Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2228

van Alexander De Croo (Open Vld) d.d. 5 mei 2011

aan de minister van Landsverdediging

Instituut voor veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers - Achterstand in terugbetaling remgelden

Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers
oorlogsslachtoffer
remgeld
gezondheidsverzorging

Chronologie

5/5/2011Verzending vraag
29/6/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2227

Vraag nr. 5-2228 d.d. 5 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Instituut voor veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers (IV-NIOOO) drukt de nationale erkentelijkheid van ons land uit voor alle personen die hun gezondheid, leven of tijd opofferden en opofferen voor de Natie tijdens grote conflicten. Tengevolge de wet van 7 augustus 2006 die inging op 15 september 2006 kunnen veteranen een aanvraag indienen tot terugbetaling van het remgeld inzake medische kosten aan oorlogsslachtoffers. Vele veteraren hebben dan ook een dossier ingediend en dit gezien de terugbetaling van het remgeld retroactief wordt toegekend tot 15 september 2006. Ik verneem van enkele veteranen dat er een lange termijn verloopt tussen de indiening van een terugbetalingsdossier en de effectieve terugbetaling. Verder is er ook onduidelijkheid over de terugbetalingscriteria.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoeveel begunstigden kunnen de terugbetaling van het remgeld vragen tengevolge de wet van 7 augustus 2006 die inging op 15 september 2006 betreffende de terugbetaling van remgelden inzake medische kosten aan oorlogsslachtoffers?

2) Hoeveel rechthebbenden hebben de terugbetaling van het remgeld gevraagd tengevolge de wet van 7 augustus 2006 die inging op 15 september 2006 betreffende de terugbetaling van remgelden inzake medische kosten aan oorlogsslachtoffers en dit op jaarbasis sinds de in werking treding van de wet? Hoeveel dossiers worden op jaarbasis behandeld en dit respectievelijk sinds 2006?

3) Kan u aangeven hoeveel de gemiddelde afhandelingstermijn bedraagt tussen het ontvangst van een aanvraag voor terugbetaling en de effectieve terugbetaling en klopt de informatie die ik heb ontvangen als zou deze termijn kunnen oplopen tot meerdere maanden? Kan u dit zeer gedetailleerd toelichten?

4) Kan u aangeven in full-time equivalenten hoeveel personeelsleden werkzaam zijn in de dienst terugbetaling remgelden en meent u dat dit kader volstaat om een snelle afhandeling te garanderen? Zo ja, welke andere maatregelen acht u opportuun om de afhandelingstermijn in te korten?

5) Bent u het met me eens een snelle afhandeling van de aanvragen tot terugbetaling van de remgelden voor oorlogsslachtoffers noodzakelijk is en kan u dit uitvoerig toelichten wat betreft de maatregelen die u gaat treffen om een snelle afhandeling te garanderen?

6) Waar kunnen de rechthebbenden alle info over de terugbetalingscriteria op een overzichtelijke wijze inkijken? Volstaat dit naar uw mening?

Antwoord ontvangen op 29 juni 2011 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

A. Inleiding.

De premisse dat veteranen tengevolge van de wet van 7 augustus 2006 een aanvraag kunnen indienen tot terugbetaling van het remgeld is fout. De wet van 10 april 2003 (Belgisch Staatsblad van 6 mei 2003) kent de eretitel van “veteraan” toe aan sommige personeelsleden van het departement van Landsverdediging. Een andere wet van 10 april 2003 voegt de veteranen toe als rechthebbenden bij het Instituut voor Veteranen – Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers (IV-NIOOO).

Die toevoeging impliceert evenwel niet automatisch dat het voordeel van de terugbetaling van remgelden – zoals toepasselijk voor bepaalde militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers – wordt toegekend aan de veteranen. Dit vereist een specifieke reglementering.

Het voordeel van de terugbetaling van remgelden wordt sinds 1986 (koninklijk besluit van 29 oktober 1986 – Belgisch Staatsblad van 8 november 1986) toegekend aan de gewezen “krijgsgevangenen van korte duur” (krijgsgevangenschap van minstens zes maanden tot hoogstens een jaar).

Het genot van dat voordeel werd later, krachtens verschillende wetten en/of koninklijke besluiten, systematisch uitgebreid naar andere categorieën van rechthebbenden (versoepeling van de toekenningvoorwaarden). Daarbij werden zowel de houders van een militair als van een burgerlijk statuut van nationale erkentelijkheid in aanmerking genomen.

De meest recente reglementering dateert overigens van 11 mei 2007 en kent het vermeld voordeel toe aan de gerechtigden van het IV-NIOOO, die geen titularis zijn van een invaliditeitspensioen en gelijkgestelden, voor zover zij een erkenningsperiode tellen van tenminste zes maanden in één van de statuten van nationale erkentelijkheid.

De wet van 7 augustus 2006 kent hetzelfde voordeel toe aan de gerechtigden die een erkenningsperiode tellen van negen maanden in een statuut.

