Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2322

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 12 mei 2011

aan de minister van Justitie

Departement Justitie - Levenslang leren - Aantal opleidingen

Instituut voor gerechtelijke opleiding
permanente educatie
praktijkopleiding

Chronologie

12/5/2011Verzending vraag
27/10/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2322 d.d. 12 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Levenslang leren wordt al jaren gepromoot binnen het bedrijfsleven. Op deze wijze tracht men werknemers mee te kunnen laten evolueren met de technologische, juridische en maatschappelijke veranderingen en hen zodoende langer aan het werk te kunnen houden. Het generatiepact legt zelfs een norm van 1,9 % van de brutoloonmassa op die aan opleidingen moet worden besteed. Recent werden verschillende sectoren terecht gewezen door de minister van Werk aangezien zij deze norm niet behaalden of onvoldoende vermeldden in hun collectieve arbeidsovereenkomsten.

Binnen het beleidsdomein Justitie is levenslang leren eveneens belangrijk. De juridische omgeving wijzigt immers aanhoudend. Om een efficiënte rechterlijke macht te kunnen garanderen die mee is met de recentste maatschappelijke ontwikkelingen zijn opleidingen dan ook van het grootste belang.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel opleidingen werden er in 2010 gevolgd binnen het beleidsdomein Justitie? Graag kreeg ik een vergelijking met de vijf voorgaande jaren. Welke organisaties stonden in voor deze opleidingen?

2) Hoeveel personeelsleden, met aanduiding van de diverse niveaus, zijn thans aan het werk bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding (IGO) en hoeveel daarvan worden louter ingezet voor de opleidingen? Graag kreeg ik een vergelijking met de vijf voorgaande jaren met aanduiding van de diensten waar zij aan het werk waren. Waar zijn die personeelsleden thans tewerkgesteld en voor welke taken?

3) Welk bedrag werd er in 2010 uitgegeven aan opleidingen binnen het beleidsdomein Justitie? Graag kreeg ik een vergelijking met de vijf voorgaande jaren en een uitsplitsing tussen de organisaties die verantwoordelijk zijn voor deze opleidingen.

4) Hoe verhoudt deze investering in opleidingen zich tot de totale brutoloonmassa? Graag kreeg ik een vergelijking met de vijf voorgaande jaren.

5) Is de geachte minister van mening dat er voldoende wordt geïnvesteerd in opleidingen binnen het beleidsdomein Justitie? Is de norm van 1,9 % die voor het bedrijfsleven geldt ook voor uw beleidsdomein een richtcijfer? Op welke wijze zal het levenslang leren worden gestimuleerd?

Antwoord ontvangen op 27 oktober 2011 :

1) Luik 1: Instituut voor gerechtelijke opleiding (IGO) - Opleidingen Rechterlijke Orde:

In 2010 organiseerde het IGO 40 opleidingen voor de magistraten en de gerechtelijke stagiairs en 28 opleidingen voor de leden van het personeel van de rechterlijke orde.

Hieronder vindt u een overzicht van het aantal opleidingen over de periode 2006-2010. Voor de jaren 2006, 2007 en 2008 stonden de Hoge Raad voor de Justitie en de Federale Overheidsdienst Justitie samen in voor de organisatie van de opleidingen voor de magistraten en de de leden van het personeel van de rechterlijke orde.

Sinds 2009 staat het IGO hiervoor in.

Aantal opleidingen voor magistraten 2006-2010:

Jaar

Aantal dagen

Aantal mandagen

2006

581

9853

2007

679

11213

2008

468

7492

2009

107

1740

2010

308

4968

Aantal opleidingen voor de leden van het personeel van de rechterlijke orde 2006-2010:

Jaar

Aantal dagen

Aantal mandagen

2006

226

3823

2007

278

4562

2008

325

5236

2009

382,5

6219

2010

320

5178

Luik 2: Opleidingen Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie

2010 : Binnen de FOD justitie werden in 2010 210 verschillende opleidingen georganiseerd. Daarnaast werden nog een groot aantal studiedagen, congressen en seminairies gevolgd. Tenslotte werden er 4 828 mandagen opleiding gevolgd bij het OFO (Opleidingsinstituut van de Overheid).

Vijf voorafgaande jaren: het aantal verschillende opleidingen schommelt in deze periode tussen 200 à 225 verschillende opleidingen. Ook het aantal opleidingsdagen bij OFO schommelt tussen 5 000 à 6 500 mandagen.

