Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1686

van Wouter Beke (CD&V) d.d. 7 maart 2011

aan de minister van Justitie

Sociale zekerheidsschulden van zelfstandigen - Kwijtschelding - Minnelijke aanzuiveringregeling - Uitblijven van het nodige uitvoeringsbesluit

zelfstandig beroep
sociale bijdrage
schuldenlast
akkoordprocedure

Chronologie

7/3/2011Verzending vraag
23/5/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1687

Vraag nr. 5-1686 d.d. 7 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het art. 1675/10 van het Gerechtelijk Wetboek, werd een §3bis ingevoegd bij de wet van 13 december 2005. Deze §3bis machtigt onder meer de sociale kassen om in te stemmen met een kwijtschelding van sociale zekerheidsschulden bij een minnelijke aanzuiveringregeling in het kader van een collectieve schuldenregeling.

Maar om deze bepaling uit te voeren is vereist dat de voorwaarden en de procedure waaraan de kassen moeten voldoen bij koninklijk besluit worden vastgelegd. Tot op heden werd nog geen dergelijk koninklijk besluit afgekondigd, hoewel §3bis op 1 januari 2007 in werking trad.

Door het gebrek aan een koninklijk besluit kunnen de kassen tot op heden onmogelijk instemmen met een kwijtschelding. De sociale bijdragen zijn immers van openbare orde waardoor afstand doen van de inning enkel bij wet mogelijk is.

Deze houding brengt problemen. De rechter zal gedwongen zijn over te gaan tot een gerechtelijke aanzuiveringregeling. Dat is niet in het belang van de zelfstandige, die het lastig heeft om er opnieuw bovenop te komen, maar ook niet voor de overheid, omdat in de overgrote meerderheid van de gevallen de kassen nooit de volledige schuld kunnen recupereren.

Wij zijn van oordeel dat vijf jaar na de wetswijziging eindelijk uitvoering moet gegeven worden aan deze wettelijke bepaling. Des te meer daar er al gelijkaardige regelingen bestaan voor de sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers, alsook voor fiscale schulden.

Wanneer denkt de minister dit koninklijk besluit klaar te hebben? En welke regels zullen in het koninklijk besluit opgenomen worden om deze bepaling uit te voeren?

Antwoord ontvangen op 23 mei 2011 :

Bij wet van 13 december 2005 houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldenregeling werd in artikel 1675/10 van het Gerechtelijk Wetboek een § 3bis ingevoegd.

Deze § 3bis is conform het advies dat de Hoge Raad voor Justitie had verstrekt.

Deze bepaling machtigt de sociale verzekeringskassen een volledige of gedeeltelijke kwijtschelding van schulden toe te staan die betrekking hebben op achterstallige sociale bijdragen.

Tevens werd in hetzelfde § 3bis bepaald dat de Koning de voorwaarden zal bepalen waarop een kwijtschelding zal kunnen worden toegestaan, evenals de modaliteiten van de procedure die door de sociale verzekeringskassen gevolgd moet worden.

Het is waar dat er tot op heden nog geen uitvoering werd gegeven aan deze bepaling § 3bis.

Aangezien de regelgeving inzake de sociale verzekeringskassen tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zaken behoort, komt het echter toe aan mijn collega, de minister van Sociale Zaken en de Volksgezondheid, om uitvoering te geven aan deze bepaling en aldus het vastleggen van de voorwaarden en de procedure voor het kwijtschelden van de sociale zekerheidsschulden van zelfstandigen door de sociale zekerheidskassen uit te werken.