Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1603

van Marleen Temmerman (sp.a) d.d. 2 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Baarmoederhalskanker - Screening - Uitbreiding naar de Franse en Duitse Gemeenschap - Vaccinatie

kanker
voorkoming van ziekten
vaccinatie

Chronologie

2/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Vraag nr. 5-1603 d.d. 2 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Kanker komt voor in alle bevolkingsgroepen, maar baarmoederhalskanker treft voornamelijk jonge vrouwen tussen de leeftijd van vijfendertig en vijftig jaar. In de Europese Unie (EU) signaleert men 34 000 nieuwe gevallen en 16 000 overlijdens per jaar met de hoogste frequentie in de jongere Lidstaten (Arbyn, M., e.a., " Burden of cervical cancer in Europe: estimates for 2004 ", Ann Oncol., 2007;18(10):1708-15). In 2006, registreerde het Belgisch kankerregister 604 gevallen van invasieve baarmoederhalskanker. Het sterftecijfer is niet precies gekend omdat de juiste oorsprong (baarmoederhals of baarmoederlichaam) niet steeds op de overlijdensaangifte wordt genoteerd. Men schat dat in ons land tussen 200 en 300 vrouwen jaarlijks sterven aan baarmoederhalskanker. Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een blijvende infectie met hoogrisico types van HPV (humaan papillomavirus), een virus dat voornamelijk seksueel wordt overgedragen. Een goed georganiseerde preventie laat toe deze vorm van kanker tot een laag niveau te reduceren.

Er bestaan testen om het virus op te sporen en ook vaccins om de infectie te voorkomen. HPV testen worden in België terugbetaald in geval een atypisch uitstrijkje (om te zien wie verder onderzoek nodig heeft) en na een behandeling van een voorlopend stadium van cervixkanker (om te zien of de behandeling succesvol was). Er bestaat nu echter ook evidentie dat HPV testing kan gebruikt worden bij primaire screening. Uit grote gerandomiseerde steekproeven is gebleken dat HPV screening effectiever is dan screening via cytologisch onderzoek. De literatuur toont een reductie aan van CIN3 (de voorloper van invasieve baarmoederhalskanker) die groter is met HPV screening dan met cytologische screening. De steekproeven uitgevoerd in Italië (Ronco, Lancet Oncol., 2010) en Zweden (Naucler, NEJM, 2007) wijzen zelfs op een vermindering van de incidentie van baarmoederhalskanker (Arbyn, Lancet Oncol., 2009). Een groots opgezet onderzoek in India resulteerde zelfs in een significante reductie van sterfte door baarmoederhalskanker in de groep gescreend met HPV maar niet in deze gescreend met cytologie (Sankar, NEJM, 2009).

Meer recent hebben verschillende andere studies bevestigd dat HPV-diagnose testing per primam efficiënter is en zelfs meer kosteneffectief dan cytologische testing waarbij de vals negatieve variëren tussen de 20 en de 40 %, wat dan ook een valse geruststelling biedt aan vrouwen (Ronco, G., e.a., " Efficacy of human papillomavirus testing for the detection of invasive cervical cancers and cervical intraepithelial neoplasia: a randomized controlled trial", Lancet Oncol., 2010;11(3):249-57).

In de Verenigde Staten wordt dubbele screening (HPV en cytologie) aangeraden (Wright, Obstet. Gynecol., 2004). De recente steekproeven duiden echter aan dat extra cytologie nauwelijks enige winst aan gevoeligheid maar wel verlies aan specificiteit en aanzienlijke meerkost met zich meebrengt in vergelijk met een HPV testing alleen. Daarom neigt men in Europa eerder naar een screening met enkel de HPV test waarbij cytologie gebruikt wordt om HPV-positieve vrouwen te triëren (Arbyn, Lancet Oncol., 2009).

Screening kan enkel vruchten afwerpen indien de participatie en kwaliteit optimaal is. Dit geldt voor zowel voor de informatie en uitnodiging van de doelpopulatie, als de kwaliteit van de van de screeningstesten en, waar nodig, de follow-up (Sawaya, G.F., Cervical cancer screening-new guidelines and the balance between benefits and harm. N. Engl. J. Med., 2009;361(26):2503-5). Een goed gecoördineerd management is hierbij een vereiste. Reeds eerder stelden de gynaecologen de preventie inzake cervixcarcinoom in vraag (2007 Standpunt cervixscreening / VVOG website). De huidige richtlijnen van de Europese Unie (EU) dateren van 2008 en bevelen nog steeds cytologie als de eerste keuze van screeningtest (om de drie tot vijf jaar vanaf vijfentwintig-dertig tot zestig-vierenzestig jaar). De nadruk wordt gelegd op een goede organisatie, kwaliteitsbewaking en monitoring van proces en impact.

