Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1638

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 4 maart 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Brandweer - Vrijwilligers en beroepsbrandweerlieden - Verschillende pensioenleeftijden

pensioenregeling
brandbestrijding
beroepsstatus
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

4/3/2011Verzending vraag
14/11/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1638 d.d. 4 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In ons land dienen en kunnen de brandweerkorpsen in grote mate terug te vallen op vrijwilligers. Gelukkig maar. Zonder hun inzet zou de rampenbestrijding geen sinecure zijn. Soms wordt overigens wel eens geopperd dat het steeds maar moeilijker wordt om vrijwilligers te vinden, terwijl deze soms ook klachten uiten over het feit dat zij op zestig jaar met pensioen moeten gaan (terwijl zij wellicht al dan niet operationeel nog veel diensten zouden kunnen bewijzen), en de beroepsbrandweerlieden actief mogen blijven tot hun vijfenzestigste.

1) Hoeveel vrijwillige en hoeveel professionele brandweerlieden waren er op 1 januari 2007, 1 januari 2008, 1 januari 2009, 1 januari 2010 en 1 januari 2011, opgesplitst per gewest en per korps, in dienst?

2) Hoeveel van de vrijwilligers dienden tijdens de voormelde jaren op de leeftijd van zestig jaar met pensioen te gaan?

3) Hoeveel van de beroepsbrandweerlieden dienden tijdens de voormelde jaren op de leeftijd van vijfenzestig jaar met pensioen te gaan?

4) Overweegt de geachte minister om deze verschillen tussen de vrijwilligers en de beroepsbrandweerlieden op te heffen en wil zij haar inzichten motiveren?

Antwoord ontvangen op 14 november 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

1. De laatste algemene cijfers waarover mijn diensten beschikken, dateren van 2007. In 2007 waren er in het Vlaams Gewest 8 574 vrijwillige brandweerlieden en 2 611 beroepsbrandweerlieden in dienst. Voor het Waals gewest waren dit respectievelijk 3 873 vrijwilligers en 2 011 beroeps. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werken momenteel ongeveer 975 beroepsbrandweerlieden en geen vrijwilligers. Aangezien de brandweerlieden gemeentelijk personeel zijn, beschikken mijn diensten niet over cijfers per korps voor de 250 brandweerkorpsen van het land.

2. Aangezien de brandweermannen gemeentelijk personeel zijn, beschikken mijn diensten niet over precieze cijfers. In het algemeen kan gesteld worden dat de grote meerderheid van de vrijwilligers hun loopbaan bij de brandweer tot op de leeftijd van zestig jaar volhoudt. Niettemin hebben vrijwilligers steeds de mogelijkheid om hun dienstnemingscontract op elk moment en op elke leeftijd te verbreken met drie maanden opzegging.

3. Hierbij moet de zelfde opmerking als bij de vorige vraag gemaakt worden: mijn diensten beschikken niet over exacte cijfers. De normale pensioenleeftijd voor beroepsbrandweerlieden bedraagt 65 jaar. Niettemin is er een verlof voorafgaand aan het pensioen reeds mogelijk op de leeftijd van 56 jaar in de gemeenten die besloten hebben om zulke maatregel op te nemen in hun statuut.

4. Het is steeds mijn bedoeling om zoveel mogelijkheid gelijkheid te creëren tussen de vrijwillige en de beroepsbrandweerlieden. Maatregelen in die zin zullen dus worden genomen in het kader van de uitbouw van een statuut voor het operationeel personeel van de hulpverleningszones