Deze opleidingen werden georganiseerd met:

- Interne trainers (specialisten binnen de FOD Justitie)

- Diverse gespecialiseerde opleidingsfirma’s naargelang de inhoud van de opleiding

- Het opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO)

2) Het Instituut voor gerechtelijke opleiding en zijn directie beschikt thans over een administratieve ondersteuning die verzekerd wordt door 17 ambtenaren:

5 voltijds niveau A,

7 voltijds niveau B,

3 voltijds niveau C,

1 voltijds

en 2 halftijds niveau D.

Het huidige personeelseffectief wordt aangevuld met een buitengewone tewerkstelling van een gepensioneerd ambtenaar niveau D als bode à rato van 9 uur per week.

Door het ontslag van de management assistente wordt het directiesecretariaat voorlopig waargenomen door een interimair medewerker.

Vanaf 1 juli 2011 zal een bijkomende administratief medewerker in dienst treden.

Negen van de administratieve personeelsleden (4 niveau A, 2 niveau B, 3 niveau C) zijn werkzaam binnen de afdeling “opleiding”. De overige medewerkers (1 niveau A, 5 niveau B, 2 niveau D) verzekeren de algemene diensten: financieel beheer (begroting, boekhouding), personeelsbeheer, logistiek beheer (aankopen, bureel- en vormingsruimte), facilitair beheer en ICT.

Bij haar opstart in 2009 beschikte het IGO over 4 medewerkers. Eind 2009 bedroeg het aantal medewerkers 14. In de loop van 2010 en 2011 nam dit aantal verder toe tot het huidige personeelseffectief.

Ter vergelijking: drie jaar terug stonden 23 personeelsleden (8 van de HRJ, 15 van de FOD Justitie; 8 van die 23 ambtenaren behoorden tot niveau A) in voor de organisatie van de opleidingen voor de magistraten en de personeelsleden van de rechterlijke orde, terwijl de opleiding van het personeel van de rechterlijke orde toen op een veel lager niveau stond dan thans, en dit zonder alle andere personeelsleden bij te rekenen die in steun werden toegevoegd (boekhouding, personeelsbeheer, beheer gebouw, fotokopies, bodes, etc.).

3) Luik 1 : IGO – opleidingen Rechterlijke Orde

In 2009 en 2010 werd respectievelijk een bedrag van 1 138 734,75 en 1 734 183,21 euro aan opleidingen gespendeerd door het IGO.

Het IGO is pas operationeel sedert 2009 en kan bijgevolg voor de voorgaande jaren geen antwoord geven op de gestelde vragen.

Luik 2 : FOD Justitie

Opleidingsbudget 2010: 3 685 000, euro

Opleidingsbudget 2009 : 4 584 000 euro

Opleidingsbudget 2008: 3 791 000 euro

Opleidingsbudget 2007: 4 090 000 euro

Opleidingsbudget 2006: 3 742 000 euro

Opleidingsbudget 2005: 2 419 000 euro

4) Wanneer we enkel de verhouding tussen het opleidingsbudget (directe kosten) en de totale brutoloonmassa bekijken, komen we op voor de voorbije 5 jaar op een opleidingsinvestering van ongeveer 0,70 %.

De totale kost van opleiding is echter veel groter dan louter het opleidingsbudget. In de berekening dient ook rekening gehouden te worden met de opleidingskosten bij OFO, de werkingskosten van de opleidingscentra en de loonkosten van de medewerkers op de dag dat zij opleiding volgen. Rekening houdend met deze indirecte kosten haalt justitie een opleidingsinvestering van meer dan 2 % voor de voorbije 5 jaar.

5) Binnen Justitie wordt er veel inspanning geleverd om voldoende opleiding maar vooral ook de juiste opleiding te voorzien voor zowel de rechterlijke orde als de ambtenarij. De norm van 1,9 % die voor het bedrijsleven geldt, wordt – rekening houdend met alle variabelen – door de FOD justitie ruimschoots gehaald.

Levenslang leren wordt binnen de FOD justitie gestimuleerd binnen het concept van de ontwikkelcirkels, waar medewerker en leidinggevende jaarlijks of tweejaarlijks stilstaan bij het functioneren en de ontwikkeling van de medewerker. Vandaaruit worden de leerbehoeften bepaald en verder vertaald naar jaarlijkse opleidingsplannen.