Het Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid (WIV) is momenteel belast met de update van Europese richtlijnen hieromtrent.

Wat zien we vandaag in ons land? Ongeveer twee vijfden van de vrouwen in de leeftijdsgroep van vijfentwintig tot zestig jaar heeft geen uitstrijkje gehad in de afgelopen drie jaar. Daarentegen worden gescreende vrouwen te frequent gescreend, dikwijls om het jaar. In 2009 werd het interval voor terugbetaling van screeninguitstrijken bepaald op om de twee jaar, maar de screening is nog altijd niet georganiseerd.

Het Belgisch Kankerplan uit de vorige legislatuur voorzag in de opzet van georganiseerde screening naar baarmoederhalskanker gebaseerd op de EU richtlijnen in samenwerking met de gemeenschappen. Bovendien voorzag dit plan ook in een uitbreiding van de partiële terugbetaling van HPV vaccins tot achttien jaar en dit initiatief werd ten uitvoer gebracht.

De huidige stand van zaken is:

- voor cervixkankerscreening:

Voorlopig is er in het land nog geen screeningsprogramma voor cervixkanker. Nochtans raadt Europa zijn Lidstaten aan om ook voor baarmoederhalskanker een bevolkingsonderzoek op te zetten. De Vlaamse overheid ondersteunt nog initiatieven van enkele provincies. In Wallonië en Brussel gebeurt het onderzoek op initiatief van arts of patiënt. Afspraken over een programma cervixkankerscreening zijn opgenomen in het protocolakkoord van 28 september 2009, er zijn budgetten voorzien voor 2011;

- voor de HPV-vaccinatie:

Inmiddels worden in gans België HPV vaccins partieel terugbetaald voor meisjes van twaalf tot achttien jaar. Deze opportunistische vaccinatie bereikt slechts een gering deel van de doelgroep (Simoens, e.a., Eurosurveillance, 2009; Arbyn, GOI, 2010). Met gratis HPV vaccinatie op scholen zou men een veel hogere dekking kunnen bereiken (bij voorbeeld: hepatitis B schoolvaccinatie bij twaalfjarigen bereikt 90 % van de doelgroep). Helaas is HPV vaccinatie via scholen enkel op touw gezet in de Vlaamse Gemeenschap en niet in de andere landsgedeelten. Het gaat om een gestructureerde vaccinatiecampagne in de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de vaccinatiekalender. De terugbetaling gebeurt op basis van een protocolakkoord: het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) financiert twee derde van de vaccins. De vaccinatiekalenders van de gemeenschappen zijn identiek, behalve voor de HPV-vaccinatie, die dus enkel in Vlaanderen is opgenomen. In de Franstalige Gemeenschap wordt, zoals in de rest van het land, de vaccinatie terugbetaald door het RIZIV maar enkel opportunistisch (geen programma). Het vaccin voor de schoolvaccinatie kan aan een zeer gunstige prijs aangekocht worden (20 tot 25 euro per dosis) terwijl het in het opportunistisch circuit 120 euro per dosis kost aan de staatskas plus nog 11 euro per dosis voor de betrokkene. Het vaccinatieprogramma werkt dus kostenbesparend per patiënt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe staat het met de uitvoering van het protocolakkoord voor de georganiseerde screening ter voorkoming van baarmoederhalskanker?

2) Hoe kijkt de geachte minister aan tegen de wetenschappelijke evidentie van screening met HPV testing in plaats van cytologie?

3) Is het niet aangewezen om de hierboven vermelde redenen georganiseerde screening uit te breiden naar de Franse en Duitstalige Gemeenschappen, wetende dat zij momenteel opteren voor darmkankerscreening als alternatief programma?

4) Wat stelt zij voor om tot een betere coördinatie tussen de instellingen met expertise in baarmoederhalskanker screening en HPV vaccinatie te komen? Over welke instellingen gaat het concreet?