Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2174

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 27 april 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Identiteitskaart - Attest van verlies, diefstal of vernieling - Gemakkelijke vervalsing - Weigering het attest te erkennen - Maatregelen

identiteitsbewijs
officieel document
fraude

Chronologie

27/4/2011Verzending vraag
15/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2175

Vraag nr. 5-2174 d.d. 27 april 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Om te kunnen deelnemen aan een theoretisch of praktisch examen voor het behalen van het rijbewijs, moet men zijn identiteitskaart voorleggen. De Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer heeft de examencentra op 1 januari 2010 opgedragen het attest van verlies, diefstal of vernieling van de Belgische of buitenlandse identiteitskaart niet langer te aanvaarden als identiteitsbewijs, hoewel het door de politie of de gemeentelijke administratie is uitgereikt.

Die attesten zouden fraude mogelijk maken omdat de foto op het attest gemakkelijk kan worden gewijzigd zodat iemand anders in de plaats van de kandidaat het examen zou kunnen afleggen.

De FOD Mobiliteit heeft daarover beraadslaagd met de FOD Binnenlandse Zaken, die bevoegd is voor de Belgische identiteitsdocumenten, teneinde de instructies te bekrachtigen. Die instructies doorstaan de toetsing met de beginselen van de rechtszekerheid, de redelijkheid en de proportionaliteit echter niet want het is onaanvaardbaar dat een document, afgeleverd door een officiële instantie, door een andere autoriteit niet als een geldig bewijs van de identiteit wordt beschouwd.

De vraag rees dan ook of de verkeersveiligheid niet kon worden verzekerd door andere, minder drastische maatregelen dan de weigering van een identiteitsdocument waardoor de betrokkene niet kon deelnemen aan het rijexamen.

Momenteel worden de attesten van verlies, diefstal of vernieling van de Belgische of buitenlandse identiteitskaart opnieuw als identiteitsdocument aanvaard wanneer iemand zich aanmeldt voor deelname aan een theoretisch of praktisch examen voor het behalen van het rijbewijs, maar moet de kandidaat eerst zijn nieuwe identiteitskaart in het examencentrum komen voorleggen vooraleer hij zijn getuigschrift van slagen krijgt.

Werden die attesten van verlies, diefstal of vernieling van de Belgische of buitenlandse identiteitskaart naar uw weten nog door andere overheden geweigerd? Is het echte probleem niet dat de voorlopige documenten die de politie of de gemeentelijke administraties uitreiken, te gemakkelijk kunnen worden vervalst? Heeft men al gedacht aan mogelijke maatregelen om het risico op fraude weg te werken?

Antwoord ontvangen op 15 juli 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

1. Mijn administratie heeft geen weet van het feit dat andere openbare overheden het attest van verlies, diefstal of vernietiging geweigerd zouden hebben.

2. Maar het is evenwel zo dat in het verleden, het attest van verlies, diefstal of vernietiging, gemakkelijk kon worden vervalst. De Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit aanvaardt sinds 19 januari 2011, opnieuw dit attest om het theoretische of het praktische examen af te leggen met het oog op het bekomen van een rijbewijs, precies omdat dit document nu beter beschermd en beveiligd is.

3. In deze context, is het nuttig opnieuw onder ogen te brengen dat de reglementering voorziet dat ingeval van verlies, diefstal of vernietiging van de kaart, de houder van de kaart daarvan zo snel mogelijk aangifte moet doen bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats of bij het dichtstbijzijnde politiebureau. Een attest van verlies, diefstal of vernietiging van een identiteitskaart, zijnde de bijlage 12, wordt op dit ogenblik afgegeven door het gemeentebestuur of het politiebureau.

Sinds februari 2010, kan de bijlage 12 rechtstreeks met de foto van de burger aangemaakt en afgedrukt worden door de gemeentebeambte via zijn pc voorzien van de toepassing BELPIC (een beveiligde toepassing, specifiek voor de afgifte van identiteitsdocumenten). Deze foto wordt uit de fotodatabank van het Rijksregister gehaald. Het artikel 6bis, § 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, bepaalt namelijk dat het Register voor de identiteitskaarten, voor elke kaarthouder, onder meer, de foto van de houder bevat die overeenkomt met deze van de laatste kaart. Twee situaties kunnen zich dan voordoen:

Een goede fotografische vergelijking vormt een belangrijke stap in de strijd tegen de identiteitsfraude. Het is dus voortaan mogelijk de persoon die het verlies of de diefstal van zijn identiteitskaart aangeeft, te identificeren, zodat ze zich dus niet meer laten doorgaan voor iemand anders.

Om te vermijden dat het document vervalst wordt, brengt de gemeentebeambte (gedeeltelijk) het zegel van de overheid aan op de foto van de declarant. De bijlage 12 moet ook teruggegeven worden aan het gemeentebestuur wanneer de verloren of gestolen verklaarde kaart wordt teruggevonden of wanneer een nieuwe kaart wordt afgegeven.

De raadpleging van de foto die aangebracht werd op de laatste identiteits-of verblijfskaart, is dus voortaan mogelijk via de toepassing BELPIC maar ook via de webtoepassingen van het Rijksregister. Behalve de gemeenten heeft ook de Directoraat- generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de FOD Mobiliteit – toegang tot de transactie van raadpleging van de foto in het kader van de afgifte van de Europese rijbewijzen (beraadslaging nr. 18/2010 van 29 juni 2010 van het Sectoraal Comité van het Rijksregister). De Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid heeft eveneens toegang tot deze informatie (beraadslaging nr. 13/2010 van 14 april 2010 van het Sectoraal Comité van het Rijksregister), alsook de federale en de lokale politie in het kader van hun juridische en administratieve politietaken (beraadslaging nr. 06/2010 van 17 februari 2010 van het Sectoraal Comité van het Rijksregister) .

Het geheel van deze maatregelen zijn bedoeld om de vervalsing van het voorlopige identiteitsbewijs in geval van verlies, diefstal of vernietiging van de identiteitskaart te voorkomen of te verhinderen, of om pogingen tot vervalsing te ontmoedigen.