B. Antwoord op de vragen.

1. Op 30 april 2011 kunnen nog 4 792 rechthebbenden aanspraak maken op de terugbetaling van de remgelden door toedoen van het Nationaal Instituut op basis van de wet van 7 augustus 2006; op een totaal van 17 536 andere rechthebbenden op hetzelfde voordeel, weliswaar toegekend op basis van vroegere/latere reglementeringen.

2. Aantal rechthebbenden die het voordeel aangevraagd hebben op basis van de wet van 7 augustus 2006 :

-in 2006 : 422;

-in 2007 : 2 069;

-in 2008 : 2 384;

-in 2009 : 2 425;

-in 2010 : 4 493.

Aantal dossiers die per jaar behandeld werden voor rechthebbenden, erkend op basis van de wet van 7 augustus 2006, in verhouding tot het totaal aantal behandelde dossiers betreffende hetzelfde voordeel :

-in 2006 : 40 / 32 613;

-in 2007 : 2 512 / 27 601;

-in 2008 : 4 313 / 30 031;

-in 2009 : 6 663 / 40 815;

-in 2010 : 5 734 / 26 143.

3. De normale terugbetalingstermijnen bedragen ongeveer een maand (bestaand dossier, correct ingevulde documenten).

De terugbetalingstermijnen zijn evenwel afhankelijk van een aantal variabelen waarop de administratie niet altijd kan anticiperen :

a. de fluctuaties in het werkvolume door de publicatie van nieuwe regelgeving die tot een verhoging van de briefwisseling leidt. Nieuwe dossiers moeten worden samengesteld; vaak moet de input (bewijzen van nationale erkentelijkheid) bij andere administraties worden opgevraagd ; daarbij komt dat, al naargelang de door de betreffende regelgeving opgelegde terugwerkende kracht, de ingediende kosten (terugbetaling documenten) soms meerdere jaren bestrijken, wat omvangrijke pakketten oplevert die een erg tijdsintensieve tarifering vergen;

b. het personeelsverloop bij het Instituut : contractuele personeelsleden die het Instituut verlaten voor een statutaire betrekking in andere administraties (zie verder);

c. occasionele omstandigheden: afwezigheden (ziekte, omstandigheidsverloven,…); in een kleine administratie, weegt werkverlet van enkele personen relatief zwaar door.

De terugbetalingstermijnen fluctueren dientengevolge en kunnen oplopen tot meerdere maanden.

Een overzicht van de gemiddelde terugbetalingstermijnen van de laatste jaren :

-2006 : 2 maanden;

-2007 : 3 maanden;

-2008 : 6 maanden;

-2009 : 3 maanden;

-2010 : 1 maand.

Eind mei 2011 bedraagt de terugbetalingstermijn drie maanden.

Deze toename is te wijten aan het actief opsporen van de (laatste) gerechtigden op het systeem van de terugbetaling door een vergelijking tussen de databases van de Nationale Kas voor Oorlogspensioenen en die van de dienst Gezondheidszorgen. Een 7 000-tal potentieel gerechtigden werd op die wijze getraceerd en gecontacteerd. De samenstelling van die nieuwe dossiers vergt tijd (evenzo het bekomen van de input van andere administraties).

Dergelijke (éénmalige) acties, waarvan het effect (opstoot werkvolume) na enkele maanden wel terug afzwakt, kunnen niet de aanwerving van bijkomend personeel verantwoorden.

4. Het personeelsplan voorziet 12,40 VTE voor de terugbetaling van de remgelden. In normale omstandigheden is dat een voldoende aantal (cfr. termijn van terugbetaling in 2010).

Vier contractuele ambtenaren hebben opeenvolgend de dienst verlaten nadat ze geslaagd waren voor een examen als statutair bij een andere administratie. Hun vervanging neemt tijd in beslag. Verder betekent de aanwerving van een ambtenaar niet dat hij onmiddellijk performant is. Er zijn vele maanden nodig om hem op te leiden en hem de nodige specifieke technische competenties te doen verwerven.

5. Ik deel de zorg voor een spoedige terugbetaling van de sommen die verschuldigd zijn aan de rechthebbenden. De administratie stelt alles in het werk om dat te doen binnen de grenzen van haar budgettaire mogelijkheden en heeft trouwens pas een ambtenaar van een andere dienst overgeplaatst naar de terugbetaling van het remgeld.

6. Bij goedkeuring van een “dossier remgelden”, wordt elke betrokkene schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing alsook van de terugbetalingsmodaliteiten.

In het geval dit ontoereikend is, kan de rechthebbende altijd een beroep doen op de maatschappelijke werkers van het IV-NIOOO die de gerechtigde ten huize kunnen bezoeken om de regeling verder toe te lichten.

Bij de effectieve betaling, wordt een refertedatum gepreciseerd die betrekking heeft op de eerste en laatste datum van de ingezonden medische en/of farmaceutische kosten. De betaling wordt verder niet gedetailleerd omdat de gebruikte software dat niet (automatisch) voorziet. Op individueel verzoek kan, een gedetailleerd overzicht gevraagd worden bij de administratie.