Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1805

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 21 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

De overeenkomst tussen de EU en Libië over het tegenhouden van asielzoekers

migratiestroom
migratiebeleid
Europese Unie
Libië
politiek asiel
Italië
controle van de migraties
asielzoeker

Chronologie

21/3/2011Verzending vraag
5/5/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-625

Vraag nr. 5-1805 d.d. 21 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In augustus 2008 sloot de Italiaanse premier Sylvio Berlusconi een overeenkomst met Kolonel Kadhafi van Libië om asielzoekers uit Afrika te beletten naar het Italiaanse eiland Lampedusa te vluchten. Sindsdien slaagden nog maar weinig vluchtelingen erin om via deze weg Europa te bereiken. Dit gebeurt zonder uitzondering, want er wordt absoluut geen rekening gehouden met de nood aan internationale bescherming of humanitaire bijstand van deze vluchtelingen. De EU en de lidstaten lieten dit oogluikend toe. Sterker nog, in oktober 2010 sloot de EU een overeenkomst met Libië om samen te werken rond het beheer van migratiestromen en grenscontroles. Over een periode van drie jaar betaalt de EU hiervoor een bijdrage van 50 miljoen euro. Intussen was de EU ook aan het onderhandelen over een ruimer "kaderakkoord". Dat akkoord omvatte onder andere de terugname door Libië van onderdanen van derde landen die de EU via Libië binnenkomen.

Hoe kan de EU met deze schurkenstaat plots onderhandelen over deze kwestie? Libië is niet bepaald bijgedraaid op het gebied van respect voor de mensenrechten. Integendeel, enkele maanden voor deze overeenkomst tussen Libië en de EU is de VN Vluchtelingenorganisatie daar buitengezet. Het illustreert de 'aparte kijk' van Libië op de bescherming van asielzoekers. Ze willen immers geen pottenkijkers in hun omgang met vluchtelingen. Ook de rapporten van Amnesty International liegen er niet om. Daarin is sprake van systematische en grove schendingen van de mensenrechten. Amnesty komt daarbij finaal tot de conclusie dat asielzoekers in Libië absoluut niet veilig zijn.

Nu het regime van Kadhafi wankelt, kan men met eigen ogen constateren waartoe deze overeenkomsten leiden. Enkele dagen geleden kreeg ik een luguber en choquerend filmpje te zien over het lot van vluchtelingen die in de Libische woestijn aan hun einde zijn gekomen. De vele duizenden vluchtelingen die in opdracht van Italië en Europa door Libië worden tegengehouden, worden ergens tussen Libië en Niger gedumpt in de Sahara en daar aan hun lot overgelaten. In een poging haar migratiebeleid uit te besteden aan 'buitenwipper' Libië maakt de EU zich zodoende medeschuldig aan de dood van vele honderden asielzoekers.

Was de minister en bij uitbreiding de regering op de hoogte van de inhoud en de consequenties van deze overeenkomst tussen Italië, de EU en Libië ter bewaking en bescherming van de Europese buitengrenzen? Was de regering op de hoogte van de erbarmelijke toestand waarin de asielzoekers zich bevonden? Was de regering op de hoogte van de grove mensenrechtenschendingen en de honderden dodelijke slachtoffers als gevolg van deze overeenkomst? Werd deze overeenkomst met Libië officieel besproken op de vergaderingen van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken? Zo ja, wat was het standpunt van de Belgische regering?

Heeft België iets ondernomen tegen deze overeenkomsten? Waren de betrokken beslissers zich bewust van de medeplichtigheid aan de dood van honderden en mogelijk duizenden gelukszoekers? Was deze vorm van terreur ingecalculeerd in de verdediging van de buitengrenzen van Europa? Zijn er door Europa ook met andere landen soortgelijke afspraken gemaakt over het tegenhouden en/of het terugsturen van asielzoekers? Is de minister op de hoogte van afspraken, overeenkomsten of systemen die eveneens slachtoffers maken? Wat is het standpunt van deze regering met betrekking tot het 'outsourcen' van het EU migratiebeleid naar buurlanden (die niet allemaal even nauwgezet omspringen met mensenrechten)?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2011 :

De vraag van de heer Anciaux maakte al het voorwerp uit van een antwoord dat op 3 maart gegeven werd door de Staatssecretaris voor Begroting en migratie- en asielbeleid.

Ik zal hier volgende elementen aan toevoegen.

Al een aantal jaar spant de Europese Unie zich in om een dialoog aan te gaan over een manier om de migratiestromen doorheen Libië naar de Europese Unie efficiënter en conform de internationale standaarden te beheren. In dit kader heeft de Unie de Libische autoriteiten steeds aangemoedigd om de Conventie van Genève van 1951 over vluchtelingen te ondertekenen en te ratificeren. Bij gebrek aan die ratificatie, heeft de Unie de Libische autoriteiten verzocht om minstens ten volle de Conventie van 1981 van Addis Abeba over de specifieke problemen van vluchtelingen in Afrika ten uitvoer te leggen, een conventie die Libië geratificeerd heeft. Deze Conventie verbindt de staten die er partij bij zijn ertoe om zich te houden aan het principe van “non refoulement” voor alle migranten die nood hebben aan internationale bescherming en om samen te werken met het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR). Na de beslissing van de Libische autoriteiten om het UNHCR-Bureau te sluiten, heeft de Europese Commissie de Libische autoriteiten opgeroepen om terug te komen op die beslissing en om zonder dralen met dit agentschap te onderhandelen over een vestigingsakkoord dat toelaat zich opnieuw in Libië te vestigen en er ten volle zijn mandaat uit te oefenen.

Over al deze thema’s werd opnieuw gediscussieerd op 4 en 5 oktober 2010 door de commissarissen Malmström en Füle tijdens hun bezoek aan Tripoli. Tijdens dit bezoek hebben de Commissie en de Libische autoriteiten een samenwerkingsagenda ondertekend. Er dient echter opgemerkt te worden dat deze agenda enkel de Commissie en Libië bindt. Deze agenda werd niet ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van de Europese Unie en er werd ook niet over gediscussieerd in het kader van de Raad Buitenlandse Zaken van de Unie. Het gaat bovendien enkel over een agenda en niet over een internationale overeenkomst. De Commissie heeft wel verslag uitgebracht over haar bezoek aan Tripoli op de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 7 oktober. De aandacht moet er ook op gevestigd worden dat de overeengekomen agenda in Tripoli ook een engagement van de Commissie en van Libië bevatte om samen te werken op het vlak van asiel, vooral wat betreft de tenlasteneming van migranten op het Libisch grondgebied en migranten die internationale bescherming nodig hebben.

Tenslotte mag ik het geachte lid er op wijzen dat de ganse migratieproblematiek een essentieel onderdeel uitmaakt van het kaderakkoord dat tussen Libië en de Europese Unie tot voor kort in onderhandeling was. Via een reeks juridische bindende bepalingen wenst de Europese Unie deze problematiek immers grondig te regelen en juridische zekerheid te creëren opdat alle beslissingen conform de internationaal geldende bepalingen worden genomen. De recente gebeurtenissen in Libië hebben de Europese Unie er evenwel toe aan gezet de onderhandelingen over deze kaderovereenkomst tot nader order op te schorten. Ik mag in dit verband verwijzen naar de verklaring van 23 februari 2011, in naam van de ganse Europese Unie, van Hoge Vertegenwoordigster, mevrouw Ashton.