hem, gebrekkige liberalisering waarvoor hij zelf over alle middelen beschikt om deze verder tot een goed einde te begeleiden.

Graag stelde ik u hierover de volgende vragen:

1. Bent u het eens met de stelling dat de energiemarkt in het algemeen en de productiemarkt in het bijzonder gebaat zijn met een verder doorgedreven liberalisering?

2. Op welke wijze zal u een zulke liberalisering verderzetten?

3. Terwijl in onze buurlanden de kosten voor transport dalen, blijven ze in ons land stijgen. Wat zijn volgens u de voornaamste redenen en wat bent u van plan hier aan te doen?

4. Een deel van onze factuur bestaat uit openbare dienstverplichtingen. Zou het niet nuttiger zijn om deze te financieren met de algemene middelen zodat de steeds groter wordende sociale lasten niet gedragen worden door een steeds kleinere groep energieverbruikers?

5. Bent u van mening dat de openbare dienstverplichtingen gerationaliseerd moeten worden om op die manier te vermijden dat men in het vaarwater van de gewesten komt en/of onverantwoorde uitgaven doet?

Antwoord ontvangen op 9 juni 2011 :

1. Ik denk dat men reeds zeer ver is geweest in het liberaliseringsproces van energiemarkten (wij zijn toe aan het derde wetgevend pakket terzake). Men moet volgens mij de markt meer omkaderen en hem zo vormen dat alle actoren in een concurrentiële situatie kunnen functioneren. Men moet er zich bovendien van vergewissen dat de investeringen voor de vervanging en de uitbreiding van de infrastructuren (productie, net, nieuwe technologieën, enz/) verzekerd zijn.

2. Ik herhaal het, er is meer omkadering nodig, en er dienen meer controles te worden aangebracht. De markt op zich volstaat niet om de objectieven inzake energiebeleid te bereiken die wij ons tot doel hebben gesteld (veiligheid van bevoorradingen, mededinging ten voordele van de verbruikers en duurzame ontwikkeling). Voor het ogenblik is de efficiëntie van het productiesysteem wel verzekerd, maar niet de investeringen in nieuwe capaciteiten en vooral in de nieuwe reservecapaciteiten.

3. Ik herhaal dat in België de kosten die werkelijk toe te schrijven zijn aan het transport en de distributie van energie (elektriciteit en gas) helemaal in het Europees gemiddelde liggen, ja zelfs het onder dit gemiddelde.

Het zijn in wezen de overige kosten inzake openbare dienstverlening die door de publieke overheden toe te schrijven zijn aan netbeheerders (transport en distributie) die deze tarieven belasten, hoofdzakelijk de distributietarieven, door de kosten voor de steun aan de hernieuwbare energieën, de wegenbelasting, openbare verlichting en de verplichtingen in de sociale materie.

4. en 5. Het sociaal beleid en het milieubeleid die gefinancierd worden door bijkomende heffingen op energie staan in nauw verband met het energiebeleid en de stimulansen of bijsturingen die aan de sector dienen te worden gegeven. Men moet er zich evenwel van vergewissen dat deze lasten niet op buitensporige wijze op bepaalde categorieën van verbruikers wegen. Men dient er ook over te waken dat er een globaal evenwicht wordt bereikt dat de zelfstandigheid van elk beleidsniveau naleeft.

Het is bijvoorbeeld met dit doel dat er overwogen was een deel van de kernbijdrage aan te wenden voor de ondersteuning van de ontwikkeling van hernieuwbare energie.

Het is tevens met als doel de geplande weerslag van de verschillende beleidsvormen af te stellen op de evolutie van de prijzen dat de gewestminister een overleg willen lanceren.